Mensen die het moeilijk vinden om met anderen om te gaan, die weinig steun ontvangen, gepest worden en zich eenzaam voelen, hebben meer kans op een angststoornis. Een angststoornis kan ontstaan na een ernstige, ingrijpende gebeurtenis waarin iemand heel bang was (psychotrauma).
Stress, cafeïne, drugs en alcohol maken je angsten vaak erger. Daarom is het meestal beter om veel minder koffie en alcohol te drinken en geen drugs te gebruiken. Ook helpt het als je minimaal 30 minuten per dag beweegt.
In het kort. Door gesprekken, informatie en een online cursus kunt u de angst verminderen. Dagelijks genoeg bewegen, genoeg slapen en regelmatig leven zijn belangrijk. Als de klachten niet minder worden, kunt u kiezen voor cognitieve gedragstherapie.
Boodschapperstoffen (neurotransmitters) spelen een grote rol in het angstcircuit in de hersenen. Het gaat vooral om de stoffen serotonine, dopamine en noradrenaline. Bij mensen met een angststoornis werken deze boodschapperstoffen niet goed. Dan is de verwerking van angstsignalen uit balans.
Chronische angst is erg vervelend, en heeft daarom ook een heftigere impact op het lichaam. Hartproblemen: mensen met chronische angst hebben mogelijk meer kans op hartproblemen. Dit zou komen door de constante verhoging van de hartslag, bloeddruk en overmatige aanmaak van het stresshormoon cortisol.
Fluoxetine werkt het beste bij een gegeneraliseerde angststoornis en geeft de minste kans op terugval. Psychiater David Baldwin en zijn collega's trekken deze conclusie in BMJ na een meta-analyse van 27 gerandomiseerde klinische onderzoeken.
U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken. Wat helpt is elke dag gezond en regelmatig te leven. Mogelijke behandelingen zijn gesprekken, een online cursus, gedragstherapie en soms medicijnen.
Angststoornis vaak chronisch beloop
Een angststoornis heeft voor een groot percentage mensen een chronisch beloop. Het percentage mensen dat na 1 jaar nog herstelt, neemt niet sterk toe. Dit betekent dat hulpverleners alert moeten zijn op signalen van een angststoornis en snel moeten interveniëren.
Als je een angststoornis hebt ben je óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren. Je raakt bijvoorbeeld in paniek wanneer je een gesprek voert of je durft niet meer alleen naar buiten. Het gaat bij angststoornissen in alle gevallen om serieuze klachten die de kwaliteit van leven ernstig aantasten.
De specifieke fobie komt het vaakst voor, gevolgd door sociale fobie, de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis. Angststoornissen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Angststoornissen komen het meest voor tussen 25 en 44 jaar en in deze periode ontstaan ook de meeste angststoornissen.
Als u het gevoel heeft dat u er geen controle meer over heeft, dan heeft u een paniekaanval. Een paniekaanval kan een paar minuten tot anderhalf uur duren. Het helpt om iets te doen waardoor u minder let op uw ademhaling en hartslag. Bijvoorbeeld kniebuigingen doen of een eindje buiten gaan lopen.
De klachten blijven of worden steeds erger. Nadenken lukt niet meer goed. Je wilt het liefst vluchten, schreeuwen, huilen of wegkruipen. Een paniekaanval kan een paar minuten tot anderhalf uur duren.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Toch is er geen duidelijk antwoord of je wel of niet kan werken met een angststoornis. Dat is aan jou om aan te voelen en te bepalen. Wel is het zo dat vermijding van de angst, dus niet gaan werken, de angst vaak juist erger maakt.
Angst en paniek worden sneller aangewakkerd bij mensen die last hebben van depressieve klachten. Vooral in de beginfase, als de klachten nog niet heel sterk aanwezig zijn, een kruidige thee als Sint-Janskruid heel goed helpen bij het bestrijden van angst, paniek en zelfs nachtmerries.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maanden herstelt. 39% van de mensen is in een jaar nog niet hersteld en 30% is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld. Hierdoor weten we dat het herstel van een angststoornis langer duurt dan van een depressie.
Piekergedachten zorgen vaak voor gevoelens van onzekerheid, angst en onrust. De hormonen en neurotransmitters die daardoor vrijkomen triggeren een stressreactie en daardoor wordt het moeilijker om rustig te slapen. Piekeren kan je wakker houden of leiden tot onrustige dromen en nachtmerries.
Het is waarschijnlijk dat angst voor een klein deel kan worden verklaard uit erfelijke factoren. Zo kunnen angstklachten in bepaalde families meer voorkomen dan in andere families, simpelweg omdat het in de genen zit.
Er is niet duidelijk één oorzaak van de gegeneraliseerde angststoornis te geven. Waarschijnlijk ontstaat deze stoornis door een combinatie van factoren. Uit diverse onderzoeken is bekend dat erfelijkheid een rol speelt bij het ontstaan van de stoornis.
De meest bekende en voorgeschreven kalmeringsmiddelen vallen in de categorie benzodiazepinen, zoals bijvoorbeeld valium (diazepam), alprazolam (xanax), lorazepam en oxazepam. Deze medicatie wordt ook regelmatig gebruikt om angst, paniekaanvallen en slaapproblemen aan te pakken.
Helpt paracetamol dan ook tegen zenuwen? Uit een vergelijkbaar onderzoek, is gebleken dat niet alleen de intensiteit van de emotie verlaagd te zijn, maar vertoonden zowel de mannen als vrouwen die een dosis paracetamol hadden ingenomen ook minder stress toen ze lazen over iemand die fysieke of emotionele pijn leed.
De normale dosis bedraagt 1-2 tabletten van 10 mg, 3 tot 4 maal per dag. Bij slaapstoornissen is de normale dosis 10 tot maximaal 50 mg, in te nemen tenminste 1 uur voor het slapen gaan. Men dient met de laagste dosering te beginnen, aangezien de kans op bijwerkingen toeneemt bij hogere doseringen.