Het bestaat uit alle levende dingen, planeten, sterren, sterrenstelsels, stofwolken, licht en zelfs tijd. Voordat het heelal werd geboren bestonden tijd, ruimte en materie niet. Het heelal bevat miljarden sterrenstelsels die elk miljoenen of miljarden sterren bevatten.
Het sterrenstelsel HD1 lijkt op zo'n 33,4 miljard lichtjaar afstand van de aarde te staan. Daarmee zou dit het verste object zijn dat ooit is gezien. De extreme helderheid ervan stelt astronomen voor een raadsel. Het sterrenstelsel HD1 is mogelijk het verste object dat astronomen ooit hebben ontdekt.
De aarde bevindt zich dicht bij het centrum van het zonnestelsel, op ongeveer 150 miljoen kilometer, ofwel 8 lichtminuten van een gele dwerg, die bekendstaat als de zon. De aarde draait rond deze gele dwerg met een gemiddelde snelheid van 30 km/s.
Als je ver genoeg het heelal in reist, zou je weleens kunnen uitkomen bij de plek waar je vertrok. Uit metingen van de Plancksatelliet blijkt namelijk dat het universum bolvormig zou kunnen zijn in plaats van plat. Dat zou alles wat we denken te weten over de kosmos op zijn kop zetten.
Hoe ons heelal eruit ziet, weet niemand. En misschien zullen we het ook nooit zeker weten. We kunnen namelijk niet even buiten het heelal stappen om zijn vorm eens goed te bekijken. Bovendien zorgt de uitdijing van het heelal ervoor dat de verste regionen sneller bij ons vandaan bewegen dan de snelheid van het licht.
Het bestaat uit alle levende dingen, planeten, sterren, sterrenstelsels, stofwolken, licht en zelfs tijd. Voordat het heelal werd geboren bestonden tijd, ruimte en materie niet. Het heelal bevat miljarden sterrenstelsels die elk miljoenen of miljarden sterren bevatten.
In de praktijk kun je het totale heelal gerust als oneindig beschouwen. Van het totale heelal zien we echter maar een klein gedeelte, het zogenaamde waarneembare heelal. De oorzaak hiervan is dat het heelal een eindige leeftijd heeft (en dus niet oneindig oud is).
Kort antwoord: 13,82 miljard jaar.
Edwin Hubble wordt gezien als een van de belangrijkste Amerikaanse sterrenkundigen van de vorige eeuw. Vooral vanwege de ontdekkingen die hij hier deed. Dit is echt een opname die ligt aan de basis van de ontdekking hoe groot is het heelal eigenlijk en hoe evolueert dat.
Het is heel aannemelijk dat er meerdere – misschien wel ontelbaar veel – heelallen bestaan. Deze heelallen maken dan weer deel uit van een groter geheel. Dit noemen onderzoekers het multiversum.
Proxima Centauri is ongeveer 38 000 000 000 000 km (achtendertig miljoen miljoen kilometer) hier vandaan. Dat is zo ver weg, dat wanneer een ruimtevaartuig naar deze ster zou reizen, het ongeveer 75 000 jaar duurt om er te komen.
Sterrenstelsels, zoals de Melkweg, worden door de onderlinge zwaartekracht bijeengehouden in clusters, en die vormen samen weer superclusters. Met een diameter van 1 miljard lichtjaar is de BOSS Great Wall het grootste object dat ooit is waargenomen.
Het waarneembare heelal is maar een deel van het geheel. Wij kunnen niet verder kijken dan een kleine 14 miljard lichtjaar, omdat het licht van verder weg gelegen delen in het heelal sinds de oerknal nog niet voldoende tijd heeft gehad om de aarde te bereiken.
Astronomen hebben een ster ontdekt op meer dan 27 miljard lichtjaar afstand van de aarde. Het is de verste ster die ooit is waargenomen. Het licht van de ster heeft veel tijd nodig gehad om door het heelal naar ons toe te reizen. Daardoor zien we hem zoals hij er slechts 900 miljoen jaar na de oerknal uitzag.
De mate waarin het heelal uitdijt, noemt men de Hubble-constante, en die bedraagt volgens de nieuwe berekeningen 73,2 km per seconde per megaparsec (3,26 miljoen lichtjaar).
Vrijwel tot aan de zogeheten waarnemingshorizon, op 13,8 miljard lichtjaar afstand. Langer antwoord: Hoe groter een telescoop is, hoe meer licht hij opvangt en hoe verder hij in het heelal kan kijken. Met het blote oog kun je niet verder kijken dan 2,5 miljoen lichtjaar - de afstand tot het Andromedastelsel.
Niet 'waarom' maar 'hoe' kan iets uit niets zijn ontstaan? Kort samengevat luidt zijn antwoord als volgt. De lege ruimte bevat (vacuüm)energie. Volgens de onzekerheidsrelatie van Heisenberg zullen uit de lege ruimte tijdelijk allerlei virtuele deeltjes ontstaan, bestaande uit materie en antimaterie.
Men heeft het over naar ruwe schatting 10100 tot 10500 mogelijke universa die samen een landschap van mogelijke universa vormen. Ons eigen universum neemt slechts één vallei in temidden van dit schier oneindige berglandschap van mogelijke universa. Alle universa die gerealiseerd zijn, vormen samen een multiversum.
Het eerste bewijs voor leven op aarde komt van 3,5 miljard jaar oude fossielen van oeroude bacteriën. Wetenschappers denken daarom dat het eerste leven een cel was. Die cel zou bijna 4 miljard jaar geleden voor het eerst in onze oceaan hebben gezwommen.
De meeste sterrenkundigen geloven dat het heelal met een oerknal (Big Bang) is begonnen, zo'n 14 miljard jaar geleden.
De oerknal was een geluidloze knal, omdat geluid ontstaat op het moment dat trillingen ergens tegenaan komen. En laat er nou net niets zijn geweest waar deze trillingen tegenaan konden botsen. De klomp energie, die de basis vormde voor alles in het heelal, explodeerde. Daardoor werd alle materie uit elkaar getrokken.
Sterren ontstaan door het samentrekken van gaswolken (nevels) die wel enkele lichtjaren – de afstand die licht aflegt in een jaar tijd – breed kunnen zijn. De ineenstorting ontstaat onder de invloed van zijn eigen gewicht en de zwaartekracht. Dit proces kan enkele honderdduizenden jaren duren.
Het waarneembare heelal
Je zou dus denken dat het waarneembaar heelal een diameter van 27,6 miljard lichtjaar zou moeten hebben. Echter omdat het heelal al die tijd bezig is met uitzetten, is de diameter veel groter en die wordt geschat op 93 miljard lichtjaar.
Zo hebben de kleinste hoofdreekssterren een diameter ongeveer gelijk aan die van Jupiter (143.000 km), EBLM J0555-57Ab is zo'n ster en is sinds de ontdekking n 2017 de kleinste bekende ster. De grootste sterren kunnen een diameter van miljarden kilometers hebben, zoals bij de zogeheten rode hyperreuzen.
Het universum wordt kleiner en kleiner en steeds warmer. Uiteindelijk stort alle materie in zwarte gaten ineen, die vervolgens fuseren tot één gigantisch zwart gat of Big Crunch-singulariteit (een singulariteit is een punt met een bijna oneindig grote dichtheid).