Vrouwelijke ezels heten ezelinnen. Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel.
Jongen in de dierenwereld hebben vaak een aparte benaming. Jonge katjes heten kittens, honden hebben puppies.
Ganzenkuikens worden geboren uit bevruchte ganzeneieren die worden uitgebroed. Dit uitbroeden duurt ongeveer vier weken. De vrouwtjesganzen maken eerst een nestje op de grond, dat ze bekleden met dons. Dit dons plukken ze uit hun eigen borst.
In mei of juni wordt na een draagtijd van 210 tot 240 dagen één kalf geboren.
Het dikkopje en kikkervisje
Ze zijn in dit deel van hun leven dan ook planteneters . Na 6 tot 9 weken ontwikkelen bij het dikkopje de achterpoten en ze bewegen zich voort met hun staart. Nu spreekt men niet meer van een dikkop maar wordt het een kikkervisje.
Juvenielen (jonge dieren) groeien sneller en vervellen vaker dan oudere dieren. Jongere exemplaren gaan vaak pas eten na de eerste vervelling. Ook de vervelling van volwassen slangen valt vaak samen met veranderingen in het gedrag, zoals het aanbreken van de voortplantingstijd of het afzetten van de eitjes.
Je noemt een baby-nijlpaard een kalf en ze wegen ongeveer 40 kilo bij de geboorte. Echte nachtdieren worden ze niet genoemd, maar nijlpaarden zijn 's nachts toch wel flink actief. Op zoek naar voedsel trekken ze erop uit als de zon ondergaat. Als het ochtend is, keren ze weer terug naar hun stekkie in het water.
Het kalfje (zo heet een baby-walvis) van een blauwe vinvis is 7 meter lang en weegt al bijna 1.000 kilo als 'ie geboren wordt. Aan de zijkanten van zijn lijf heeft de walvis een vin.
De jonge hertjes noem je kalfjes, net als bij koeien. Ze worden met witte stippels geboren en drinken melk bij hun moeder.
Jonge eendjes hebben verschillende namen, ze worden pijltjes, pieltjes, pullekes of pulletjes genoemd. Een mannetjeseend (rechts) noem je een woerd. Het vrouwtje (links) heet gewoon een eend.
De merrie is een jaar zwanger. Dan wordt de baby-zebra, het veulen, geboren. Zijn strepen zijn nog niet zwart, maar bruin. Na tien minuten kan het veulen staan en na een uur kan hij al lopen en rennen.
Een jonge olifant wordt een kalf genoemd. Het kalf weegt bij de geboorte ongeveer tussen de 80 tot 115 kilo! Het kalf is helemaal zelfstandig als het acht jaar oud is.
Na een draagtijd van drie maanden worden er gemiddeld twee tot drie welpen geboren. De welpen wegen bij de geboorte minder dan één kilo en hebben hun oogjes nog dicht. De moeder verstopt de welpen als ze gaat jagen.
Reptielen leggen eieren. De krokodil soms wel 90 tegelijk! Na een paar weken tijd komt het jonkie uit het ei. Eerst zijn koppie.
Een vrouwelijke geit heet een geit of een sik. Het mannetje van de geit heet een bok. Een jong geitje heet een lam. Een gecastreerde bok is een hamel.
De baby van een tijger noem je een welp. Per keer krijgt een moedertijger tussen de 2 - 7 welpen.
Vrouwelijk dier (z.o. teef, poes, zeug, koe, voedster)..
Kenmerken van de ree
Verder krijgt het mannetje, de reebok, ieder jaar tussen oktober en januari een gewei. Het gewei is rond de 25 centimeter lang en bestaat meestal uit twee tot drie vertakkingen. Het vrouwtje wordt een reegeit genoemd.
De muntjak is een gedrongen, kleine hertachtige. De schouderhoogte is 43 tot 52 cm. De kop-romplengte is 80 tot 90 cm. Het zijn selectieve eters die gevarieerd en kwalitatief goed voedsel nodig hebben.
Een koe is een vrouwtjesrund en een mannetjesrund noemen we een stier.
Met een draagtijd van 18 tot 22 maanden is de olifant de absolute nummer 1 bij de zoogdieren. Giraffen komen in de buurt met een zwangerschap van 15 maanden. Walvissen en ezels dragen hun baby 12 maanden.
Als in het voorjaar hazen door het veld rennen, is het voorste dier meestal een loopse moerhaas (vrouwtje) met enkele rammen (mannetjes) die achter haar aanzitten.
Een jonge giraffe heet een kalf. Na een draagtijd van veertien tot vijftien maanden wordt een giraffekalf geboren. Een jong wordt geboren terwijl de moeder rechtop staat of soms loopt. Zodra het jong geboren is, valt het wel twee meter naar beneden!
Bij schapen is het mannetje een ram, het vrouwtje een ooi en het jong een lam. Een gecastreerde ram is een hamel.
Wanneer een hond op de wereld komt dan noemen we hem of haar een puppy of wel een pup, “Meine kleine Poepie”. Puppy's blijven tot ze 6 of 7 weken oud zijn in het nest bij hun moeder en gaan dan op eigen benen staan. Op een leeftijd van 7 tot 9 weken zijn hun zintuigen volledig ontwikkeld.