Regeringspartijen VVD en PvdA konden in 2015 de basisbeurs afschaffen met steun van oppositiepartijen D66 en GroenLinks. Twee jaar later stapten VVD en D66 in een kabinet met CDA en ChristenUnie, die vurig vóór de terugkeer van de basisbeurs hadden gepleit. Ze sloten een compromis.
Studenten die onder het leenstelsel vallen komen bij GroenLinks, de SP en de PvdA het beste uit. Die partijen steken respectievelijk 3,1 miljard, 1,7 miljard en 1,6 miljard euro in het compenseren van de schuldengeneratie. Daar tegenover staan het CDA, D66 en VVD. Het CDA trekt slechts 100 miljoen euro extra uit.
De politieke steun voor het studieleenstelsel brokkelt daarmee langzaam af. Het idee voor een 'sociaal leenstelsel' ontsproot begin deze eeuw in de PvdA vanuit de overtuiging dat 'de bakker niet hoefde te betalen voor de opleiding van het zoontje van de advocaat'.
In november 2007 had minister Ronald Plasterk het plan om de basisbeurs af te schaffen. Hierop kwam veel verzet van de politieke partijen. Besloten werd om het collegegeld te verhogen en de basisbeurs bleef onveranderd.
Het leenstelsel is per 1 september 2015 ingegaan voor alle studenten die voor het eerst een bachelor- of masteropleiding gaan volgen binnen het hoger onderwijs. Sinds de invoering van het leenstelsel kunnen studenten een rentedragende lening afsluiten als studiefinanciering.
Uw basisbeurs, aanvullende beurs en reisproduct zijn altijd een gift. U hoeft ze niet terug te betalen. Uw basisbeurs, aanvullende beurs en reisproduct inclusief rente worden een gift als u binnen 10 jaar uw diploma behaalt. Samen noemen we dit prestatiebeurs.
Studenten in het hoger onderwijs (hbo en universiteit), die nog recht hebben op een prestatiebeurs, ontvangen vanaf studiejaar 2023-2024 weer een basisbeurs. Ook krijgen studenten die tijdens het leenstelsel geen basisbeurs ontvingen een tegemoetkoming. Het wetsvoorstel is op 6 juni door de Eerste Kamer aangenomen.
Op het gebied van studiefinanciering is er namelijk bewust een slecht beleid gevoerd. De groep studenten die tussen 2015 en 2022 geen basisbeurs heeft ontvangen is door de media omgedoopt tot 'pechgeneratie'.
Toen kregen alle voltijdstudenten een basisbeurs. Voor thuiswonende studenten was dat bijna 300 gulden per maand en voor uitwonende studenten zo'n 600 gulden. Omgerekend naar nu is dat ongeveer 240 euro en 475 euro.
Een basisbeurs krijgt namelijk iedereen, ook mensen met rijke ouders. Bij het leenstelsel krijg je alleen geld van de overheid als je ouders weinig verdienen. En omdat de overheid geld bespaart, kan iedereen beter onderwijs krijgen, was het idee.
Democraten 66 (afgekort: D66, tot 1985 D'66) is een Nederlandse politieke partij en heeft een sociaal-liberale signatuur. D66 noemt zichzelf progressief, sociaal-liberaal en ook wel vrijzinnig. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 in Amsterdam.
Als alle studenten die onder het leenstelsel vallen worden meegerekend, gaat het om circa 1,1 miljoen studenten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekende dat de totale studieschuld van alle studenten (studerend en afgestudeerd) ruim 24,4 miljard bedraagt.
Moet er meer compensatie komen voor de 'pechgeneratie'?
In totaal zijn er ongeveer 1 miljoen jongeren die onder het leenstelsel hebben gestudeerd. De gemiddelde hoogte van een studieschuld is sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 opgelopen van 12,4 duizend euro naar 15,2 duizend euro in 2020.
Dat betekent in de uitgewerkte plannen van minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs dat elke student een tegemoetkoming kan krijgen van 359 euro per studiejaar, met een maximum van 1436 euro (voor vier jaar studeren). Dat bedrag kunnen zij vanaf 2025 als korting op de studieschuld of cash in het handje krijgen.
Standpunten. De PVV bekritiseert met name de islam, de multiculturele samenleving en de Europese Unie. De PVV stelt dat er zich een islamisering voordoet die de vrijheid in Nederland beperkt en daarnaast allerlei andere aspecten van de samenleving (zorg, onderwijs, de economie) kwalitatief ondermijnt.
Als je tijdens het leenstelsel (2015-2023) 1 of meer jaren hebt gestudeerd, heb je in die periode geen basisbeurs gehad. Je krijgt daarvoor een financiële tegemoetkoming.
Voor uitwonende studenten is het bedrag van de basisbeurs voor studiejaar 2023-2024 vastgesteld op 274,90 euro per maand. Ook ontvang je het komende jaar 164,30 euro extra per maand in verband met de sterk gestegen kosten onder andere voor boodschappen en energie.
Ruim 200 jaar geleden ontstond de eerste vorm van een studiebeurs. Universiteiten mochten beurzen van 200 á 300 gulden per jaar uitdelen. Universiteiten mochten echter zelf kiezen naar welke studenten deze beurzen gingen, waardoor studeren een eliteding werd.
De aanvullende beurs is er voor studenten waarvan de ouders minder verdienen. Kinderen van 'rijkere' ouders krijgen deze aanvullende beurs niet. De basisbeurs komt waarschijnlijk in septemebr 2023 ook weer terug. Die basisbeurs is voor iedereen die recht heeft op studiefinanciering.
De basisbeurs in het hoger onderwijs gaat vanaf schooljaar 2023-2024 gelden voor alle studenten, dus ook de studenten die al aan hun studie zijn begonnen. Wel is de voorwaarde dat de studenten nog recht hebben op studiefinanciering, oftewel ze zitten binnen het aantal jaar dat de studie officieel duurt.
Wettelijk maandbedrag
Het wettelijke termijnbedrag is minimaal € 45,41 als u terugbetaalt volgens SF15-oud of SF15. Ook als u een schuld levenlanglerenkrediet betaalt. Betaalt u terug volgens SF35, dan is het minimaal € 5,00. Betaalt u zowel een studieschuld als een schuld levenlanglerenkrediet?
De nieuwe basisbeurs voor uitwonende studenten gaat omhoog. Vanaf studiejaar 2023/2024 bedraagt de tegemoetkoming 274,90 euro per maand. Thuiswonende studenten krijgen vanuit de basisbeurs 110,30 euro per maand.
Zogeheten 'pechstudenten' die zijn begonnen met studeren onder het leenstelsel, kunnen gebruikmaken van een 'truc' om langer te profiteren van de basisbeurs die komend studiejaar naar alle waarschijnlijkheid weer wordt ingevoerd.
De basisbeurs geldt voor de studenten die vanaf september 2023: Een opleiding aan een hogeschool of universiteit volgen en. Nog recht op studiefinanciering in de vorm van prestatiebeurs hebben en. Op 1 september 2023 niet langer studiefinanciering hebben gehad dan de officiële ('nominale') studieduur van hun opleiding.
Studiefinanciering hbo en universiteit. Krijgt u geen of minder aanvullende beurs? Dan kunt u het ontbrekende bedrag extra lenen, bovenop de 'gewone' rentedragende lening. Als u instellingscollegegeld betaalt, kunt u per maand maximaal € 920,42 collegegeldkrediet krijgen.