Van de woorden 'u' en 'jij' denkt waarschijnlijk niemand dat ze synoniem zijn, maar grammaticaal zijn ze dat wel. Beide woorden zijn een aanspreekvorm in de tweede persoon enkelvoud. Het verschil zit in de mate van beleefdheid. Traditioneel wordt gezegd dat 'u' beleefder is dan 'je'.
U staat voor afstand en respect, zakelijkheid en status, maar ook nog altijd voor beleefdheid en onderscheid. Jij en je is in de regel informeel en klinkt kameraadschappelijk en vertrouwd. Als u het teken van afstandelijkheid is, dan is jij / je het symbool van solidariteit.
U is een persoonlijk voornaamwoord. U kan worden vervangen door een ander persoonlijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mij of hem, of door ik of hij. Heb ik u al uitgenodigd voor het feest?, zoals Heb ik hem al uitgenodigd voor het feest? U ziet toch dat ik bezig ben?, zoals Hij ziet toch dat ik bezig ben.
Tegenwoordig wordt u niet meer als derde persoon beschouwd maar als tweede persoon enkelvoud, net als jij/je. U wordt dan gecombineerd met de persoonsvorm van de tweede persoon: u hebt. U hebt is dus vergelijkbaar met jij hebt. Bij de keuze tussen u hebt en u heeft kunt u uw eigen voorkeur volgen.
Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief. Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt. Uw koffie staat klaar.
Ezelsbruggetje: jouw of jou
Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.
In een zin als 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u en uw partner juist. In de zin 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u een persoonlijk voornaamwoord en uw een bezittelijk voornaamwoord. Uw betekent 'van u'. U en uw partner betekent dus 'u en de partner van u'.
u - voornaamwoord 1. tweede persoon enkelvoud, beleefdheidsvorm, de andere persoon, subject of object ♢ waar woont u, mijnheer? 2. wederkerend voornaamwoord, tweede persoon, beleefdheidsvorm ♢ ontspan u!...
'U' is altijd goed
"Vroeger was het gebruikelijk dat je u zei als je een ouder iemand, of een meerdere die je niet kende, tegen kwam. Het was dan vervolgens aan die ander om te zeggen 'laten we tutoyeren', en pas vanaf dat moment mocht je 'jij' zeggen".
Het persoonlijk voornaamwoord 'u' drukte oorspronkelijk een derde persoon uit: 'u heeft'. Maar tegenwoordig wordt 'u' veelal als tweede persoon enkelvoud aangevoeld (net als 'jij') en dan is het 'u hebt'.
Het is uw verjaardag (met een w), dus het is ook jouw verjaardag (met een w). Maar: ik heb goed naar u geluisterd (zonder w), dus ook: ik heb goed naar jou geluisterd.
Als je geen onderwerpsvorm is, kunnen we meestal zowel je als jou gebruiken. Het is aan te bevelen om in dat geval zo veel mogelijk de gereduceerde vorm je te gebruiken. Overmatig gebruik van de volle vorm jou maakt zowel gesproken als geschreven taal onnatuurlijk.
U kunt en u kan zijn allebei correct. In Nederland wordt u kan informeler en in geschreven taal minder verzorgd gevonden dan u kunt. In België wordt het gebruik van u kan niet als informeel beschouwd.
uw (bezittelijk voornaamwoord) 1van u: uw vader; de uwen uw gezin, uw aanhangers enz.
Je (jij) is de vorm die geassocieerd wordt met vertrouwelijkheid. Die wordt in de standaardtaal gebruikt om mensen aan te spreken die we kennen of met wie we een nauwe band hebben of willen hebben. Het is de vorm die in de omgangstaal in Vlaanderen en in de meeste Vlaamse dialecten overeenkomt met de ge-vorm.
Uw en jouw zijn bezittelijke voornaamwoorden. U en jou gebruik je dus als je verwijst naar personen. Uw en jouw gebruik je als je verwijst naar iemands bezit.
Tutoyeren (Frans tutoyer van tu = jij en toi = jou) of jij-zeggen is iemand aanspreken met jij, je of jou. Men gebruikt dus géén "u", de beleefdheidsvorm. Het tegenovergestelde (wél u zeggen) wordt wel vousvoyeren genoemd, naar het Franse woord vous (het overeenkomstige Franse woord is overigens vouvoyer zonder s).
De meeste Europese talen stammen af van het Indo-Europees. Al deze Indo-Europese talen hebben nog een vormvariant van tu. Zo heeft het Portugees tu, het Noors du en het Russisch ty. Alleen het Engels en het Nederlands hebben deze vorm niet meer.
Voor de tweede persoon zijn er verschillende persoonlijke voornaamwoorden: de vertrouwelijke vormen je, jij en jullie, en de beleefdheidsvorm u, die we zowel voor het enkelvoud als voor het meervoud gebruiken.
Deze U-borden geven alternatieve routes aan bij ongevallen of andere calamiteiten op een snelweg. Vaak bij lastige wegen waar er maar weinig mogelijkheden zijn voor alternatieve routes hangt een dergelijk bord die men dan kan volgen. De letter U staat dan ook voor een 'uitwijkroute'.
Met de U-waarde, ook wel warmtedoorgangscoëfficiënt, wordt aangeduid hoeveel warmte er per graad (Kelvin) temperatuurverschil, per seconde, per m² doorgelaten wordt tussen de ene en de andere kant van een constructie. Hoe lager de U-waarde, hoe minder warmte er doorgelaten wordt en hoe hoger derhalve de isolatiewaarde.
U herkent een uitwijkroute aan de U en het nummer daarachter. Deze borden zijn op verschillende bestaande routeborden bevestigd. Elke uitwijkroute heeft zijn eigen nummer. Als u de U-borden volgt, komt u via de omleiding weer terug op de snelweg.
Bijvoorbeeld: 'We hebben u beider aanwezigheid zeer op prijs gesteld. ' In u beider aanwezigheid staat het persoonlijk voornaamwoord u. Het bezittelijk voornaamwoord uw is hier niet goed.
Dit is echt niet moeilijk. U is een persoonlijk voornaamwoord, uw is een bezittelijk voornaamwoord. Als je een persoon bedoelt, gebruik je het woord u: ik stuur u een brief.
Het Nederlands heeft eindelijk een genderneutraal voornaamwoord. Naast 'hij' en 'zij' is er nu een derde, genderneutrale optie: 'hen.