De oprit zelf valt niet onder de openbare weg. Verkeer dat de oprit verlaat dient dus voorrang te verlenen aan het verkeer op de weg waaraan de oprit is aangesloten. Hetzelfde geldt voor een zogeheten eigen weg of een oprijlaan, een weg die op een kavel aangelegd is, en dus eigendom is van de grondeigenaar.
Of u uw auto mag parkeren op een oprit, hangt af van de verkeerssituatie. Soms is een oprit onderdeel van de openbare weg, bijvoorbeeld als de oprit over een stoep loopt. De oprit wordt dan niet beschouwd als 'eigen terrein' en u mag uw auto daar niet parkeren.
Een uitweg (ook wel inrit, uitrit en oprit genoemd) is een ingang of uitgang van een perceel voor motorvoertuigen om de openbare weg te bereiken, gelegen op gemeentegrond.
Wanneer een bestuurder toch meent zijn voertuig voor uw inrit of uitrit te parkeren, kunt u de politie verzoeken tot handhaving. Voorts kunt u uw gemeente verzoeken paaltjes te plaatsen, opdat er niet langer deels voor uw in- of uitrit geparkeerd kan worden.
Op welke afstand? In het verkeersreglement staat niets over de afstand. In principe mag je dus tot helemaal tegen de garage parkeren. Maar wanneer duidelijk is dat je het in- en uitrijden daardoor zal hinderen (b.v. in een smalle straat, of omdat de inrij zeer smal is), dan kan je maar beter enige afstand houden.
Wat kunt u doen indien een voertuig dat zich op de openbare weg bevindt de toegang tot uw garage of oprit blokkeert? Aangezien het een overtreding is op de wegcode, zult u een beroep moeten doen op de politie opdat ze ter plaatse komt, de situatie opmeet en een proces-verbaal opstelt.
Voor het parkeren van een personenauto op een oprit, dient de oprit minimaal 2,50m breed te zijn. Deze breedte is nodig om ook voldoende ruimte te hebben om langs de personenauto te kunnen lopen en om de deur van de personenauto open te kunnen doen.
Een aanvraag van een inritvergunning kost € 99,60. (de prijs is opgebouwd uit 3 onderdeel: de aanvraag van een inrit € 33,70, het publiceren van de aanvraag € 32,95 en het publiceren van het besluit € 32,95.
Komt u dus met de auto of fiets langs een uitrit, dan heeft u voorrang op het verkeer dat uit de uitrit komt rijden, ook al komt deze bestuurder van rechts. De wet spreekt over “bestuurder” en niet over personen. Toch heeft ook een voetganger voorrang op al het verkeer dat uit een uitrit komt.
Een stuk weg, bedoeld om vanaf het onderliggend wegennet een autoweg of autosnelweg te bereiken.
De aansluiting/uitmonding van weg X op weg Y kan in de praktijk gekenmerkt worden als een uitrit, als blijkt dat (1) het trottoir langs weg Y ononderbroken doorloopt en (2) ter hoogte van de uitmonding wat type en kleur bestrating betreft ten opzichte van het trottoir niet afwijkt.
Oude definitie van een uitrit of inrit
Een uitrit is een uitgang naar een gebouw of een besloten erf. Een uitgang, door middel van een verlaagd trottoir of een verlaagde trottoirband, vormt eveneens een uitrit.
Je hebt met een uitrit te maken als je over een doorgetrokken trottoirband moet rijden waar een eventueel trottoir ook is doorgetrokken. Dat zien we bij de Vrouwkensakker: het parkeerterrein is aangesloten met een uitrit die met schuine uitritblokken net zo is aangelegd als de meeste particuliere uitritten.
Een eigen terrein is doorgaans niet begaanbaar voor het openbaar verkeer. De Wegenverkeerswet is hier daarom niet van toepassing. Op het terrein moet dan wel duidelijk zichtbaar zijn aangegeven dat het om een eigen terrein gaat door middel van een bordje met de tekst 'verboden toegang voor onbevoegden'.
De breedte van een oprit
De gemiddelde auto is 2,30 breed. Voor alleen een parkeerplaats zul je dus minimaal een oppervlakte van 2,5 bij 3 meter nodig hebben. Voor een goede oprit waar je langs je auto op kunt fietsen of lopen adviseren wij een minimale breedte van 3 meter.
Maximale oppervlakte van 80 m²: niet-overdekte constructies als een oprit kunnen vrijgesteld zijn van een vergunning bij een max. oppervlakte van 80 m². Let op: je moet hierbij ook bestaande niet-overdekte constructies meetellen (bv. tuinpaden, terrassen, zwembaden, …).
Opritten, zowel langs links als rechts, worden beschouwd als een kruispunt, en daarop geldt ritsen niet. Je moet voorrang verlenen aan automobilisten die al op de snelweg rijden.
Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren zoals wegrijden, achteruitrijden, vanaf een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden en keren, moeten het overige verkeer voor laten gaan.
Gebruik je rijnzand en is je laag ongeveer 10 cm dik. Dan bedraagt de droog – en verhardingstijd een zevental dagen. Scheldezand of plaatzand verlengen gauw de verhardingstijd tot zo'n twee à drie weken. Gebruik je zeezand, dan loopt het wachten op tot een viertal weken.
Het aanleggen van verharde constructies, opritten, overwelvingen en terrassen is vergunningsplichtig. Ook kunstgras en kiezels worden beschouwd als verharding, omdat dit essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verhindert. Het plaatsen ervan is dus ook vergunningsplichtig.
Een waterdoorlatende oprit is opgebouwd uit waterdoorlatend materiaal dat ervoor zorgt dat regenwater wegloopt via de bodem en niet via het oppervlak. Hierbij wordt het hemelwater eerst opgeslagen in de poreuze ruimten van de oprit. Nadien loopt het water langzaam weg in de onderlaag en tenslotte naar de ondergrond.
Een helling van een garage-inrit bedraagt maximum 13°.
41 procent van de Nederlanders zegt over een eigen oprit of privéparkeerplek te beschikken.
Een uitrit is een uitrit als het eruit ziet als een uitrit en voor alle verkeersdeelnemers duidelijk is dat er sprake is van een uitrit. Om te bepalen wat een uitrit is, gebruiken we het constructiecriterium (is er sprake van een uitritconstructie) en het bestemmingscriterium (heeft de weg een beperkte bestemming).
De ondergrond moet steeds stabiel, goed verdicht en droog zijn. Indien er geen stabiele ondergrond is – bijvoorbeeld bij klei of leemzand) – dien je een onderfundering van 20 cm steenslag of betonpuin (0/20 of 0/40 mm) te voorzien.