Ververs minimaal tweemaal per week het water (of eerder wanneer het water troebel wordt). Schep eerst de kikkervisjes over in een ander bakje. Giet het 'oude' water eruit en vul de bak weer voor de helft met koud leidingwater. Kieper de kikkervisjes gewoon weer terug, daar kunnen ze best tegen.
5 tot 10 kikkervisjes per liter water is genoeg. Zorg ervoor dat je water en een paar waterplanten meeneemt uit dezelfde sloot of poel. Maak een kikkerdrilbak met kiezels en grote stenen en vul het met het water dat je hebt meegenomen. Zet de bak op een lichte plek, maar niet in de volle zon!
Wanneer de kikkervisjes een dag of drie uit het ei zijn moet je beginnen met voeren. Als voer kun je stukjes je sla, andijvie, paardenbloem, weegbree en visvoer gebruiken. Je hoeft maar heel weinig te geven, anders vervuilt het water. Ververs regelmatig wat water voor vers slootwater.
Kikkerdril is vanaf eind maart tot en met juni in slootjes en vijvers in de natuur te vinden. Neem niet te veel mee naar huis, want het zijn altijd meer eitjes dan je denkt. Thuis kun je de dril in een aquarium of grote weckfles gevuld met leidingwater zetten.
Het water is te warm, te koud, te weinig en soms te vuil. Vogels, vissen, libellenlarven en waterkevers die je als smakelijk hapje verorberen of je aan hun jongen voeren. Soms zijn er zelfs soortgenoten die je opeten. Daarnaast is er concurrentie van andere kikkervisjes om voedsel en lucht en een goede schuilplek.
Ververs minimaal tweemaal per week het water (of eerder wanneer het water troebel wordt). Schep eerst de kikkervisjes over in een ander bakje. Giet het 'oude' water eruit en vul de bak weer voor de helft met koud leidingwater. Kieper de kikkervisjes gewoon weer terug, daar kunnen ze best tegen.
Schijfjes komkommer of stukjes tomaat vinden ze lekker. Als ze bijna kikkers zijn, eten ze vliegjes. Je kunt fruitvliegjes kweken. Maar die vliegen dan wel door je hele keuken.
De kikkervisjes eten vooral algen, die zitten in het (verse) slootwater. Vervang het water daarom regelmatig voor nieuw slootwater uit de zelfde sloot. Als voer kun je ook mini stukjes sla, andijvie of paardenbloem gebruiken. Maar let op: niet te veel!
Een kikkervisje eet in het begin vooral algen en dode plantaardige en dierlijke delen, die in het water zweven. Als de metamorfose begonnen is eet het ook kleine diertjes zoals watervlooien, eenoogkreeftjes en muggelarven.
In het begin noem je kikkervisjes nog dikkopjes, de eerste dagen wordt het dril en de gelei opgegeten. Wanneer ze een dag of drie uit het ei zijn moet je beginnen met voeren. De dikkopjes eten vooral algen, die zitten in het (verse) slootwater.
Vanwege de krachtige kaken kunt u er maar beter vanaf blijven want ze kunnen u pijnlijk bijten.
Kikkerdril ofwel kikkereitjes, doen er een paar dagen over om uit te groeien tot kikkervisjes. Langzamerhand krijgen de kikkervisjes pootjes. Na ongeveer drie maanden zijn het niet langer visjes maar kikkers, ze moeten nu boven water komen om te ademen. Het is tijd om ze weer vrij te laten worden.
Ze slapen de hele winter door op vochtige plekken om de kou te overleven. Tijdens hun lange slaap leven ze op voedsel die ze hebben opgeslagen in hun lichaam. Wanneer Paren de kikkers? Aan het begin van de lente worden ze wakker en zoeken naar een vijver of een sloot waar ze zijn geboren.
Kikkers, salamanders en padden zijn amfibieën en dus regenliefhebbers bij uitstek. Ze leven zowel in het water als op het land, mede dankzij hun dunne huid die water en zuurstof doorlaat. Maar hun tere vel droogt ook snel uit. Vandaar dat ze het liefst in de regen tevoorschijn komen, zodat wij ze kunnen bekijken.
Amfibieën zijn zeer gevoelig voor stoffen die niet in het water thuishoren. Als kikkervisjes niet groeien dan komt dat nog wel eens doordat er toch niet genoeg voedsel is. Je zou ze kunnen bijvoeren met schijfjes komkommer en tomaat, ontdooide diepvriesspinazie en vissenvoer.
Heb je kikkervisjes in gevangen schap dan is het probleem te weinig goed voedsel, ze komen dan niet door het stadium heen en krijgen geen pootjes.
Ze groeien echter snel; al in de eerste herfst na de metamorfose zijn ze al 3 tot 3,5 centimeter, het volgende jaar al 5 cm. De bruine kikker bereikt in de natuur een leeftijd van ongeveer 6 tot 8 jaar maar er zijn exemplaren beschreven van meer dan 10 jaar oud.
Kikkers kruipen voor de winterslaap weg in een kuiltje of verlaten holletje van een ander dier of op de bodem van vijvers of sloten. Ze moeten ervoor zorgen dat het een vochtige plek is, anders drogen ze uit. Ze verstijven tijdens hun winterslaap, doordat de beestjes koudbloedig zijn.
Gemiddeld voer je om de dag of 2 dagen bij volwassen kikker. Er wordt soms vanuit gegaan dat een kikker gemiddeld 20 a 30 fruitvliegen per dag zou kunnen eten.
De kieuwen zitten dan binnenin het kikkervisje en staan met een soort buisje in contact met de buitenwereld. In de loop van de meimaand krijgen de kikkervisjes achterpoten en daarna voorpoten. Als de voorpoten te voorschijn komen, is de larf bijna in een jong kikkertje veranderd.
Alle soorten aquariumkikkers zijn carnivoor. Omdat de kikkers geen tong hebben, moeten ze het eten opzuigen of met hun voorpoten in hun bek duwen. Volwassen klauwkikkers voer je elke twee tot drie dagen een gevarieerd basisvoer van tubifex, levende watervlooien en andere waterdiertjes.
De kikkervisjes zijn lekker komkommer aan het eten.
De bruine kikker eet voornamelijk ongewervelden als insecten (kevers, sprinkhanen, spinnen, mieren), wormen, duizendpoten en (naakt)slakken. Af en toe eet hij ook kleine gewervelde dieren zoals muizen en kleinere kikkers. Volwassen kikkers hoeven maar twee tot drie keer per week te eten.
Jonge kikkervisjes kunnen onmogelijk de oppervlaktespanning van water doorbreken. Om toch aan zuurstof te komen, doen ze aan bubble sucking. Om aan zuurstof te komen zuigen jonge kikkervisjes kleine luchtbelletjes in hun mondholte, om ze vervolgens onder druk hun longen in te duwen.