Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen.
Een kleine afwijking in het natuurlijk taalsysteem in de linkerhersenhelft maakt het moeilijker voor dyslectici om gelezen en gesproken taal te matchen. Dyslexie kan erfelijk zijn: 60% van de dyslectische kinderen heeft een ouder die ook dyslectisch is. Het kan de kans op laaggeletterdheid vergroten.
Zij hebben zó veel moeite met lezen en schrijven, dat ze zich onvoldoende kunnen redden in onze samenleving. Laaggeletterden hebben vaak moeite met alledaagse dingen, zoals het lezen van (eenvoudige) informatiefolders of brieven. Maar ook het invullen van papieren is lastig. Voorlezen gebeurt nauwelijks.
Mensen met financiële problemen hebben vaker een lagere leesvaardigheid. 50,3% van de onderzochte mensen bij Kredietbank Nederland en Syncasso valt in de risicogroep voor laaggeletterdheid (Keizer, 2018). De kwetsbare groep laaggeletterden komt niet makkelijk binnen bij de schuldhulpverlening.
Wat is laaggeletterdheid? Laaggeletterdheid is een term voor mensen die grote moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen.
Mensen die laaggeletterd zijn, ouderen, mensen met een lage opleiding en mensen met een migratieachtergrond zijn vaker minder gezondheidsvaardig. Beperkte gezondheidsvaardigheden hangen deels af van opleidingsniveau, maar ook hoger opgeleiden kunnen moeite hebben om medische informatie te begrijpen.
Mensen die laaggeletterd zijn, zijn geen analfabeten. Ze kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen niet het eindniveau vmbo of niveau mbo-2/3.
Laaggeletterdheid en dyslexie
Hoewel dyslexie ook letterlijk betekent dat iemand beperkt kan lezen, zijn dyslexie en laaggeletterdheid niet hetzelfde. Dyslexie is namelijk een hersenaandoening, waarbij de samenwerking tussen twee hersengebieden niet goed gaat, waardoor iemand niet goed kan lezen en schrijven.
De informatie voor laaggeletterden is op A2/1F taalniveau. Na doorklikken krijgt de lezer verdiepende informatie. Deze informatie is voor helpers en professionals. Dus mag deze informatie op B1/2F taalniveau zijn.
Minder gezond
Ook hebben zij een grotere kans eerder te sterven, maken ze meer gebruik van huisartsenzorg en ziekenhuiszorg en minder gebruik van preventieve zorg en nazorg. Daarnaast hebben laaggeletterden met een chronische ziekte meer moeite met zelfmanagement en meer kans op slechtere gezondheidsuitkomsten.
Mensen die laaggeletterd zijn en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden hebben moeite om informatie over ziekte en gezondheid te vinden, te begrijpen en toe te passen. Denk aan mensen met een lage opleiding, ouderen en migranten. Zij hebben vaker chronische ziekten en psychische problemen.
Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen.
Welke aanpak werkt bij lage gezondheidsvaardigheden? Mensen met lage gezondheidsvaardigheden kunnen hulp gebruiken bij het nemen van gezondheidsbeslissingen, maar dit wil niet zeggen dat zij niet actief kunnen participeren of dat samen beslissen voor hen niet mogelijk is.
Uit het vervolgonderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC) blijkt dat laaggeletterdheid de Nederlandse samenleving jaarlijks bijna 1 miljard euro kost. Hogere gezondheidskosten, kosten voor uitkeringen, lagere productiviteit van de laaggeletterden die werken en gemiste belastinginkomsten zijn de grootste kostenposten.
1 op de 9 Nederlanders is laaggeletterd en heeft bijvoorbeeld moeite met het lezen van medicijnvoorschriften of het berekenen van insulinedoses. Dat betekent 1,3 miljoen volwassenen (11.9% van Nederlandse beroepsbevolking van 16 - 65 jarigen).
Voorlezen stimuleert de taalontwikkeling van je kind. Je kind maakt kennis met nieuwe onderwerpen en nieuwe woorden. Ook staat er in boeken vaak beschreven wat iemand denkt en voelt. Die verhalen geven kinderen inzicht in wat zich afspeelt in je hoofd.
“Voorlezen draagt bij tot een beter taalgevoel en taalbegrip. Kinderen leren ook beter luisteren en trainen hun concentratievermogen.” Bovendien draagt voorlezen bij tot een beter taalgevoel en taalbegrip. Kinderen leren immers dat letters en woorden een betekenis hebben, en krijgen zo meer inzicht in taalgebruik.
De wijzer bestaat uit signalen en uitspraken van laaggeletterden. De signalen zijn vaak hetzelfde: iemand wordt nerveus als hij of zij iets moet lezen of opschrijven, vermijdt ze, leest nooit de post en reageert niet op schriftelijke uitnodigingen.