Ook wordt UV-licht gebruikt voor navigatie. Wat betekent dat voor ons? Vogels kunnen beter UV-reflectie waarnemen en kleuren zien dan mensen. Ze schrikken van de kleinste veranderingen, bijvoorbeeld een rode voerbak in plaats van een witte.
Onze ogen bevatten drie verschillende soorten cellen die rood, groen en blauw licht kunnen detecteren – de welbekende kegeltjes. We zien paars wanneer alleen de rode en blauwe kegeltjes worden gestimuleerd. Vogels, reptielen, amfibieën en vissen hebben daarnaast ook ultraviolette kegeltjes in hun ogen.
De vogels letten met name op het gezicht van de mens, andere kenmerken zoals een gekleurde armband of een hoed deed hen niet veel. In een tweede experiment werden zes maskers gebruikt. Eén ervan werd gedragen tijdens het vangen van de kraaien. En alleen op dat masker reageerden de kraaien boos.
De ogen van vogels lijken op die van mensen. Met de staafjes in het netvlies zien vogels licht en donker. Kegeltjes zorgen ervoor dat vogels kleuren waarnemen en een scherp beeld hebben. Daarnaast zien vogels, in tegenstelling tot mensen, ook ultraviolet licht en beleven de wereld daardoor toch heel anders dan wij.
De meeste vogels hebben vier soorten kegeltjes: rood, groen, blauw én UV! Zij kunnen dus meer kleuren zien dan wij! Heel handig ook. Rijp fruit heeft een UV-glans en sommige zaden ook.
De kleur blauw schrikt namelijk vogels af en hierdoor wordt vogelsterfte door verstikking voorkomen. Er wordt gedacht dat vogels de blauwe netten zien als water, waardoor ze er niet in de buurt komen.
Het knipvlies houdt het oog schoon en vochtig. Net als bij mensen bestaat het netvlies van vogels uit staafjes en kegeltjes. Met de staafjes zien vogels licht en donker. Kegeltjes zorgen ervoor dat vogels kleuren waarnemen en een scherp beeld hebben.
Geluiden. Fluiten of praten betekent dat je vogel blij is in jouw huis. Wanneer je vogel erg vocaal is wanneer je de kamer in komt lopen, betekent dit dat jouw vogel blij is dat je thuis bent. Wanneer je vogel met zijn snavel klappert en spint, betekent dit dat je vogel met je wil spelen.
De voorhersenen staat in verbinding met de hersenschors, dat de ingewikkelde cognitieve functies mogelijk maakt. Bijvoorbeeld het herkennen van patronen en het vooruit denken. Dit is de verklaring voor het cognitieve vermogen van vogels dat niet minder is dan van primaten. Dus ook die van mensen.
Vogels kunnen geen scheten laten
Vogels, zo blijkt, zijn niet in staat om scheten te laten. In hun darmen vind je niet de gas producerende bacteriën die je bij zoogdieren wel vindt. Daarnaast gaat het voedsel zo rap door hun spijsverteringsstelsel, dat er helemaal geen tijd is om windjes te laten.
Soms vertonen vogels wel 'rouwgedrag' als hun partner of een volwassen soortgenoot overlijdt, kauwen vormen hierop geen uitzondering.
En weer andere vogels gaan met vogels van andere soorten op jacht of verdedigen samen hun gedeelde territorium. In de meeste gevallen zijn het echter geen specifieke individuen die met elkaar samenwerken; elke willekeurige vogel van de andere soort is een geschikte partner.
Vogels praten ook met hun gedrag, bijvoorbeeld om belagers of soortgenoten weg te houden. Denk maar aan ganzen die een alarmhouding aannemen (kop omhoog, hals smal en lang). Of een fuut die zich groot maakt, door de veren op te zetten, wanneer een belager te dicht bij het nest komt.
Vogels kijken kun je in je uppie doen. Wil je snel leren, ga dan met een ervaren vogelaar mee. Kijk eens of er een vogelwerkgroep bij jou in de buurt is. Of ga eens mee met een vogelexcursie die wordt georganiseerd door Staatsbosbeheer of Natuurmonumenten.
De app 'ChirpOMatic' helpt je de vogel te matchen bij het geluid dat je hoort. Neem het vogelgezang op met je smartphone en gebruik de functie 'Automatische Herkenning' om de vogel te identificeren.
Veel zeevogels kunnen dankzij hun relatief veilige levensstijl vrij oud worden (rond de 40). Grote vogels zoals zwanen en ganzen halen ook wel eens een jaar of 20. Maar kleinere vogels zijn vaak prooidier met alle risico's van dien. De oudste koolmees was 'slechts' 12 jaar.
Praat regelmatig tegen je vogel en speel samen spelletjes. Hoe socialer je papegaai of parkiet wordt, hoe makkelijker hij contact met jou zal zoeken. Je laat hem best ook dicht bij jouw stem zitten, op je vinger of je schouder. Begin met een makkelijk woordje.
“Vogels hebben een heel emotioneel repertoire: ze kunnen ook kwaad worden of enorm angstig zijn. Dat is voor ons soms wat moeilijk te zien, omdat ze geen echte gezichtsuitdrukkingen hebben, zoals wij primaten. Maar de emoties zijn er wel.
Vogels communiceren wel met elkaar, maar op een andere manier. Met zang (dit is mijn territorium!), met allerlei roepjes (pas op, een kat!). En nog van alles wat ze aan elkaar vertellen wat wij niet snappen. Maar ook met hun gedrag en de houding van hun lichaam communiceren ze, of dat nu hun bedoeling is of niet.
Tranen worden meestal gezien als een menselijk fenomeen, als een onderdeel van ons complexe emotionele leven. Maar tranen zijn niet alleen om te huilen. Alle gewervelde dieren, zelfs reptielen en vogels, hebben tranen.
Ga er met je vogel op uit
Makkelijke truckjes om mee te beginnen zijn bijvoorbeeld opstappen, afstappen en omdraaien. Maar ook een pootje geven kun je ze leren. Door je vogeltje te belonen met wat lekkers (bijv gierst) en door zelf heel enthousiast te zijn kun je ze van alles leren.
Dit “Head-bobbing” zoals de beweging van de duivenkop officieel heet, heeft te maken met het aan zien komen van gevaar. Bewegingen in de omgeving worden het beste waargenomen wanneer de kop niet beweegt.
Vogels slapen op de momenten dat ze niet kunnen eten. Dat is lang niet altijd 's nachts. Zaadeters, zoals mezen en vinken, hebben daglicht nodig om hun voedsel te vinden, dus zij slapen wel als het donker is.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Al heel vroeg, vaak al twee uur vóór zonsopkomst beginnen zanglijsters en merels te zingen, niet toevallig vogelsoorten met grote ogen. Die vangen veel licht. Daarna haken steeds meer vogels aan, waarna rond zonsopgang de zangpiek is met de meeste soorten en de hoogste activiteit.