Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Zet het contact aan en kijk of het controlelampje van de gloeibougie gaat branden. Wacht totdat het lampje uitgaat voordat u de auto start. Voor auto's met een handgeschakelde transmissie, trapt u het koppelingspedaal volledig in.
De logische volgorde is dat je eerst de auto op jou instelt (spiegels, stoel, stuur), daarna de auto klaar maakt om te starten (versnelling, motor), daarna de veiligheid van het verkeer controleert, om daarna weg te rijden.
Lang parkeren: in de versnelling
Als u uw auto lange tijd niet gebruikt, parkeert u de auto door hem in de eerste versnelling te zetten. Hierdoor is de auto niet gemakkelijk in beweging te krijgen. Wordt de handrem wel gebruikt tijdens langdurig parkeren, dan loopt u kans dat de handrem vastroest.
Antwoord van Jos. U vraagt of het technisch kwaad kan om éérst de koppeling in te trappen en pas daarna te gaan remmen. Voor motor, koppeling of remmen is dat technisch géén probleem maar niet zoals we het bij onze rijopleiding geleerd hebben.
De motor stationair laten draaien voor vertrek is zinloos als je de auto snel op wilt warmen. Bovendien is het erg slecht voor je motor en voor het milieu. Pomp je banden elke 2 maanden op: met goed opgepompte banden verbruik je minder brandstof.
Functie van een gloeibougie
Hij wordt met elektrische spanning tot gloeien gebracht. Wanneer het injectiesysteem het diesel-luchtmengsel in de verbrandingskamer spuit, ontbrandt dit al bij lage motortemperatuur. Het opwarmproces duurt 5 – 30 seconden. Zodra de motor draait, warmt het hele motorblok al snel op.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Om de vaart eruit te halen kunt u steeds een versnelling terugschakelen. Bij het afremmen op de motor verbruikt deze geen brandstof. In vrij zetten en laten uitrollen krijgt niet de voorkeur. Door de auto in de versnelling te houden kun je altijd meteen anticiperen op een actuele, soms ook gevaarlijke situatie.
In dat geval is je accu gewoon leeggeraakt. Je kunt dit oplossen door middel van startkabels of een accubooster. Als je van startkabels gebruik maakt zul je via een andere auto stroom moeten krijgen. Een accubooster is een soort draagbare accu die veel stroom afgeeft waardoor je de auto weer kunt starten.
Rijd een constante snelheid en zeker niet te hard
En dat is zuiniger rijden. Rijd ook niet te hard, want rond de 80 kilometer per uur rijd je met een verbrandingsmotor het zuinigst. Harder dan dat betekent een exponentiële toename van het verbruik. Bij 130 kilometer verbruik je veel meer dan bij 100 kilometer per uur.
Wil je zuinig rijden, zorg dan dat je opschakelt als dat kan. Idealiter doe je dat al gauw boven de 2000 toeren per minuut. Maar dat betekent niet dat je als een slak hoeft te rijden. Een verbrandingsmotor is namelijk vooral efficiënt als hij wat steviger belast wordt.
Minder je snelheid
Bij een snelheid tussen de 70 en 90 km per uur rijd je het zuinigst. Op een autoweg kun je dus met 90 km per uur benzine besparen. Maar ook op de snelweg kun je zuiniger rijden. Rijd dan bijvoorbeeld 100 in plaats van 120 km per uur, als je de keuze hebt.
Het wegrijden met een dieselauto gaat makkelijker door de hoge koppel. Zelfs bij weinig toeren rijdt een dieselmotor prima door, wat betekent dat er ook minder geschakeld hoeft te worden. Dieselmotoren worden daarom vaak gebruikt als lesauto: het rijdt eenvoudiger en relaxter.
Momenteel zijn er 4 steden in Nederland die een milieuzone hebben voor personenauto's en bestelauto's die op diesel rijden: Amsterdam, Arnhem, Den Haag en Utrecht.
Waar een dieselmotor vaak meer koppeling heeft, heeft een benzinemotor meestal meer vermogen. Hierdoor kan je sneller optrekken. Dit houdt in dat je in minder tijd op een hoge snelheid kan komen. In de praktijk wordt het verschil tussen de benzinemotor en de dieselmotor steeds kleiner.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Trek rustig op
Wanneer er sneeuw ligt en je geeft teveel gas, kun je je ingraven en vast komen te zitten. Wegrijden in de tweede versnelling is een goede remedie, maar belangrijker nog is om weinig gas te geven bij het optrekken en heel voorzichtig de koppeling omhoog te laten komen.
Remmen in de juiste versnelling
Laat het gaspedaal los, druk de rempedaal zachtjes in, ontkoppel en schakel terug naar een lagere versnelling: van vijfde naar vierde bij 80 km/u, van vierde naar derde bij 60 km/u, van 3de naar tweede bij 40 km/u en van twee naar eerste als je minder dan 20 km/u rijdt.