Klem de katheter liever niet af met een kocher. Knijp de katheter dicht bij het aansluitpunt voor de urineopvangzak of maak een knik. Mocht een kocher wel nodig zijn, zorg dan dat je het ballonvulkanaal niet afklemt. Dit punt is in alle betreffende protocollen aangepast.
10 Plaats een kocher op de katheter, vóór het ballonvulkanaal. urineopvangzak op de onderlegger of laat de cliënt deze vasthouden. 12 Desinfecteer het aansluitpunt van de katheter.
U sluit uw buikkatheter niet meer aan op een urine opvangzak, maar klemt hem af met een kraantje of stopje. Wanneer u aandrang krijgt tot urineren, urineert u op de gewone manier. Heeft u geen aandrang dan gaat u iedere 3-4 uur proberen te plassen. U vangt deze urine op in een maatbeker en noteert de hoeveelheid.
Probeer de katheter niet af te klemmen met een kocher. Maak liever gewoon een knik in de katheter. De kocher kan namelijk de katheter beschadigen en zorgen voor lekkage. Houd altijd goed bij hoeveel vloeistof je hebt ingebracht en hoeveel je terug hebt gekregen.
Neem de katheterslang in uw ene hand en knijp deze met twee vingers dicht. Verwijder met uw andere hand de oude opvangzak. Sluit de nieuwe opvangzak aan op de katheter. Bevestig de opvangzak op de gewenste manier.
Bij een urethrale katheter bij een man: trek voorzichtig aan de katheter terwijl je de penis vasthoudt. Bij een suprapubische katheter: trek voorzichtig aan de katheter terwijl je tegendruk geeft op de buik rond de fistelopening. Er zal door het verwijderen, bijna altijd weefselbeschadiging en bloedverlies optreden.
Residu: Achtergebleven urine in de blaas. De blaas kan zich nog wel spontaan legen, maar niet meer volledig. Retentie: De blaas leegt zich niet meer spontaan. U kunt dus helemaal niet meer plassen.
Als er lekkage optreedt, verwissel de katheter en snij de oude katheter open om te zien of hij verstopt zit. Na het verwisselen van de katheter, zou het lekken moeten stoppen.
De spoelvloeistof wordt ingebracht via een (suprapubische) verblijfskatheter met drielumen (driewegkatheter) waarop een urineopvangzak is aangesloten.
Over het algemeen geldt: hoe dikker de katheter, hoe groter de kans op irritatie en pijn. Het beste is om een katheter te gebruiken die goed afvoert, maar de kans op letsel aan de blaashals en urethra minimaliseert. In de dagelijkse praktijk zal meestal gekozen worden voor Ch 14-16.
Fixeren is van belang om het trekken en/of wrijving van de verblijfskatheter tot een minimum te beperken, waardoor beschadiging aan de plasbuis en blaas voorkomen kan worden.
Het krijgen van een erectie tijdens het katheteriseren ontstaat door een reflex en dit is niet ongebruikelijk.
Hoewel je dus geen blaasspoeling hoeft te doen als er geen problemen zijn met de blaas, urine of katheter, is er wel één uitzondering. En dat is als je weet dat een zorgvrager met een katheter vaak een verstopping heeft. Je kunt dan preventief spoelen.
Vul je de ballon met minder water dan op de katheter vermeldt staat, dan kan de ballon asymmetrisch worden. Hierdoor is de kans dat de katheter er uitvalt groter.
De Tiemann katheter is een katheter met een licht gebogen tip (coud) die bij patiënten met prostaathypertrofie of een steile blaashals het katheteriseren kan vergemakkelijken. De Tieman katheter moet met beleid ingebracht worden door deskundig personeel zoals een uroloog of een urologieverpleegkundige.
We brengen de nieuwe katheter in via de bestaande opening (tunneltje) in de blaas. We vullen de ballon van de nieuwe katheter met 10cc water. Voordat we de beenzak aansluiten, moet de katheter eerst lopen. Dit kan omdat we de blaas eerst vullen met steriel water.
Nadat het zakje leeg is, schuift u de klem weer op de slang. Na 15 tot 30 minuten opent u de slang (naar het spoelzakje toe) waardoor de vloeistof weer uit de blaas in het spoelzakje kan lopen. Is het zakje weer gevuld met de vloeistof dan schuift u de klem er weer op en koppelt u de katheter weer aan de katheterzak.
De frequentie van spoelen varieert van lx per dag tot 2x per week, afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in de blaas. De volgende middelen kunnen worden gebruikt: fysiologisch zout, Solutio G en Solutio R. Alle genoemde oplossingen zijn verkrijgbaar in wegwerpzakjes.De Solutio G en Solutio R zijn zure spoelmiddelen.
Door beweging van de katheter in de blaas, bijvoorbeeld na lichamelijke inspanning, kan er bloed in de urine komen. Rust nemen en meer drinken zorgen er vaak voor dat het bloed verdwijnt.
Een verblijfskatheter kan maximaal 10 tot 12 weken blijven zitten, afhankelijk van het materiaal. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak. Zo kan de urine goed afgevoerd worden.
Vlokken in de urine: wat betekent het? Troebele urine kan duiden op de aanwezigheid van debris – witte vlokken als gevolg van de aanwezigheid van witte bloedcellen – door een ontsteking of tumor. Dit verschijnsel heet 'pyurie' en wijst meestal op een infectie van de urinewegen.
Probeer altijd eerst zelf te plassen. Als dat niet lukt, leeg dan uw blaas door zelfkatheterisatie. Probeer elke 3 tot 4 uur te plassen. Afhankelijk van de hoeveelheid urine die achterblijft na het plassen, moet u katheteriseren.
Zuchten kan helpen voor ontspanning, om de katheter verder in te brengen. Wanneer de urinestroom stopt, kunt u de katheter voorzichtig een stukje terugtrekken, meestal komt er nog wat urine. Herhaal dit zodat er geen urine in de blaas achterblijft.
Een neoblaas is een urinereservoir dat is aangesloten op de natuurlijke plasbuis (urethra). De urineleiders worden van de blaas losgemaakt en na het verwijderen van de blaas aangesloten op een nieuw gevormd reservoir (neoblaas).
Het afbladderen van verf is het proces waarbij verf plaatselijk in z'n geheel loslaat. Dit komt o.a. door spanning binnenin het verfsysteem of verandering van vorm van de ondergrond (door het weer bijvoorbeeld). Andere redenen zijn de vorming van vocht of gas of dat de verf is aangebracht op een te natte ondergrond.