Het licht dat een ster uitstraalt, doet er een flinke poos over om de aarde te bereiken. Het licht van een ster die 10 miljoen kilometer wegstaat, is een heel jaar onderweg voor het de aarde bereikt. Dus als wij een ster zien, kan het licht van deze ster al jaren onderweg zijn.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar. Hij staat linksonder het opvallende wintersterrenbeeld Orion.
De lichtkracht van sterren neemt heel snel toe bij grotere massa. De kleinste rode dwergen hebben een lichtkracht van ongeveer 1/1.000.000 van die van de Zon (3,827 × 1026 W). Blauwe hyperreuzen hebben een lichtkracht miljoenen malen groter dan die van de Zon.
Sirius (alpha Canis Majoris) is de helderste ster van de nachtelijke sterrenhemel. Met een schijnbare helderheid van −1,46 is hij bijna dubbel zo helder als Canopus, de helderste ster na hem. Omdat Sirius de helderste ster is van het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major) staat hij ook bekend als de Hondsster.
Licht reist met een zeer hoge snelheid van ca. 300.000 kilometer per seconde, maar zelfs de dichtstbijzijnde ster staat al zo ver weg dat het licht er ruim vier jaar over doet om ons te bereiken.
De planeet Mars wordt ook wel de Rode Planeet genoemd en dit is met het blote oog te zien. Zie je een ster met een wat rode-oranje kleur, dan zou dat best eens Mars kunnen zijn.
De sterren die 's nachts recht boven je staan, fonkelen minder dan sterren die je vlak boven de horizon ziet. Dat komt omdat het licht van sterren dichtbij de horizon een langere afstand in de atmosfeer aflegt naar jouw ogen dan het sterlicht pal boven je. De sterren aan de horizon knipperen dus het meest.
Een ster is een héél grote, gloeiende gasbol. In het binnenste van de ster is het enorm heet. Soms wel een paar miljoen graden! Door deze warmte geeft de ster licht en warmte.
Die twee heldere bollen naast de maan zijn geen sterren, maar Venus en Jupiter. Misschien is het je de afgelopen avonden al opgevallen: naast de maan zijn twee heldere bollen te zien. Dat zijn geen sterren, maar Jupiter en Venus.
Venus is de helderste planeet aan onze sterrenhemel. Doordat de planeet binnen de aardbaan om de Zon draait, staat Venus vanaf de Aarde gezien nooit al te ver van de Zon aan de hemel, al kan zij —in tegenstelling tot Mercurius— nog rond middernacht worden waargenomen wanneer zij op grote hoekafstand van de Zon staat.
De zon is een ster. Anders gezegd: de sterren die we 's nachts aan de hemel zien staan, zijn stuk voor stuk verre zonnen. Dat de zon er zo totaal anders uitziet dan de sterren, komt door zijn kleine afstand.
Onze Zon is een ster van spectraalklasse G2. Dat betekent dat zij een gele ster is, veel heter en zwaarder dan de gemiddelde ster, maar veel kleiner dan de blauwe reuzensterren.
De avondster / morgenster of ook wel Venus genoemd.
Je kan de Poolster spotten door De Grote Beer te zoeken en een lijntje van de twee buitenste sterren van de pan naar boven te trekken. De eerste heldere ster die je tegenkomt? Dat is de poolster!
Het zijn de planeten Venus en Jupiter die vlak bij elkaar staan. Die twee heldere sterren in de avondschemering, ze zijn je de laatste tijd vast opgevallen. Het zijn geen echte sterren, maar de planeten Jupiter en Venus.
Satellieten zijn op een heldere nacht vaak te zien als een bewegend “sterretje”, een puntje met de helderheid van een ster. Ze bewegen langzaam (veel langzamer dan meteoren) en zijn vaak minutenlang te volgen. De helderheid kan lange tijd constant zijn, maar ook variëren.
Sirius. De helderste ster aan de hemel is dan weer niet noodzakelijk de ster die van zichzelf het felst straalt. Sirius is voor een groot deel zo helder doordat hij tot de meest nabije sterren behoort. De op een na helderste ster Canopus oogt iets zwakker dan Sirius, maar staat wel ruim 35 keer zo ver weg.
Op kleine afstand rechtsboven de maan is het Zevengesternte zien. Het lijkt wel wat op een mini-steelpannetje. Als je met een verrekijker kijkt, zul je zien dat er veel meer dan zeven sterren zijn. Vanavond zie je de Tweelingen Castor en Pollux rechtsboven de maan.
Deze nacht staat de planeet Jupiter het dichts bij de Aarde sinds 59 jaar. Elk jaar staan de Zon, de Aarde en Jupiter op een lijn en dan spreken astronomen over de oppositie van de planeet Jupiter. In de loop van de avond komt Jupiter in het Oosten op en is als “helderste ster” aan de hemel te zien.
De grootste ster die ooit is waargenomen, is 1800 tot 2100 keer groter dan de zon. De rode hyperreus VY Canis Majoris is de grootste ster die ooit is waargenomen. De ster is 1800 tot 2100 keer zo groot als de zon.
de absolute helderheid wordt bepaald door de eigenschappen van het hemellichaam; de schijnbare of waargenomen helderheid hangt af van de absolute helderheid, maar ook van de afstand tot de waarnemer en eventueel verstrooiing, absorptie en zwaartekrachtlenzen.
Op deze temperatuur kan een superreus een grootte bereiken van 2.600 keer de grootte van de zon.
Kort antwoord: Het lichteffect dat je ziet wanneer een klein ruimtesteentje de dampkring binnendringt; officieel een meteoor geheten. Langer antwoord: Als je tijdens een heldere, maanloze nacht vanaf een donkere plek gedurende langere tijd naar de sterrenhemel kijkt, is de kans groot dat je een 'vallende ster' ziet.
De kleur van een ster verwijst naar zijn oppervlaktetemperatuur. Een rode ster is relatief koel met een oppervlaktetemperatuur van minder dan 3.000 graden Celsius. Onze zon is een gele ster: op het oppervlak heerst een temperatuur van meer dan 6.000 graden. En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer.
Sirius heeft een opvallende blauwwitte kleur, veroorzaakt door de hoge oppervlaktetemperatuur van bijna 10.000 graden. Maar vaak zie je de ster heftig flonkeren en van kleur verschieten.