De mens wordt over het algemeen als een omnivoor beschouwd.
Omnivoren zijn alleseters. De mens is hier een goed voorbeeld van. Een omnivoor eet zowel plantaardig voedsel als vlees.
Biologisch gezien zijn mensen inderdaad omnivoren: wij kunnen zowel plantaardige als dierlijke voeding eten om te overleven. We zijn echter niet gebonden aan een omnivoor eetpatroon: het is niet zo dat we de combinatie van plantaardige en dierlijke producten moeten eten.
De mens is een alleseter: onze voorouders scharrelden een maaltje bij elkaar van groenten, noten én vlees. Daar heeft ons lichaam zich ook op ontwikkeld. Is een vegetarisch of veganistisch menu vragen om problemen? De mens is een omnivoor, en dus kan hij niet zonder vlees.
Carnivoren zijn jagers. Ze onderscheiden zich door een flexibel en gespierd lichaam, klauwen, hersenen en ontwikkelde zintuigen om hun prooi na te jagen, in de val te lokken en te vangen.
Knipkiezen, plooikiezen, knobbelkiezen
Vleesetende zoogdieren hebben scherpe, puntige knipkiezen. Ze werken als een schaar om te knippen of mes om biefstuk te snijden. Planteneters hebben plattere kiezen met scherpe richels. Deze kiezen heten ook wel plooikiezen.
De allervroegste voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten. Net als de planteneters die er vandaag de dag rondlopen hadden ze grote, brede kaken. Dat begon te veranderen toen de eerste oermens met het predikaat homo – homo habilis – ten tonele verscheen.
Je kunt prima eten met minder of zonder vlees, als je andere producten neemt met voldoende eiwit, ijzer, vitamine B1 en vitamine B12. Vitamine B12 komt alleen voor in dierlijke producten. Mensen die weinig dierlijke producten nemen en veganisten doen er daarom goed aan vitamine B12-supplementen te slikken.
Het is niet nodig om vlees te eten, je kunt het vervangen door andere producten. Het eten van te veel vlees brengt risico's voor de gezondheid met zich mee. Rood en met name bewerkt vlees zoals vleeswaren worden in verband gebracht met beroerte, diabetes type 2 en kanker. Eet vlees daarom met mate.
Vlees wordt op 90% van de dagen gegeten, in het bijzonder bewerkt vlees. Aardappelen worden op ongeveer de helft van de dagen geconsumeerd, fruit op bijna 5 dagen in de week en groente op 6 dagen in de week. Nederlanders eten niet vaak peulvruchten en vis (≤1 dag per week).
Steeds meer* mensen geven aan flexitarisch te eten: 55% van de Nederlanders eet 3 dagen per week of vaker geen vlees bij de warme maaltijd of tussendoor. Ze kiezen voor alternatieven als vis, ei, champignons of peulvruchten.
Frugivoren (fructivoren, fruit- en planteneters) zoals chimpansees, bonobo's, orang oetans en ook veel vogels en reptielen, zijn herbivoren die zich hoofdzakelijk en het liefst voeden met wat de plant produceert, zoals fruit, noten en zaden, of delen van de plant die erop lijken, zoals wortels, knollen en scheuten.
Etymologie. Het woord kannibaal is waarschijnlijk ontleend aan het Spaans, waar het als canibal voorkomt.
Dieren die planten eten, zijn planteneters ofwel herbivoren. Dieren die andere dieren eten, zijn vleeseters ofwel carnivoren. Dieren die zowel planten als dieren eten, zijn alleseters ofwel omnivoren.
Met de knipkiezen knippen ze hun prooi in stukjes. Alleseters moeten met hun gebit dus planten kunnen snijden en malen, maar ook vlees kunnen vastpakken en scheuren. Ze hebben daarom snijtanden, hoektanden en kiezen van ongeveer gelijke grootte en de kiezen zijn knobbelkiezen.
Dieren hebben eten nodig om te overleven maar niet elk dier eet hetzelfde. Er zijn planteneters (herbivoren), vleeseters (carnivoren) en alleseters (omnivoren).
Mensen die af en toe geen vlees eten, zijn over het algemeen lichter, hebben een lagere bloeddruk en minder kans op hartafwijkingen, diabetes, prostaatkanker en darmkanker. Het advies is om niet meer dan 500 gram vlees per week te eten, waarvan maximaal 300 gram aan rood vlees.
Vegetarisch eten is niet minder gezond dan een voeding met vlees. Sterker nog: er is zelfs wetenschappelijk aangetoond dat voeding met veel rood en bewerkt vlees ongezond is. Een bewust samengesteld vegetarisch voedingspatroon levert in ruime mate alle noodzakelijke voedingsstoffen.
Het Europese gemiddelde is 61% en Polen telt met 68% de meeste vleeseters.
Kaas wordt namelijk niet alleen gemaakt van het dierlijke product melk, maar ook met een stukje van het dier zelf. Dat maakt de meeste kaas niet-vegetarisch. Kaas wordt gemaakt van melk - meestal koemelk, geitenmelk of schapenmelk. Voor boerenkaas wordt rauwe melk gebruikt en voor fabriekskaas gepasteuriseerde melk.
Er zijn ook vegetariërs die geen vlees, maar wel vis eten, dit zijn de zogenoemde pescotariërs. Vegetariërs die geen vlees, vis en andere dierlijke producten eten (zoals honing, eieren en zuivel) worden veganisten genoemd.
Eieren bevatten veel goede voedingsstoffen die belangrijk zijn voor vegetariërs, zoals vitamine B12, mineralen en eiwitten. Het Voedingscentrum beschouwt eieren daarom als een goede vegetarische keuze.
Ontbijt en avondeten: bruin- of witbrood met margarine, met kaas, jam of pindakaas en een mok thee of melk. Andere smaken waren er niet, tenminste, die hadden wij niet in huis. We aten geen broodjes, geen pap, geen yoghurt met muesli, geen brinta, geen crackers, geen roomboter, geen hagelslag.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
Boeren aten veel brei van granen zoals rogge en haver, tarwe was een luxeproduct. Vlees, vis en eieren waren niet het hele jaar beschikbaar, en verse groente al helemaal niet. Het was dus voor een middeleeuwse boerin minder makkelijk dan tegenwoordig om smakelijke maaltijden uit haar kookpot te toveren!