De wespen die in de zomer overlast geven zijn werksters. Zij vliegen uit om eten te verzamelen als het wespennest is volgroeid, meestal eind juli. De wespen komen dan vooral af op zoetigheid, maar ook op vlees. Zolang ze geen overlast bezorgen, hoef je ze niet te bestrijden.
De wespen die wél naar ons toe komen vliegen, komen niet voor ons. Het is de geur van eten en drinken die ze richting ons trekt. "Daarom worden ze ook wel limonadewespen genoemd."
Raap gevallen fruit op en dek het af. Fruit lokt namelijk veel wespen. Hang een nep nest op je terras of balkon. Hiermee misleid je de wespen: die komen namelijk niet in de buurt van andere wespennesten.
Wespen houden ontzettend van zoetigheid, maar zijn bijvoorbeeld niet dol op de geur van citroen, geranium en kruidnagel. Als je deze dus in je kruidentuin plaatst, zal je niet zo snel last van wespen hebben.
Wespen zijn eigenlijk alleen maar overdag actief. Harde zomerstormen en winden kunnen halverwege de zomer een probleem zijn voor de wespen. Ze kunnen dan door de wind meegeblazen worden, naar ver bij het nest vandaan.
Wanneer je een wesp doodslaat, komt er uit hun gif een feromoon vrij dat wespen in de buurt lokt en ze agressief maakt. Het zijn zeer sociale beestjes, en wanneer ze het kadaver van een soortgenoot zien liggen of er eentje gevangen zien onder een doorzichtig glas, zullen ze waarschijnlijk wraak nemen en aanvallen.
Een wesp heeft niet lang te leven. Afhankelijk van de wespensoort leeft een wesp tussen de 12 en 22 dagen. Wespenkoninginnen leven altijd langer. Zo kan een koningin ongeveer een jaar oud worden.
Zo lusten verschillende vogels waaronder de gierzwaluw, wespendief en grauwe vliegenvanger graag een wesp. Maar ook kikkers, spinnen en andere insecten zoals libellen doen zich graag tegoed aan een stekelige maaltijd.
Zoet nectar en stuifmeel is aantrekkelijk voor insecten en zowel de planten als de beestjes waren afhankelijk van dit proces. Voor bomen en planten is deze manier van bestuiving efficiënter dan via de wind, en insecten komen op deze wijze makkelijk aan voedsel. Wespen eten nu voornamelijk plantaardig.
Kies er bijvoorbeeld voor om wierook te branden om wespen preventief te weren. De geur van azijn is erg overheersend en hierdoor onaantrekkelijk voor de gestreepte insecten. Azijn in direct zonlicht kan de geur versterken, waardoor je zelf ook liever niet langer in de tuin wilt vertoeven.
Let bij je kledingkeuze ook op dat het geen wijde mouwen heeft. Wespen kunnen hier makkelijk invliegen en zich vervolgens in het nauw gedreven voelen en je steken. Probeer die boze wesp dan nog maar eens uit je mouw te krijgen. Eigenlijk kun je het beste kleding dragen die je huid bedekken.
Kruidnagel heeft een sterke aangename geur die wespen niet fijn vinden. Zet een bakje warm water met een klein handje kruidnagelen op tafel om een goede wespwerende geur te verspreiden. De waterzaktruck werkt tegen vliegen en wespen en lijkt behoorlijk abracadabra, maar werkt in de praktijk perfect.
Niet doodslaan
Er komt dan namelijk wat gif vrij uit de angel, wat ervoor zorgt dat andere wespen in de buurt agressiever reageren of zelfs op de geur afkomen. Slaat u toch een wesp dood, verwijder die dan meteen en maak het oppervlak schoon, zodat de geur zich niet verspreidt.
Wespen kunnen alleen met voedingsstoffen van buiten op kracht blijven. Wespen gaan daarom instinctief de kant op van het daglicht. Zodra het buiten donker wordt, of de uitvliegopening vanuit het nest wordt geblindeerd, dan laten ze zich leiden door een andere lichtbron. Vaak zijn dit de ramen en deuren in huis.
In tegenstelling tot de bij heeft een wesp geen weerhaakjes aan zijn angel en houdt hij zijn angel als hij steekt. De wesp kan hierdoor meerdere keren achter elkaar steken en zal hier nooit dood aan gaan.
Een wesp is agressiever dan een bij
Over het algemeen zijn wespen niet agressiever dan bijen. Het enige verschil is dat wespen, met name de Gewone en de Duitse wesp, op zoetstoffen afkomen. En die vinden ze vaak in de buurt van mensen. Aanvankelijk krijgen wespen hun portie zoet in het nest.
Bijen en wespen vinden dikwijls onderdak in hun nestgangen. Sommige slapen in of op bloemen, wat soms tot slaapgezelschappen leidt. Andere slapen graag met de kaken vastgeklemd aan een plant.
Voldoende licht om te vliegen
Wespen oriënteren zich bij het vliegen op objecten. Als het te donker is, zijn ze niet meer in staat om hun weg te vinden. De lichtintensiteit waarop wespen besluiten om in de ochtend te gaan vliegen is lager dan het moment waarop ze besluiten het nest niet meer te verlaten in de avond.
Je lichaam reageert op het gif dat de wesp inspuit door een stof aan te maken. Deze stof heet histamine. Histamine helpt het lichaam te reageren op lichaamsvreemde stoffen, maar veroorzaakt ook jeuk en zwelling.
Wespen eten graag voedsel met veel suikers. Deze suikers halen ze onder andere uit bessen, vruchten en soms honing. Daarnaast drinken ze de nectar van bloemen. Het suikerrijke voedsel zorgt er voor dat wespen de larven goed kunnen voeden.
De beste tip om wespen te verjagen
In een wespennest leven tot wel 7.000 wespen. Als die met z'n allen boos op je worden, kun je je voorstellen wat er gebeurt. De aller beste tips is dan ook: Bel een professionele wespenbestrijder bij jou uit de buurt om de wespen te verjagen.
Je kunt wespen lokken met zoetigheid, want je weet immers zeker dat ze daar op afkomen. Wat je doet? Van een plastic fles maak je een wespenval en je vult de fles met een zoete vloeistof, zoals limonade.
Het wespenseizoen gaat eind juni, juli of begin augustus van start. In de zomer dus. Een wespennest is dan helemaal volgroeid en alle larven zijn volwassen wespen. Er zijn geen larven meer over die volwassen wespen voeden met zoet braaksel.
Wespen in augustus
Mensen ervaren de meeste wespen overlast in augustus. De larven eten vanaf dat moment namelijk planten, en moeten dus het nest verlaten op zoek naar voedsel.
Territorium. Hoe hoger de luchttemperatuur hoe verder wespen zich van hun nest zullen verwijderen om voedsel te halen, doorgaans is deze afstand niet groter dan enige honderden meters, max. ca. 1 km.