Competenties die je zou kunnen hebben, zijn bijvoorbeeld aanpassingsvermogen, stressbestendigheid of leidinggevende kwaliteiten. Met vaardigheden bedoelen we activiteiten waar je goed in bent. Deze activiteiten zijn aan te leren. Je oefent ze in de praktijk.
Vaardigheden zijn dus specifieke, meetbare en aan te leren kwaliteiten die een persoon in staat stellen om bepaalde taken uit te voeren. Competenties zijn echter breder en omvatten naast vaardigheden ook kennis, gedrag en houding.
Competenties zijn jouw vaardigheden en kwaliteiten samen. Dit zijn dus de onderdelen waar je goed in bent en waarmee je je onderscheidt (op werk). Voor sommige competenties heb je al aanleg, en andere kun je verder ontwikkelen. Kijk hier hoe je jouw competenties ontdekt.
Het gaat bijvoorbeeld om vaardigheden als kritisch denken, creatief denken, probleem oplossen, ict-basisvaardigheden, informatievaardigheden, computational thinking en mediawijsheid. Download het model van de 21e eeuwse vaardigheden onderaan deze pagina.
Persoonlijke eigenschappen worden ook wel karaktereigenschappen genoemd. Bij positieve eigenschappen spreek je ook wel van persoonlijke kwaliteiten. Anders dan bij een vaardigheid, heb je voor persoonlijke eigenschappen niet hoeven oefenen. Je 'bent zo' en draait dat niet even 180 graden om.
Zachte vaardigheden kunnen het best worden omschreven als de persoonlijke kwaliteiten, gewoonten, houdingen en sociale gedragingen en maniertjes die beïnvloeden hoe goed mensen werken en met elkaar omgaan.
Bij de vaardigheid motivatie onderzoeken leerlingen waarom ze iets doen en wat hun drijfveren zijn. Ze leren doorzetten en zichzelf te motiveren om hun doelen en die van anderen te behalen.
De definitie van een vaardigheid is: 'een bepaalde taak of activiteit waarin iemand erg bedreven is'. Vaardigheden worden ontwikkeld – én geperfectioneerd – door oefening en praktische ervaring. Het leren en beheersen van een vaardigheid omvat dus meer dan alleen een theoretische kennis van feiten en begrippen.
Organiseren – De juiste inzet van mensen en middelen om effectief een bepaald doel te bereiken. Overtuigingskracht – Mensen meekrijgen in jouw standpunt. Plannen – Tijd, middelen en mankracht effectief verdelen om een bepaald doel te bereiken. Presenteren – Ideeën overdragen aan een groep mensen.
Onder sociale vaardigheden verstaan we al die vaardigheden die mensen nodig hebben om op een bevredigende manier relaties te kunnen aangaan en onderhouden. Daarbij gaat het zowel om vaardigheden in de sfeer van assertiviteit, als om vaardigheden in de sfeer van sensitiviteit.
Het verschil in een notendop
In het kort zijn kwaliteiten aangeboren eigenschappen die je verder kunt ontwikkelen, terwijl vaardigheden specifieke activiteiten zijn die je kunt aanleren.
Waar vaardigheden vooral praktische en meetbare bekwaamheden zijn, zijn kwaliteiten juist de meer persoonlijke en minder eenvoudig meetbare eigenschappen van een persoon.
De term sterke punten zegt het eigenlijk al: dit zijn positieve eigenschappen, oftewel, dingen waar jij goed in bent. Dan hebben we het niet over goed kunnen tekenen (dat is dan weer een vaardigheid), maar bijvoorbeeld wel over behulpzaam zijn.
Door te spreken van 'verbeterpunten' of 'ontwikkelpunten' geef je een slechte eigenschap een positieve lading. Probeer er daarnaast luchtig over te praten en wees bewust van je woordkeuze. 'Overgevoelig' klinkt bijvoorbeeld een stuk negatiever dan 'erg empatisch'.
Goede basisvaardigheden zijn essentieel voor leerlingen. Het helpt hen bij het volgen van andere vakken en bij het functioneren in onze samenleving. Het is daarom belangrijk dat we met elkaar de basisvaardigheden van leerlingen versterken.