Als stelregel geldt dat natrium-, kaliumzouten en nitraten altijd oplosbaar zijn, en dat
3 slecht oplosbaar zijn zouten van: F-, SO32-, CO32-, S2-, PO43-, CN-, SiO32-, OH-.
In het algemeen zijn alle Natrium (Na+) en Kalium (K+) zouten goed oplosbaar in water, ook zouten met als NO3- zijn goed oplosbaar. Bij de andere zouten ligt het aan de samenstelling en de concentratie of het zout oplosbaar is.
Een zout dat niet in water oplost zal in waterige oplossing neerslaan. Voor niet-zouten hangt de oplosbaarheid vaak af van de aanwezigheid van voldoende polaire groepen in de structuur.
Sommige stoffen lossen heel makkelijk op in water, deze stoffen worden hydrofiel genoemd. Anders stoffen lossen heel moeilijk op in water, deze stoffen worden hydrofoob genoemd. Vetten lossen niet goed op in water.
Het verschil met vaste zouten is dat zodra je een vast zout oplost in een vloeistof (bijvoorbeeld water), de ionen los van elkaar in de vloeistof zweven. Het rooster zal dus uiteenvallen, waardoor de ionen zich nu wel kunnen verplaatsen.
Zout lost goed op in waterhoudende vloeistoffen als azijn en citroensap, maar niet in olie.
Zuur maskeert
Een andere manier om zout te neutraliseren of beter te maskeren is om er een zuur aan toe te voegen. De zure smaak van citroensap of azijn bijvoorbeeld zal de zoute smaak verbergen. Voeg het zuur wel beetje bij beetje toe want een te zuur gerecht is niet beter dan een te zout.
Zelf fysiologisch zout maken: het recept
Het recept voor fysiologisch zout is gelukkig simpel. Per liter gekookt water heeft u 9 gram zout nodig.
Zeewater is het zoute water dat in zeeën en oceanen voorkomt.
Zo'n zout met water noemt men een hydraat.
De ene soort zout is niet gezonder dan de andere. De nadelige effecten op de gezondheid worden vooral veroorzaakt door het natrium, dat in zout zit. Keukenzout, zeezout, Himalayazout en Keltisch zout bestaan allemaal hoofdzakelijk uit natrium. Lees meer over de gezondheidseffecten van zout en hoeveel zout je kunt eten.
In de beschrijvingen vind je al een beetje terug welk zout je waarvoor kunt gebruiken. Tafelzout en gewoon zeezout vind je in de meeste keukens en kun je haast overal wel voor gebruiken. De wat sterkere zoutsoorten zoals Keltisch zout, koosjer zout en Himalayazout zijn ook geschikt voor diverse toepassingen.
De naam van een zout bestaat uit twee delen: het deel met het positieve ion en het deel met het negatieve ion. Je kunt de naam van een zout vinden door de namen van het positieve en het negatieve ion achter elkaar te plaatsen. Voor de positieve ionen kun je de naam uit het periodiek systeem (BiNaS tabel 99) halen.
De Noordzee is in het gebied voor de Nederlandse kust een van de minst zoute zeeën op aarde. Per liter water bevat deze 31 tot 35 gram zout. Ter vergelijking: de Middellandse zee bevat zo'n 38 gram zout per liter water, de Dode Zee maar liefst 332 gram per liter.
Het zoute spoelwater kunt u zelf goed bereiden door een eetlepel keukenzout op te lossen in één liter water (9 gram zout op 1 liter water). Het water hoeft niet gekookt te worden; Nederlands kraanwater is voldoende schoon. Tegen het koken van water is echter geen bezwaar.
Keukenzout (zonder jodium)
Je kan 2,5 gram keukenzout gebruiken en deze mengen met 250ml water om spoelzout te maken. LET OP dat het keukenzout zonder jodium is. Jodium irriteert het neusslijmvlies flink. Keukenzout wordt vaker gebruikt bij het zelf maken van spoelzout.
Minderen met zout helpt nierschade te voorkomen
Zout verhoogt de bloeddruk en vergroot hiermee het risico op hart- en vaatziekten. De te hoge bloeddruk beschadigt de kleine bloedvaatjes in de nieren. En als je al nierschade hebt, ben je extra gevoelig voor te veel zout: je nierfunctie gaat daardoor sneller achteruit.
Ook kun je de zoute smaak neutraliseren door een andere sterke smaak toe te voegen. Denk hierbij aan suiker, citroensap of azijn. Zoet en zuur leiden de aandacht af.
Zout water maak je zoet door middel van ontzilting. De bekendste technologie hiervoor is omgekeerde osmose met behulp van membranen, vertelt Franca Kramer, onderzoeker op het gebied van membraantechnologie bij Dunea.
Olie is lichter dan water en blijft drijven. Zout is zwaarder dan water en zinkt. Als het zout zinkt, dan blijft er een beetje olie aan het zout plakken.
Als je vraag is of zout in het algemeen op kan gaan, bijvoorbeeld in de zee, nee dat gaat nooit op, omdat al het zout dat gewonnen wordt en gebruikt, bijvoorbeeld voor op de wegen(al is dat vaak zout van onder de grond) uiteindelijk weer in de zee terecht komt, via het grondwater of de riolering.
In het noorden en oosten van Nederland zijn op veel plekken in de ondergrond zoutlagen van soms wel honderden meters dik te vinden. De ondiepste zoutlagen bevinden zich op een diepte vanaf 100 m (Zuidwending), de diepste zoutlagen zijn aanwezig tot een diepte van 5000 m.