Cafeïnerijke dranken zoals koffie, thee en cola combineren niet goed met sommige antibiotica. De combinatie zorgt ervoor dat je lichaam cafeïne minder goed afbreekt, waardoor deze zich ophoopt en je last kunt krijgen van cafeïnebijwerkingen zoals slapeloosheid of hartkloppingen.
Alcohol kan de werking van de lever op de korte termijn verminderen, waardoor de afbraak van de antibiotica wordt vertraagd. Hierdoor is de dosis van het medicijn te hoog, wat kan leiden tot bijwerkingen zoals misselijkheid en een gebrek aan energie.
Bij sommige antibiotica levert de combinatie met alcohol problemen op. Bij antibiotica die niet in combinatie met alcohol kan vind je een waarschuwing in de bijsluiter of een vermelding op het etiket. Bij andere antibiotica mag je alcohol drinken als je het bij een enkel glaasje houdt.
Capsule of drank: u kunt de capsule of de drank het beste op een lege maag innemen. Dat is 1 uur voor of 2 uur na de maaltijd. Voedsel vermindert namelijk de opname van dit medicijn.
Zuurkool en bepaalde theesoorten bevatten ook deze probiotica, maar door het opwarmen blijft daar weinig van over. Het is altijd verstandig om met regelmaat één of meer van deze producten op je weekmenu te zetten. Maar met alleen probiotica uit voeding gaat je darmflora na antibiotica niet gered worden.
Vanaf het moment dat je een antibioticum gebruikt bij een kip kun je de eieren van die kip beter niet opeten. Wacht hiermee twee tot drie weken na het stoppen met het antibioticum. Je kunt de eieren wel aan je kippen geven, zo krijgen ze vanzelf voldoende eiwit en kalk binnen.
Als een patiënt zich tijdens een behandeling met een antibioticum moe voelt, ligt het voor de hand deze vermoeidheid toe te schrijven aan de ziekte waarvoor het antibioticum werd voorgeschreven. Toch menen patiënten nogal eens dat de vermoeidheid een rechtstreeks gevolg is van het gebruik van het antibioticum.
Sommige antibiotica werken beter als u ze op een lege maag inneemt. Op het etiket staat dan: 1 uur voor of 2 uur na het eten innemen. Sommige antibiotica kunt u het beste innemen met wat voedsel. Dan heeft u minder kans op klachten van de maag of de darmen.
Capsules, tabletten en drank beginnen na 1 tot 2 uur te werken; de injectie en het infuus werken meteen. Eén dosis werkt 6 tot 12 uur. Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie minder worden. Soms is het mogelijk om een kuur van 1 dag te gebruiken.
Langdurig antibioticagebruik verandert de darmflora dusdanig dat bepaalde enzymen harder werken wat leidt tot een minder gebalanceerde opname van koolhydraten. Dit kan vervolgens leiden tot obesitas, voedingsgerelateerde ziekten en uiteindelijk diabetes.
Sommige antibiotica maken de huid namelijk gevoeliger voor uv-licht, waardoor de huid extra kwetsbaar wordt voor de zon. Het is dus verstandig om bij antibiotica uit de felle zon te blijven en niet onder de zonnebank te gaan.
Calcium (kalk) in zuivel zorgt er namelijk voor dat dit medicijn minder goed werkt.
In bepaalde gevallen kan het innemen met melk maag- problemen voorkomen. Soms mag het juist niet, bijvoorbeeld bij enkele antibiotica, want dan maakt melk de werkzame stof onwerkzaam.
Er is geen wisselwerking bekend van nitrofurantoïne en paracetamol. Je kunt paracetamol zonder problemen gebruiken als je nitrofurantoïne gebruikt.
De meest voorkomende bijwerkingen van antibiotica zijn maag-, darmklachten, diarree, misselijkheid en overgevoeligheid voor UV-straling. Daarnaast bestaat het gevaar dat u met een antibioticakuur niet alleen de ziekmakende bacteriën kapot maakt, maar ook de nuttige bacteriën in uw lichaam.
Bij bepaalde medicijnen is het beter om de zon te mijden. De combinatie zon en antibiotica gaan niet altijd samen. Zonlicht heeft echter geen effect op amoxicilline.
Een antibioticakuur wordt zelden voor minder dan vijf dagen voorgeschreven. Als de behandeling te vroeg stopt vlamt de infectie mogelijk weer op. Het verschilt per antibioticum hoe lang het lichaam erover doet om het te verbruiken. Daarom is er geen vaste regel hoe lang het antibioticum nog in je lichaam blijft.
Wat blijkt? Als je symptomen wilt laten verdwijnen, zijn drie dagen voldoende. Als je alle bacteriën wilt doden, zijn die twee extra dagen nuttig. De kans op het terugkomen van de klachten op langere termijn (4-6 weken) is iets groter bij de korte kuur; de kans op bijwerkingen is weer iets groter bij de lange kuur.
Hoe weet je dat antibiotica aanslaat? Capsules, tabletten en drank beginnen na 1 tot 2 uur te werken; de injectie en het infuus werken meteen. Eén dosis werkt 6 tot 12 uur. Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie minder worden.
Als namelijk antibiotica 12 uur werkt en er zou bijvoorbeeld 's nachts een duur van 15 uur tussen twee giften zitten, dan werkt de antibiotica niet tot aan de volgende tablet en zo raken bacteriën resistent! Mocht u een dag de medicijnen vergeten, dan moet daarna de kuur weer volledig opnieuw.
De reden om een antibioticakuur altijd af te moeten maken is dat de bacteriën anders resistent zouden worden. Het grootste gedeelte van de bacteriën is dan wel gedood door het medicijn, maar de overgebleven bacteriën zouden het overleven en niet meer vatbaar zijn voor het medicijn. Je blijft dan dus ziek.
Haal dan de vergeten dosis niet in, maar neem de gebruikelijke dosis in op de normale tijd. Het vergeten antibioticum gebruikt u na afloop van de kuur. Hierdoor duurt de kuur iets langer. Als je twijfelt, neem dan contact op met uw apotheek.
Na een antibioticakuur is het zinvol om een probiotica te gebruiken om de darmflora te herstellen. Antibiotica doden namelijk niet alleen de slechte bacteriën in het lichaam, maar ook de goede. Voor een goede gezondheid is het belangrijk dat er een goed evenwicht is tussen deze twee.
Veel antibiotica vallen ook de goede bacteriën in het lichaam aan, vooral breedspectrum antibiotica. Daarom worden de bacteriën in het maag-darmkanaal soms verhinderd in hun functie. Klachten zoals misselijkheid, diarree of krampen treden dan soms op als bijwerkingen van een antibiotica(kuur).
Bij het gebruik van antibiotica kunnen er verschillende bijwerkingen optreden: Nitrofurantoïne en fosfomycine: Tijdens een behandeling met nitrofurantoïne kan de urine van kleur veranderen, namelijk donkergeel tot bruin. Bovendien kan er soms misselijkheid, barken, diarree, hoofdpijn en duizeligheid ontstaan.