Bij lange zinnen hoort ook een komma tussen twee persoonsvormen. Een bijzin in een bijzin hoort tussen twee komma's. Een beknopte bijzin hoort ook tussen twee komma's. Als de zin erg lang is komt tussen een beknopte bijzin en een hoofdzin een komma.
Het aantal komma's in een zin is zeker niet gelimiteerd tot één, het wordt alleen op den duur erg onoverzichtelijk om veel komma's te gebruiken, waardoor het beter is af en toe een punt in je verhaal te plaatsen.
Wanneer moet je een komma gebruiken? Met komma's geef je aan waar de lezer een pauze moet 'lezen'. Plaats dus een komma als er bij het voorlezen (hardop of 'in je hoofd') een duidelijke pauze hoorbaar is. Komma's moeten een lezer helpen de pauzes te leggen waar de schrijver ze ook bedoelde te leggen.
Het belangrijkste uitgangspunt is dat een komma geplaatst wordt als je bij hardop lezen een rustmoment hoort; ook de toonhoogte waarmee de zin wordt uitgesproken verandert vaak iets. Hoe langer de zin is, hoe meer behoefte er bestaat aan een rustpunt in de zin, en dus aan een komma.
Ook als er sprake is van twee hoofdzinnen die door de voegwoorden maar, want, of, noch (dus, echter) één zin vormen, dan alleen een komma zetten als die zin lang is.
Tik geen komma na een korte hoofdzin of na een 'gewoon' eerste zinsdeel. Zet wél een komma bij zinnen die beginnen met voegwoorden als maar, omdat, want, hoewel en als de zin begint met een bijzin.
Is het waar dat er nooit een komma voor en mag staan? Nee, dat is niet waar. Als een komma de duidelijkheid of leesbaarheid van een zin vergroot, kan hij worden toegevoegd, óók voor en.
De cijfers achter de komma noem je decimalen. 7,21 is een getal met 2 cijfers achter de komma, dit is dus een getal met 2 decimalen. De getallen achter de komma hebben ook een waarde. Het getal 2,1 is hetzelfde als 2,10 en 2,100 enz.
Een zin mag wel met een voegwoord beginnen, het is dus geen taalfout, maar het geniet niet de voorkeur. De stijl wordt dan informeel. Het past niet bij zakelijke of wetenschappelijke teksten.
Antwoord. In nevengeschikte zinnen is een komma voor het voegwoord en meestal overbodig, maar niet altijd. Gebruik van de komma is aan te raden in lange zinnen, of als er kans op een verkeerde lezing bestaat.
De oude schoolregel luidt dat je nooit een komma voor 'en' mag zetten. Die regel is te verklaren: een komma wordt gebruikt wanneer je een pauze hoort, en bij het voegwoord 'en' is meestal geen sprake van zo'n pauze. Het woordje 'en' brengt een geruisloze verbinding tot stand tussen zinnen of delen van een zin.
en, maar, of, dan (wel), dus en want, wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of… Ik geef Anne een bloem, want ik vind haar lief.
Voor het nevenschikkende voegwoord want wordt meestal een komma gezet. Ze stopt met werken, want ze gaat trouwen met een miljonair.
Een komma is écht een leesteken. Bij het lezen wil je op deze plaats een kleine pauze, omdat van die pauze de zin duidelijker wordt. Een pauze op een andere plaats kan een zin zelfs van betekenis laten veranderen: Annet liet zich na een test door een docent, inschrijven voor een andere opleiding.
Een apostrof, ook wel afkappingsteken of weglatingsteken genoemd, is een leesteken dat de uitspraak van een woord verduidelijkt of aangeeft dat een of meerdere letters van een woord zijn weggelaten. De apostrof ziet eruit als een hoge komma (').
Door twee keer de knop naast de enter in te drukken en dan een keer backspace.
Mag er een komma voor 'en'? Ja, als dat voor de leesbaarheid of de betekenis nodig is. Een oude schoolregel luidt: nooit een komma voor en. Maar ook in taal is het nooit nooit.
Het meest gebruikelijk is om met drie cijfers achter de komma te werken. mits die mate van nauwkeurigheid gerechtvaardigd is gegeven je meetprocedure. Zet een 0 voor de punt of komma als het ook een andere getal zou kunnen zijn. Kan het alleen een 0 zijn (zoals bij p-waarden) dan kan die worden weg gelaten.
Elk stukje van 0,1 is een tiende en staan op de eerste plek achter de komma. Een tiende kun je ook weer in tien stukjes verdelen. Elk stukje van 0,01 is een honderdste en staan op de tweede plek achter de komma. Een honderdste zoals dat van 0,01 naar 0,02 kun je ook weer in 10 stukjes verdelen.
Afronden op hoeveel decimalen
5,27439 is afgerond op 3 cijfers achter de komma: 5,274. 5,27439 is afgerond op 4 cijfers achter de komma: 5,2744 (naar boven afgerond)
Voor de voegwoorden dat, of en om komt meestal geen komma: 'We willen de gesprekken zo indelen dat iedereen deze maand aan de beurt komt. ' Ook bij en past meestal geen komma: 'De accountmanager haalde haar target en kreeg daarom een flinke bonus.
Het woord echter heeft soms een beperkende betekenis, maar vaak overheerst de tegenstellende betekenis. De woorden maar en echter kunnen dan zonder bezwaar door elkaar worden gebruikt. Echter is wel iets formeler. Het bijwoord echter kan, omdat het een bijwoord is, op verschillende plaatsen in de zin staan.
Het woord 'en' is een nevenschikkend voegwoord en koppelt meestal twee hoofdzinnen aan elkaar met een samengestelde zin als resultaat. Volgens Taaladvies is het echter ook toegestaan om en aan het begin van een zin na een punt te gebruiken.