Als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% gemiddeld is, een marge van 20% of hoger goed is en een marge van 5% laag is. Soms verandert de marge als bijvoorbeeld de vaste kosten stijgen. Bereken de marge van jouw bedrijf regelmatig, zodat je zeker weet dat je financieel goed bezig bent.
De norm van winstgevendheid verschilt per branche; 5 à 10% is over het algemeen een gezond getal. In de dienstensector zien wij de hoogste percentages, in de industrie liggen de cijfers het laagst. Natuurlijk is het prachtig als je winstgevendheid hoog is en iedere geïnvesteerde euro zoveel mogelijk oplevert.
10% marge wordt beschouwd als gemiddeld.
Nettowinst daarentegen is de brutowinst minus de bedrijfskosten, rentelasten, belasting en afschrijvingen. Met andere woorden: brutowinst is de winst die overblijft na aftrek van de kosten van verkoop. Nettowinst (of nettoverlies) is wat er overblijft nadat alle andere kosten zijn afgetrokken van de omzet.
Maar als de omzet 10 miljoen bedraagt is er sprake van een nettowinstmarge van 1%. En dat is een (te) lage marge. Daarom is het belangrijk om de nettowinst uit te drukken in een percentage van de omzet. De nettowinst en de nettowinstmarge kun je vóór en ná belastingen berekenen.
De winstmarge, waarmee de supermarkt meet hoeveel het zelf kan verdienen aan verkochte producten, daalde in Europa van 4,3 procent in 2021 naar 3,6 procent vorig jaar.
De marge is het bedrag of het percentage dat je als ondernemer overhoudt als je een product verkoopt. Dit wil niet zeggen dat dit bedrag ook gelijk is aan de winst. Van de marge moet je namelijk ook je kosten betalen, voordat je de winst overhoudt.
Waarderingsmethode 1: Gebruik vuistregels of multiples
In de praktijk van het midden- en kleinbedrijf worden vuistregels (ook wel multiples genoemd) veel toegepast om te bepalen: wat is een bedrijf waard? Het gaat daarbij om formules als: 4-6 x de nettowinst. 0,75 – 1,2 x de jaaromzet.
Cashflow is niet hetzelfde als winst of verlies. Het is belangrijk om dat goed te beseffen. Je hebt net kunnen lezen dat winst het bedrag is dat overblijft nadat de kosten zijn verrekend. Daarbij wordt niet gekeken of het geld ook al daadwerkelijk op je eigen rekening staat.
Bedrijfsresultaat of nettowinst (na belasting)
Het nettobedrijfsresultaat is het bedrag dat overblijft voor de eigenaar of aandeelhouder: de winst. Dus na aftrek van alle vennootschaps- of inkomstenbelastingen.
Documenten hebben in Word automatisch witruimte tussen de rand van het papier en het begin van de inhoud. Dit noemt men de marges. Standaard staan deze ingesteld op 2,5 centimeter.
Percentage winst over de inkoopprijs
Stel dat de inkoopprijs van jouw product (een broek) € 100 bedraagt. Je wilt een percentage winst van 30% hanteren. Wanneer je dit percentage over de inkoopprijs berekent, dan is jouw verkoopprijs € 100 + 30% = € 130.
In de horeca wordt over het algemeen uitgegaan van een brutowinstmarge van 70 procent. Bij het berekenen van de verkoopprijs, zet je de verkoopprijs op 100 procent, want dit is het bedrag dat je van de klant wil krijgen.
Gemiddeld rekenen ondernemers op 8,8 keer de winst. In de praktijk ligt dat niveau een stuk lager.
De gemiddelde winst (GW) is het verschil tussen de verkoopprijs (P) en de kostprijs (GTK) en kan ook worden berekend door de totale winst (TW) te delen door de afzet (q).
Wanneer ben je financieel gezond? Je bent financieel gezond wanneer jij je in een situatie bevindt waarin je vanuit inzicht en comfort kunt voldoen aan alle financiële verplichtingen en behoeften. Nú en later.
Een positieve cashflow betekent dat je bedrijf meer geld ontvangt dan uitgeeft. Je kunt alle rekeningen betalen en hebt nog geld over. Financiering heb je dus niet nodig. Je hebt geen geldstress en je leveranciers zijn blij met je.
De cashflow is de belangrijkste graadmeter om te zien hoe je bedrijf er financieel voor staat. Sterker nog, je kunt als bedrijf winstgevend zijn en toch failliet gaan omdat je een negatieve kasstroom hebt en er dus geen geld beschikbaar is.
Bij een positieve cashflow komt er meer geld binnen dan eruit gaat. Je hebt dan voldoende ruimte om alle rekeningen te betalen, wat erg belangrijk is voor iedere onderneming. Een positieve cashflow laat zien dat je bedrijf gezond is en groeit.
Bij de waardebepaling van een eenmanszaak kijken we voor u wat een bedrijf in het economisch verkeer waard is, de verkoopwaarde dus. Daarbij gaan we uit van de zogenaamde intrinsieke waarde, zeg maar de bezittingen minus de schulden. Dat is voor de meeste eenmanszaken goed te doen.
Een belangrijk kengetal voor (obligatie)beleggers is dan ook de netto schuld/EBITDA -ratio. Over het algemeen is deze ratio onder de 2 goed, maar boven de 3 is hoog, boven de 4 is te hoog.
Winstmarge over de inkoopprijs berekenen: Winstmarge over de inkoopprijs = (verkoopprijs – inkoopprijs) / inkoopprijs.
(Netto Verkoopprijs minus de Vaste verrekenprijs, gedeeld door de Vaste verrekenprijs) * 100 = de opslag (Marge %). Bijvoorbeeld: Artikel XXX heeft een Vaste verrekenprijs van € 35,00. De Verkoopprijs is € 49,95.
Bij leveringen aan de detailhandel moet je rekening houden met de marges die gebruikelijk zijn, dit is het verschil tussen de inkoop en verkoopprijs. De marges in de kleding detailhandel zijn gemiddeld tussen de 2.0 en 3.0.