Haaientanden betekenen: de bestuurder moet voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Is dat niet zo, dan geldt de regel: rechts gaat voor.
Veel mensen weten het niet maar haaientanden hebben ook een wettelijke betekenis: de bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Haaientanden worden ook wel eens voorrangsdriehoeken op de weg genoemd.
Haaientanden zijn voorrangsdriehoeken die op het wegdek zijn aangebracht. De betekenis van deze haaientanden is: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. Meestal ziet u de haaientanden in combinatie met het driehoekige voorrangsbord (B06). Dit is echter niet noodzakelijk.
Een stopstreep bestaande uit omgekeerde driehoeken (de zgn. "haaientanden") vergezeld van een verkeersbord B 1 (omgekeerde driehoek) betekent dat je voorrang dient te verlenen aan bestuurders die uit de dwarsrichting komen. Hier zijn geen uitzondering voor fietsers voorzien in de wegcode.
Hoe werkt dat dan met haaientanden? De voorrangs- regel van haaientanden is iets tussen bestuurders, zoals aangegeven is de voetganger geen bestuurders. Dus heeft de haaientand, en de daarbij behorende voorrangsregel heeft geen invloed op de voetganger.
Als voetganger mag je dan op het fietspad lopen. Is er geen fietspad, dan mag je op rijbaan lopen, mar wel aan de uiterste zijde daarvan. Op een zebrapad heeft een voetganger altijd voorrang, niet alleen als je op het zebrapad loopt, maar ook als je aangeeft te willen oversteken.
Rotonde met vrijliggend fietspad Op dit fietspad heb je geen voorrang. Het verkeersbord en de haaientanden betekenen dat je de weggebruikers die de rotonde verlaten of oprijden, moet voorlaten.
Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan bestuurders die van rechts komen, dus ook aan fietsers. Bij een voetgangersoversteekplaats hebben fietsers geen voorrang. Fietsers zijn immers geen voetgangers. Fietsers vallen wel onder de zogenaamde zwakke verkeersdeelnemers, net als voetgangers.
Dit betekent dat nu de hoofdregel bij voorrang geldt. De hoofdregel bij voorrang is dat verkeer dat van rechts komt voorrang heeft op verkeer dat van links komt. Nu heeft een fietser van rechts voorrang op fietsers, auto's scooters en alle andere bestuurders.
Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
Het aanbrengen van haaientanden geldt toch voorrang verlenen aan kruisende bestuurders. De uitrit situatie geldt verleen voorrang aan het overige verkeer. Door het plaatsen van haaientanden zou er daardoor meer verwarring kunnen ontstaan, zeker ook bij bijvoorbeeld kruisende voetgangers.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Bij een kruispunt zonder voorrangsregeling moet u aan bestuurders die van rechts komen voorrang verlenen. U moet aan alle bestuurders die van rechts komen voorrang verlenen. Dit betekent ook dat u aan fietsers die van rechts komen voorrang moet verlenen. Dit geldt niet voor voetgangers, zij zijn geen bestuurders.
Op het fietspad mag de voetganger de fietsers of bromfietsers die het fietspad gebruiken niet hinderen of in gevaar brengen – fietsers of bromfietsers hebben daar dus voorrang. Op de rijbaan moet de voetganger zo dicht mogelijk bij de rand stappen en links wandelen (zodat men het verkeer ziet aankomen).
Cadzand. In Cadzand zijn grote haaientanden gevonden, zoals van Megaselachus megalodon. De kust voor het Zeeuws-Vlaamse plaatsje Cadzand staat bekend als het rijkste haaientandenstrand van Nederland. Niet verwonderlijk, als je bedenkt dat Zeeland in een ver verleden een warme zee was waarin deze dieren rondzwommen.
De algemene regel is: op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan bestuurders die van rechts komen. Dit geldt ook voor fietsers. Wil je weten wie wanneer voorrang heeft? In dit overzicht worden de voorrangsregels nog eens uitgelegd.
Bescherming door de wet (artikel 185 Wegenverkeerswet)
Dit geldt niet wanneer je als fietser of voetganger wordt aangereden door een motorrijtuig (auto, motor, bromfiets, snorfiets etc.). De wet bepaalt dat de bestuurder van het motorrijtuig aansprakelijk is, tenzij hij overmacht kan bewijzen.
Sinds enkele jaren gelden er weer nieuwe regels, wat betreft fietsers. Fietsers die van rechts komen, hebben vanaf mei 2001 ook in Nederland voorrang op gelijkwaardige kruisingen. Daarmee is een einde gekomen aan de uitzonderingspositie van Nederland in Europa wat betreft de voorrangsregels.
Een fietser die van links komt, moet dus voorrang verlenen aan een auto die van rechts komt. En een auto die van links komt, moet ook voorrang verlenen aan een fietser die van rechts komt. Bestuurders zijn onder andere ruiters, begeleiders van trekdieren, koetsiers, brommers, fietsers en motorrijders.
Als je links of rechts wilt afslaan, moet je altijd je hand uitsteken. rechterhand uit. iemand op de rechterstoep en/of rechts op de rijbaan loopt. In dat geval geldt de regel: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor: je moet de voetganger dan voor laten gaan, voordat je afslaat.
Verkeer dat op de rotonde rijdt, heeft in principe voorrang op verkeer dat de rotonde nadert of verlaat. Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. Op rotondes buiten de bebouwde kom heeft de fietser geen voorrang. Een fietser die de rotonde volgt moet daar voorrang geven aan afslaand autoverkeer.
Bent u als voetganger aangereden door een fietser? Dan bepaalt de verkeerssituatie wie aansprakelijk is voor de schadevergoeding. Volgens de wet zijn voetgangers en fietsers namelijk gelijk aan elkaar in het verkeer. Dit geldt ook als een voetganger wordt aangereden op het fietspad.
Voetgangers mogen het fietspad, het fiets-/bromfietspad, het trottoir of het voetpad gebruiken. Voetgangers mogen de rijbaan gebruiken, indien zij een colonne, een optocht of een uitvaartstoet vormen. Voetgangers mogen wegen binnen een erf (woon- of winkelerf) over de volle breedte gebruiken.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.