De eerste symptomen van ODD ontstaan meestal vanaf het vierde levensjaar. Soms zelfs al daarvoor. ODD komt twee maal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. Bij meisjes verloopt het agressieve gedrag veel subtieler zodat minder snel de diagnose ODD gesteld wordt.
Kinderen met ODD (opstandig gedrag) zijn met regelmaat ongehoorzaam, driftig, zoeken ruzie en zijn snel gefrustreerd. Kinderen met CD (normoverschrijdend gedrag), pesten, bedreigen en intimideren en hebben een gebrek aan respect voor anderen. Bij iedere peuter en kleuter kennen we de zogenaamde koppigheidsfase.
Er is nog geen duidelijke aanwijzing voor de oorzaak van ODD. Er wordt uitgegaan van een combinatie van een bepaalde aanleg en omgevingsfactoren. Een aangeboren temperament van een kind kan een rol spelen, maar ook aandachtsproblemen, impulsiviteit, pesten en wellicht gepest worden of een inconsistente opvoeding.
De prevalentie van de ODD is geschat op 3%, met een brede spreiding tussen de verschillende onderzoeken. De prevalentie van de CD is geschat op 2%, waarbij ook een brede spreiding is tussen de verschillende onderzoeken. ODD komt even vaak voor bij jongens als bij meisjes.
Diagnose van oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD)
Het is zeer belangrijk dat ouders met een kind met de ODD kenmerken, naar de huisarts gaan om dit te bespreken. De huisarts kan je doorverwijzen naar Youz, het kind- en jeugdonderdeel van Parnassia Groep. Youz heeft ook een informatielijn.
Wanneer ouders zelf psychische problemen hebben, veel alcohol of drugs gebruiken, vaak ruzie hebben, vergroot dit de kans dat kinderen ODD zullen ontwikkelen. Kinderen van moeder die gerookt hebben tijdens de zwangerschap blijken ook een grotere kans te hebben om ODD te krijgen.
Als kinderen ODD hebben, is er vaak sprake van comorbiditeit. Dat wil zeggen dat de aandoening samengaat met andere ziektebeelden. Stoornissen waar ODD vaak mee samengaat zijn ADHD, autisme of een reactieve hechtingsstoornis. Door het samengaan met andere ziektebeelden, is de diagnose ODD niet eenvoudig te stellen.
Een kind met ODD opvoeden kan een hele uitdaging zijn. Toch kan er met begeleiding van buiten af en met de juiste aanpak een hoop verbetering bereikt worden. De stoornis is niet te genezen maar de ouders en het kind (en de omgeving van het kind) kunnen wel beter leren omgaan met het ODD-gedrag.
Een kind met ODD is vaak heel dwars en opstandig, terwijl kinderen met CD vooral antisociaal gedrag vertonen, zoals vechten, liegen of stelen. Een ODD kan later in de ontwikkeling overgaan in een CD. Een ODD kan ook de voorbode zijn van andere stoornissen, zoals angst en depressie.
Over het algemeen bestaat de behandeling in eerste instantie uit psychotherapie voor het kind en de ouders. Het is ook belangrijk dat de school zich verdiept in de kenmerken van ODD of CD. Verder kunnen ouders begeleiding krijgen bij de opvoeding, en het kind gedragstherapie.
Een kind met een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (odd) is opstandig, dwars, driftig en zeer moeilijk opvoedbaar. De afkorting odd komt van de Engelse term oppositional defiant disorder. Bij odd is er sprake van zowel gedrags- als stemmingsproblemen.
Farmacotherapie heeft in de behandeling van odd en cd een vaste plaats ingenomen, in het bijzonder bij comorbiditeit met adhd en bij ernstige agressie. Bij comorbiditeit met adhd worden psychostimulantia zoals methylfenidaat gebruikt.
Kinderen met ODD spelen ouders vaak tegen elkaar uit. Probeer als ouders op 1 lijn te staan, maar blijf wie je bent. Leer wenselijk gedrag te belonen. Geef grenzen aan ten aanzien van het gedrag, zonder het kind zelf af te wijzen.
Woede-uitbarstingen zijn een teken van onbehagen bij je kind: je kind voelt zich niet goed. Dit onveilige en onaangename gevoel kan door uiteenlopende redenen zijn ontstaan: o.a. angst, onzekerheid, frustratie, overprikkeling, verdriet, negatieve emoties van anderen of door het gemis van anderen.
Het kan zijn dat je kind een gedragsstoornis heeft. Elk kind is anders, dus ook alle kinderen met een gedragsstoornis. Iedereen kan het op een andere manier ervaren. Er zijn twee verschillende soorten: Oppositioneel opstandig gedrag (ODD) en Antisociaal gedrag (CD).
Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden. Mogelijke oorzaken voor gedragsproblemen zijn een niet-stabiele opvoeding of het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen zoals geweld of seksueel misbruik. Gedragsproblemen kunnen voorkomen bij kinderen en bij volwassenen.
Je kind kan om verschillende redenen boos worden: bij teleurstelling, als iets oneerlijk gaat, bij kritiek, als iets anders gaat dan je wilt. Boosheid helpt je kind om voor zichzelf op te komen, maar kan ook belemmeren om situaties op een handige manier op te lossen.
Waarom kinderen boos worden
Het iets doet wat het nog niet helemaal kan of wat nog niet goed lukt. Je kind kan nog te jong zijn om de handeling uit te voeren of het heeft gewoon nog wat meer oefening nodig. Je kind wordt boos uit frustratie. Er grenzen opgelegd worden, waar je kind het niet mee eens is.
De prevalentiecijfers van odd, naar schatting 3%, en cd, naar schatting 2% van de kinderen en jongeren, maakt duidelijk dat het om aanzienlijke aantallen gaat.
Een beetje autistisch bestaat niet. Of je hebt autisme, of je hebt het niet. Desondanks komt het regelmatig voor dat mensen aangeven kenmerken die bij autisme passen, bij anderen of zichzelf te herkennen.
Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.
ODD en medicatie
Mogelijk gebruiken de jongeren die bij ons komen medicatie, bijvoorbeeld Methylfenidaat (als ook sprake is van ADHD, ADD of autismespectrumstoornis) of kalmeringsmiddelen zoals benzodiazepinen.
Creëer een plekje waar je kind boos kan en mag zijn, bijvoorbeeld de bank met een paar kussens om op te slaan, zodat hij zichzelf niet bezeert. Geef je kind tijdens de driftbui niet teveel aandacht. Voor sommige kinderen werkt het kalmerend als je hem even stevig vasthoudt en geruststellend toespreekt.