De NRS-score (Numeric Rating Scale) en VAS-score (Visuele Analoge Schaal) zijn meetinstrumenten om uw pijnbeleving te scoren. De NRS is een schaal van 0–10, waarbij u een cijfer geeft voor uw pijn. De VAS is een pijnkaart met boze en blije gezichten naast de schaal van 0-10.
Inleiding Pijnmeetinstrumenten zijn een hulpmiddel bij het bepalen van de pijnintensiteit en tevens nuttig om de effectiviteit van de pijnbestrijding (farmacologisch of non-farmacologisch) te bepalen. Bij pasgeborenen en jonge kinderen is het desondanks moeilijk om onderscheid te maken tussen pijn of onrust/angst.
Volwassenen. Een veelgebruikt en betrouwbaar middel om de pijn te meten bij volwassenen is de Visual Analoge Scale (VAS) en de Numeric Rating Scale (NRS).
Twee eenvoudige manieren om pijnintensiteit te meten, zijn de verbale en de numerieke 'rating'-schalen (figuur 1). Bij de verbale schaal (VRS) wordt met behulp van woorden, bij de numerieke schaal (NRS) met behulp van cijfers de intensiteit van de pijn geschat door het aankruisen van een hokje.
De score op de VAS is het aantal millimeters tussen de minimumscore en de door de patiënt aangegeven streep. Interpretatie voor de VAS-schaal (pijn): 0 geeft geen enkele pijn en 100 geeft de meest voorstelbare pijn weer. De sensatie die op de VAS-schaal (1 item) gemeten wordt, is eendimensionaal.
De NRS-score (Numeric Rating Scale) en VAS-score (Visuele Analoge Schaal) zijn meetinstrumenten om uw pijnbeleving te scoren. De NRS is een schaal van 0–10, waarbij u een cijfer geeft voor uw pijn. De VAS is een pijnkaart met boze en blije gezichten naast de schaal van 0-10.
Wat is VAS? De visueel analoge schaal (VAS) is een lijnstuk van 10 cm lengte waarop men een subjectief gevoel of een mening kan uitdrukken op een continuüm. De VAS schaal is het meest bekend in pijnonderzoek, waar de patiënt aanduidt op het lijnstuk hoeveel pijn hij ervaart.
De meest voorkomende pijn is de neurogene of neuropathische pijn. Deze pijn wordt veroorzaakt door schade aan het zenuwstelsel zelf. Neurogene pijn kan zeer heftig en ontregelend zijn. Tastprikkels kunnen als pijnprikkels worden waargenomen.
Een cijfer onder de 4 wordt beschouwd als een acceptabele pijn. Dit wil in principe zeggen dat de patiënt geen extra medicatie of andere interventie nodig heeft om zijn pijn te verminderen (tenzij de patiënt gehinderd wordt door de pijn). Een pijnscore van 4 of hoger geeft aan dat dit wel nodig is.
Pijnmeting. Om te komen tot vroege herkenning en behandeling van pijn gedurende de ziekenhuisopname, wordt geadviseerd bij elke patiënt 3 keer per dag de pijn te meten om zodoende ook acute pijn en fluctuaties gedurende dag inzichtelijk te krijgen (vaak verergerd pijn gedurende de dag).
Bij de VAS markeert de patiënt zelf op een lijn van 10 cm hoe intens de pijn is. Bij de NRS geeft de patiënt zonder visueel hulpmiddel aan hoe intens de pijn is, waarbij een score van 0 staat voor 'geen pijn' en een score van 10 voor 'de ergst denkbare pijn'.
REPOS is een pijnobservatielijst die in eerste instantie ontwikkeld is voor ouderen met dementie. De lijst is in 2021 gevalideerd voor volwassenen met een verstandelijke beperking. REPOS werkt met een instructiekaart waarop 10 gedragingen staan omschreven die als typerend worden gezien voor pijn.
De PACSLAC-D is een observatielijst waarmee pijn kan worden ingeschat en beoordeeld bij mensen met een verstandelijke beperking of dementie die geen of slechts beperkte mogelijkheden hebben om te communiceren. De items van de PACSLAC-D zijn onderverdeeld in drie categorieën: Gelaat en gedrag met tien uitingen van pijn.
De pijnanamnese is een handig en goed hulpmiddel om pijn en de problemen daarom heen in kaart te brengen. Het is een verpleegkundig meetinstrument. In korte tijd krijgt u veel informatie over de pijn van uw cliënt/patiënt.
Het niet regelmatig meten van pijn is één van de belangrijkste redenen voor inadequate pijnbehandeling. Registratie van pijnscores maakt het mogelijk om het effect van pijnbehandeling vast te stellen en de behandeling zo nodig aan te passen.
Als u het moeilijk vindt, kunt u gebruik maken van de volgende richtlijn: 0-1 = geen pijn. 2-3 = lichte pijn. 4-6 = matige pijn.
Iemand heeft chronische pijn als pijnklachten langer dan 3 maanden duren. De oorzaak van de chronische pijn is vaak moeilijk te bepalen. Ook de behandeling ervan is lastig. Er zijn verschillende soorten pijn.
De PAINAD is een beoordelingsschalen voor patiënten met dementie of beperkte uitdrukkingsmogelijkheden en bestaat uit 5 gedragsindicatoren (gezichtsuitdrukking, stemgedrag, ademhaling, lichaamstaal en troostbaarheid) die elk gescoord worden van 0 tot 2.
Bij zenuwpijn voelt u een tintelende, prikkelende, branderige pijn. U kunt heftige pijnscheuten hebben. Mensen beschrijven dit ook wel als 'elektrische' of 'schietende' pijn. De pijn blijft vaak lang: weken of maanden.
Zenuwpijn kan komen door: Neuropathie, daarbij is er schade aan de zenuwen ontstaan door bijvoorbeeld ziektes aan de schildklier of nieren. Ook diabetes (type 1 of type 2) is een veelvoorkomende oorzaak van neuropathie. Een beknelde zenuw, dit komt voor bij carpaletunnelsyndroom.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen drie soorten pijn: pijn van korte duur (acute pijn) bij verwondingen. pijn van lange duur (chronische pijn) waarmee een patiënt leert leven (bijvoorbeeld bij reuma) pijn bij dodelijke ziekten zoals kanker.
VAS activiteiten zijn gericht op het toevoegen van waarde aan individuele goederen (zoals het aanbrengen van labels of het assembleren van producten), terwijl VAL activiteiten zich richten op het toevoegen van waarde aan de hele logistieke keten om procesoptimalisatie en ketensamenwerking te bewerkstelligen.
De VAS staat voor Visual Analogue Scale en bestaat uit een horizontale lijn van 10 cm waarbij de patiënt met een verticaal streepje de pijn moet aangeven tussen geen pijn en ergst denkbare pijn. Aan de achterkant is een getal af te lezen tussen 0 en 10 (figuur 1).
De Borg RPE-schaal is een 15-puntsschaal (6 tot 20) die gebruikt wordt om subjectieve ervaringen tijdens fysieke belasting te beoordelen. Deze subjectieve belastingsschaal kan helpen bij het inschatten van belastingsverschijnselen, zoals de mate van inspanning, de belastingsgraad en vermoeidheid.