Je vermenigvuldigt de teller van de ene breuk met de noemer van de andere breuk. Wat we eigenlijk doen is de breuk wegwerken door deze te vermenigvuldigen met zijn noemer.
Voor het vermenigvuldigen van breuken is het niet vereist dat de breuken gelijke noemers hebben. Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten de tellers met elkaar worden vermenigvuldigd en de noemers met elkaar worden vermenigvuldigd. Ook bij het delen van breuken hoeven de noemers niet hetzelfde te zijn.
Een belangrijke regel is dat een getal delen door een breuk hetzelfde is als het getal vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk. Ook hiervoor geldt de regel: Een breuk delen door een breuk is hetzelfde als de breuk vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk.
Vermenigvuldig de noemer van de eerste breuk met de teller van de tweede breuk. De breuk 1⁄3 is dan gelijk aan 4⁄12 . Bereken voor de eerste breuk ook de teller. Vermenigvuldig de noemer van de tweede breuk met de teller van de eerste breuk.
Zorg er eerst voor dat het hele getal in de breuk komt. Vervolgens kun je verder met de regel delen door een breuk is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde. Haal de hele getallen uit de breuk. Controleer na afloop of je of je de breuk nog verder kunt vereenvoudigen.
Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat. Als je een breuk tegenkomt, wil je die zo ver mogelijk vereenvoudigen.
Twee breuken op elkaar delen is hetzelfde als de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk te vermenigvuldigen. De eerste stap is daarom om het omgekeerde van de tweede breuk te bepalen (waarbij de teller en de noemer van plaats gewisseld zijn). Daarna vermenigvuldig je de twee tellers.
Je hebt gelijk: zomaar breuken omdraaien kan natuurlijk NIET. Maar er is wel iets anders: Delen door een breuk is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde. Niet zo gek als je bedenkt dat delen 'eigenlijk' het omgekeerde is van vermenigvuldigen.
Breuken vormen een belangrijk onderdeel van rekenen in groep 6. Een breuk is eigenlijk een gebroken getal dat tussen 2 hele getallen in zit.
Maar het belangrijkste om te weten is dat als de noemer groter is, je de hele in meer stukjes verdeeld dus elk stukje is dan kleiner. Als je de noemer groter maakt wordt de breuk kleiner. Als je de teller groter maakt dan is de breuk ook groter. Als je de teller groter maakt dan is de breuk ook groter.
De basis van het delen van breuken
Als je een taart in 4 stukken verdeelt, heb je 4 stukken van 1/4. Ieder stuk is er 1 van de 4. Ik vergelijk in mijn praktijk meestal de noemer, in dit geval 4, met een achternaam. Zoals je zegt: 'dat is er één van Jansen'.
Een kwart, 1/4, is dus hetzelfde als 25%. Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij.
De noemer van een breuk is het onderste getal van een breuk. De noemer benoemt hoeveel delen nodig zijn om tot 1 geheel te komen. Tussen de teller en noemer staat een streep, de breukstreep. Het bovenste getal van een breuk.
Breuken zijn gelijknamig als ze dezelfde noemer hebben. Breuken zijn ongelijknamig als ze verschillende noemers hebben.
Teller en noemer delen door hetzelfde getal
Bij breuken vereenvoudigen worden de teller en noemer van de breuk door hetzelfde getal gedeeld. Hierdoor: Worden teller en noemer van de breuk kleiner (eenvoudiger).
(twee derde), ook geschreven als 2/3 (2/3) en 2:3. We noemen zulke getallen breuken. We schrijven het als een streep, de breuk- of deelstreep, met een getal erboven en een getal eronder. Ook wordt de breuk wel op een lijn geschreven, met een schuine breukstreep.
Er zijn twee verschillende soorten botbreuken of fracturen: Gesloten botbreuk: Het bot steekt niet uit het lichaam, maar bevindt zich nog in het lichaam. Open botbreuk: Het bot steekt door je huid naar buiten. Een open fractuur is vaak ernstiger dan een gesloten fractuur.