De kleur van het vocht verschilt per soort MRI-scan. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen T1- en T2-magnetisatie. Het verschil zit in de duur van de perioden waarin radiogolven worden uitgezonden. Op T1-beelden wordt vocht zwart afgebeeld, terwijl op T2-beelden water juist wit wordt afgebeeld (zie afbeelding 1).
Soms zijn de ruimtes rondom bloedvaten van de hersenen (de Virchow Robin ruimtes of perivasculaire ruimte/PVS) wat vergroot. Dat wordt ook gezien als witte vlekjes op de scan. Dat is niet per sé een afwijkende situatie. Dat komt bij ongeveer de helft van de mensen voor.
Bij een leukodystrofie gaat er iets mis met de witte stof in je hersenen. Als dit door een foutje in je genen komt, dan noemen we het een leukodystrofie. Door deze ziekte krijg je vaak problemen met denken en bewegen.
Paramagnetische contrastmiddelen, zoals gadolinium, zien er wit uit.
Gebieden waar geen water is, zoals lucht of bot, geven geen signaal en zijn zwart op de scan.
Achtergrondaankleuring. Een MRI-scan werkt met contrastmiddel. Het contrastmiddel zorgt ervoor dat organen en weefsels zichtbaar zijn op de MRI-scan. Dat heet aankleuring.
De bevindingen op de röntgenfoto zijn heel wisselend. Meest voorkomend is een verdichting in het longweefsel, die te zien is als een witte bol. Soms is een atelectase de enige afwijking, soms is er een verbreding van het weefsel zichtbaar achter het borstbeen of zit er vocht tussen de longvliezen.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van je lichaam, of van een deel ervan. Het apparaat werkt met een magneetveld, radiogolven en een computer. Met een MRI-scan kan de arts een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Om acute ontstekingshaarden in beeld te brengen, en zo een beeld te krijgen van ziekte-activiteit, wordt het MRI-contrastmiddel gadolinium. Gadolinium geeft een signaal op een MRI-beeld. Gadolinium kan de bloed-hersenbarrière niet passeren.
Ontstekingsprocessen hebben een verhoogde stofwisseling en kunnen met de PET-scan afgebeeld worden. Met de CT-scan kan de exacte locatie van de ontstekingsprocessen worden bepaald.
De witte stof zit aan de binnenkant van je hersenen en bestaat uit de verbindingen tussen de zenuwcellen. Om deze verbindingen heen zit een wit isolatielaagje (myeline), vandaar de naam witte stof. Dit laagje zorgt ervoor dat signalen tussen zenuwcellen razendsnel worden doorgegeven.
De witte stof in de hersenen heeft als functie het verzorgen van de communicatie tussen de zenuwcellen. De witte kleur komt van de myeline, het omhulsel dat voor de elektrische geleiding zorgt. Het axon stuurt informatie door naar andere hersencellen en ruggenmerg (het centraal zenuwstelsel).
Plek in de hersenen alzheimer
De plek waar zenuwcellen bij alzheimer vaak als eerst kapotgaan is de hippocampus. Dit is een klein hersengebied gelegen in de slaapkwab of 'temporale kwab'. Door beschadiging van de hippocampus kan iemand moeilijker nieuwe dingen onthouden.
Witte vlekken zijn wetenschapsgebieden waar in Nederland ten onrechte geen onderzoek in wordt gedaan.
'Wij zoeken naar ontstekingen in de gewrichten, de pezen of de botten in de buurt van gewrichten', legt Mangnus uit. Op een scan zie je zulke ontstekingen als witte vlekken, die zijn er bij mensen zonder klachten niet vaak, maar het is nog niet bekend welke MRI's normaal zijn.
Werking van de hartkleppen. De hartkleppen komen bij een echo van het hart vrij goed in beeld. De dokter kijkt of er calcium aanwezig is (zichtbaar als een extra witte vlek) en hoe de klep beweegt, of deze zich volledig opent en sluit.
U krijgt de uitslag niet meteen te horen. Een radioloog beoordeelt het MRI-onderzoek. De uitslag hiervan komt terecht bij uw behandelend arts. Die neemt vervolgens contact met u op en bespreekt de uitslag met u.
Een MRI werkt met magnetische straling. Bij dit onderzoek zijn daarom zijn metalen voorwerpen zoals brillen, sieraden, piercings, beugels en metalen gebitsprotheses niet toegestaan. Je ligt tijdens het onderzoek stil op een soort tafel die in de smalle tunnel geschoven wordt.
Wat kun je niet zien op een MRI-scan? Een MRI-scan laat niet zien hoe de organen werken, daarvoor is bloedonderzoek nodig. Ook klachten die ontstaan in een bepaalde houding of situatie kun je met een MRI niet beoordelen.
De huisarts of specialist kan een aantal onderzoeken voorstellen om vast te stellen of het om uitzaaiingen gaat, zoals een bloedonderzoek, PET-CT-scan, longfoto of CT-scan van de borstkas, echografie van de lever of CT-scan van de buik, botscan of MRI-scan.
Waar vroeger een stukje weefsel van de tumor nodig was om de cellen te analyseren, kan men nu tumordeeltjes in het bloed zien. Daarom spreekt men van een vloeibare biopsie. De vloeibare biopsie detecteert rondzwervend gemuteerd DNA, dat wordt afgegeven in het bloed door kankercellen.
Je krijgt in 1 keer een PET-scan en een CT-scan. Zo is goed te zien waar in het lichaam de kankercellen precies zitten. Met de CT-scan wordt duidelijk of er uitzaaiingen in andere botten zitten. Met de PET-scan kan de arts uitzaaiingen op andere plekken van het lichaam opsporen.
Witte pigmentvlekken zijn witte vlekken op je huid. Ze kunnen ontstaan doordat je huid verbrand is, maar het kan een ook een permanente aandoening zijn, zoals vitiligo. Je kunt ze dus al vanaf je geboorte hebben, maar ze kunnen ook op latere leeftijd ontstaan.
Tijdens gewone veroudering ontstaan er kleine witte stof afwijkingen in de hersenen. Men neemt aan dat dit berust op incomplete infarcering, mogelijk door vaatwandveranderingen, met als gevolg een lichte demyelinisatie. 2 Dergelijke haardjes zijn initieel vaak klein, en in de diepe witte stof gelegen.
Op een röntgenfoto is de tumor vaak goed te zien. Een MRI scan wordt gemaakt om de precieze lokalisatie en de eventuele uitbreiding in de weken delen te bepalen.