Een normering van 60 procent betekent dat als er voor een toets bijvoorbeeld 100 punten behaald kunnen worden, er bij 60 punten (60%) een 6.0 wordt behaald.
Een percentage van een getal berekenen is heel eenvoudig. Je rekent eerst 1 procent uit van het getal. Je doet dit door het getal te delen door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage.
Procenten zijn een manier om een deel van iets uit te drukken als een honderdste. Dus als iets bijvoorbeeld 50% kostenbesparend is, betekent dit dat het de kosten met de helft vermindert.
FAQ – Hoe bereken je procenten? Je kunt procenten berekenen door eerst 1% uit te rekenen. Je deelt dan het getal door 100. Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage dat je wilt weten.
Na twee maanden: 70% van € 2.000,-
Blijft uw medewerker deels werken? Dan ontvangt hij of zij 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe loon. Stel: uw medewerker verdient € 500,-, dan wordt de uitkering € 1.050,-. De berekening hiervan is: € 2.000,- min € 500,- is € 1.500,- x 70% van € 1.500,- is € 1.050,-.
Je ziet dat 60⁄100 gelijk is aan 3⁄5 . Als je de breuk hebt vereenvoudigd, dan heb je de uitkomst van de som. In dit geval is 0,60 gelijk aan de breuk 3⁄5 .
In de wiskunde is een percentage een gedeelte van 100. Bijvoorbeeld, voor de verhouding tussen het getal 5 en het getal 20 (berekend als 5 gedeeld door 20) kunnen we zeggen 0,4 of 40%.
Stel dat je bijvoorbeeld €50 af dient te rekenen in een restaurant, waar jullie samen gegeten hebben. Je kunt dan de procenten berekenen door dit getal te delen door 100 en dit vervolgens te vermenigvuldigen met bijvoorbeeld 10%. Je krijgt dan de berekening 50 / 100, waar 0,5 uitkomt.
We rekenen, zoals we geleerd hebben, eerst 1% uit. Dat is éen honderste van 50, dus 50/100=0,5. Om aan 6% te komen, vermenigvuldigen we dit met 6. Dus, 0,5*6=3.
Je krijgt 20 procent korting. Hoeveel euro korting krijg je? Dit getal vermenigvuldig je met het percentage korting dat je krijgt, namelijk 20. Je krijgt dus in totaal €10 korting op de nieuwe spijkerbroek.
Soms willen we de verhouding weergeven tussen 2 getallen. Bijvoorbeeld: wat is 40% van 20? Dat is 40 honderdsten van 20, dus als we 20 koekjes delen in 100 gelijke stukjes (veel succes daarmee!), 40 van die delen zijn dan onze 40% van 20 koekjes. Laten we even rekenen: 40/100 * 20 = 8 .
70% is gelijk aan 7⁄10 .
15% is 15 x [1/100] deel. Dat is 15 x € 0,30 = € 4,50.
Zo'n 100e deel heet een procent, aangeduid met %. De helft, 1/2, is dus 50%. Een kwart, 1/4, is dus hetzelfde als 25%. Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%.
- Een woordje uitleg - Op een T-shirt van 3 euro geeft een winkel 30% korting. Dat percentage lijkt veel, maar de korting bedraagt in dit geval slechts 0,9 euro. Als er 30% korting is op een T-shirt van 100 euro, bespaar je echter een aanzienlijk bedrag van 30 euro.
Stel dat 1% een honderdste deel is (1/100), dan zou 30% dus 30×1/100 zijn = 30/100. Om deze breuk te vereenvoudigen kan je kind de teller en de noemer delen door hetzelfde getal.
50 % = 50 × 1/100 = 50/100 = 1/2 deel.
De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort. Bepaal de breuk. Maak van de breuk "honderdsten" of een kommagetal.
Dit is de meest elementaire procentuele berekening. Daarvoor wordt de volgende formule gebruikt: 100*gedeeltelijke waarde/totale waarde. Als de gedeeltelijke waarde groter is dan de totale waarde, zal het percentage hoger zijn dan 100%.
1 procent betekent 1 per 100, 1 van de 100, 1 honderdste deel, Als iets een aantal procent is, ofwel een percentage, wordt altijd een deel bedoeld. Percentages zijn bijzondere breuken en schrijf je met het procentteken, %. Het is precies hetzelfde als een breuk met 100 in de noemer.