Deze plant geeft je tuin een mediterraan sfeertje. Maar deze bladhoudende heester heeft nog meer pluspunten. Zo zijn hommels en andere insecten dol op lavendel en is deze tuinplant mooi wintergroen. Als je lavendel goed snoeit, kun je er bollen of haagjes van maken: rustpunten in de tuin.
Plant lavendel nooit in bemeste tuinaarde. Bemeste tuinaarde is namelijk dodelijk voor de plant. Lavendel bemesten is sterk af te raden, de plant kan hiervan doodgaan. De plant bloeit het beste in kalkrijke grond.
Lavendel is prima te combineren met rozen of met andere planten uit het Middellandse Zeegebied, zoals Santolina. Vanwege het wintergroene blad ook goed in de border toe te passen of als opvulling van (buxus)vakken. Op de juiste plek is een haagje van lavendel te maken, bijvoorbeeld in de kruidentuin.
Je kan lavendel het hele jaar door planten. Wanneer je ze in de lente plant, kan je ze in de zomer al bewonderen. Wanneer je ze in droge zomermaanden plant, moet je ze goed bewateren. In de herfst is het meestal vochtig genoeg en moet je ze niet bewateren wanneer je ze dan aanplant.
Met takjes gedroogde lavendel kun je bijvoorbeeld zelf scrub, geurzakjes en lavendelolie maken of je duikt de keuken in voor thee en zelfgemaakt lavendelijs.
De lavendel is één van de makkelijkste planten om te snoeien, want het enige wat je hoeft te doen is takjes met de dode, uitgebloeide bloemetjes weghalen. Dat mag vrij rigoureus: je kunt met een heggenschaar alle dode takjes wegknippen tot een hoogte van ongeveer 15 tot 20 cm. Na de bloei snoei je dus tot ⅓ terug.
Planten en verzorgen
Verder heeft de plant nauwelijks verzorging nodig. Lavendel hoef je geen mest en ook geen water te geven. Geef alleen lavendel in pot af en toe water en planten in de volle grond alleen bij aanhoudend extreem warm en droog weer.
Lavendel is een zonneaanbidder en houdt van zeer zonnige, warme plaatsen. Een ideale plek is te vinden in het bovenste gedeelte van een kruidenspiraal, een zonnig rozen- of vaste planten perk, een zonnige omranding, op een muur of in een pot op het zonnige terras.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
U kunt wel zelf een combinatie maken van hortensia en lavendel. Het is een zomerbloeiende border. Hortensia snoeit u een keer per jaar, lavendel twee keer per jaar. Op die manier blijven ze jaren mooi.
De lavendel heeft niet heel veel water nodig. Lavendel in pot kun je het beste, als het niet geregend heeft, 2x per week water geven. Wanneer de lavendel in de tuin staat geef je hem alleen water als het erg warm en droog is. Let wel op dat je bij aanplanten in het begin ruim water geeft.
Omdat mediterrane planten van oorsprong vaak van plekken komen waar zij langere tijd te maken hebben met droogte en hitte, zijn dit ook goede keuzes voor wie op zoek is naar planten die daar tegen kunnen. Denk bijvoorbeeld aan lavendel, Agapanthus, Yucca, Cypres of olijfboom.
HILLEGOM – Lavendel behoort tot die groep van planten die gek is op bijen, hommels en vlinders. Ze bieden deze onmisbare insecten een feestmaal, de hele zomer door. En als klap op de vuurpijl verspreidt lavendel ook nog eens een heerlijke geur.
Mensen houden dus ontzettend van lavendel. Vliegen, muggen, wespen, mieren, motten en slakken blijven liever weg van de plant. Lavendel is een heerlijk geurende én groenblijvende heester. Het is bovendien een sterke plant die goed tegen droogte en felle zon kan, maar ook bestand is tegen een beetje vorst.
Voor lavendel geldt dat je twee keer per jaar snoeit, en dit: Voor de bloei: in het voorjaar, na de winter (maart-april). Opgelet, het mag niet meer vriezen! Na de bloei: in het najaar, in september.
Lavendel is een sterk geurend, struikachtig kruid. De planten houden van een kalkrijke grond. Lavendel is meerjarig en gaat vanaf het tweede jaar bloeien.
Bij lavendel moet onderscheid worden gemaakt of het een winterharde of een vorstgevoelige soort is. Bij gewone lavendel zijn winterbeschermingsmaatregelen die plaatsvinden na de eerste nachtvorst meestal voldoende. Iets eerder, vóór de eerste nachtvorst, trekt de kwetsbare lavendel de winterverblijven in.
Lavendel is niet zo'n heel erg veeleisende plant. Daarom groeit de plant in veel tuinen goed. Alleen natte voeten heeft lavendel echt een hekel aan. Bij te natte grond is lavendel erg gevoelig voor rottende wortels.
Niet gesnoeide lavendel zal snel verwilderen en de groei zal zich verplaatsen van de binnenzijde van de plant naar de buitenzijde. De plant groeit dan enkel nog aan de toppen terwijl de rest van de twijgen sterk gaat verhouten en kaal wordt.
U snoeit lavendel 2 keer per jaar. Een keer voor de bloei en een keer na de bloei. Zo blijven uw lavendelstruikjes compact. De hoofdsnoei valt eind maart/begin april nog voordat lavendel gaat groeien.
Het voorkomen dat lavendel verhout is vrij simpel. Zorg dat je zowel in het voorjaar als het najaar de lavendel snoeit. Doe je dit niet dan zullen er van het hart van de plant geen jonge scheuten groeien waardoor deze van onder gaat verhouten en uit elkaar zal vallen.
Zodra de strengste vorst voorbij is (begin april) kun je de lavendel flink snoeien. Je ziet al wat groei verschijnen. Snoei met een heggenschaar (of een snoeischaar als het hout al wat dikker is) de plant ongeveer een derde deel terug, tot ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond.
Lavandula angustifolia 'Hidcote' is de sterkste lavendelvariant. In Zuid-Frankrijk vind je uitgestrekte lavendelvelden. Ook in ons klimaat groeit Lavandula angustifolia 'Hidcote' goed.
Goed om te weten, zet de plant nooit te diep. De kluit van de plant zegt eigenlijk al precies hoe diep je haar kunt planten. Houd daarom deze diepte aan en graaf een gat dat twee keer zo breed is als de kluit van de plant.