Nog sterker: mensen onthouden 80% van wat ze zien, en maar 20% van wat ze lezen – en 10% van wat ze horen.
In 1986 onderzocht wetenschapper Thomas Landauer hoeveel visuele en verbale informatie een mens kan opslaan, en hoe snel een mens deze informatie vergeet. Zijn conclusie: een gemiddelde volwassene slaat in zijn leven ongeveer 125 megabyte informatie op. Dit kunt u vergelijken met honderd dikke leesboeken.
Lester verwijst in zijn artikel naar de Amerikaanse psycholoog Jerome Bruner; die 'onderzoek citeert waaruit blijkt dat mensen slechts tien procent onthouden van wat ze horen, dertig procent van wat ze lezen en ongeveer tachtig procent van wat ze zien en doen.
We onthouden vooral wat afwijkt van het gemiddelde. We hebben ons geheugen voor de toekomst. Zo onthouden we nare dingen voor ons eigen bestwil: ze houden ons in de toekomst uit de moeilijkheden. Ook heel fijne herinneringen blijven bewaard.
Jill Price uit Los Angeles is de eerste ter wereld bij wie het hyperthymestisch syndroom is vastgesteld. 'Thymesis' is Grieks voor zich herinneren; het feit dat Price hyperthymestisch is, wil zeggen dat ze letterlijk alles onthoudt wat ze meemaakt in haar leven. En dat al sinds haar veertiende.
De conclusie: beter leren onthouden? Het antwoord op de vraag “hoe onthoud je dingen beter” is: “Door het hardop tegen jezelf te zeggen.” Gebruik je alleen je interne stem, dus door wat stilletjes in je hoofd te zeggen wat je leest of wil onthouden, dan komt er weinig van dat onthouden terecht.
Oorzaak in de hersenen
Gewone geheugenproblemen zijn vaak tijdelijk en kunnen worden veroorzaakt door spanningen, drukte, depressie, somberheid, narcose of ouderdom. Maar geheugenproblemen kunnen ook het gevolg zijn van een hersenaandoening.
Het aantal hersencellen dat je hebt is beperkt (volgens de laatste inzichten 86 miljard), maar het aantal connecties tussen die cellen is onbeperkt. Je geheugen kan dus niet vol raken.
Het geheugen kan onderverdeeld worden in drie vormen, namelijk het zintuiglijke geheugen (sensorisch geheugen) in de hersenschors, het korte termijn geheugen in de hippocampus en het lange termijn geheugen wat van de hippocampus terug gaat naar de hersenschors.
In het kortetermijngeheugen sla je recente informatie op. Zoals een boodschappenlijstje of een telefoonnummer dat je zo wilt gebruiken. Je kunt maar een paar dingen tegelijk onthouden in je kortetermijngeheugen. Het kortetermijngeheugen bevindt zich in de hippocampus.
Lezen stelt je in staat kennis en inzichten op te doen over het verleden, over gebeurtenissen in landen ver weg, en over mensen met een andere achtergrond. Door te lezen leer je je inleven in anderen; je krijgt empathie en je traint jezelf in denken en reflecteren.
De meest efficiënte manier om iets op lange termijn te onthouden, is de techniek van gespreide herhaling. Een eenvoudig voorbeeld is het leren van woordenschat in een vreemde taal. U begint de woordjes te leren met korte intervallen - twee tot vier dagen - tussen twee oefensessies.
Vervoegingen: heeft zich onthouden van (volt. deelw.) niet doen, geven of gebruiken Voorbeeld: `zich onthouden van co...
Wat is een oppervlakkige relatie? Geen diepgang in de relatie zorgt voor een oppervlakkige relatie. Een oppervlakkige relatie kenmerkt zich vooral aan een stukje verbinding die ontbreekt om elkaar op een dieper level te zien, te horen en te (willen) begrijpen.
Een diepte-interview is semigestructureerd. Het gesprek tussen de interviewer en de respondent wordt in een bepaalde richting geleid. De interviewer wil zo veel mogelijk informatie vergaren van de respondent. Daarom zorgt de interviewer ervoor dat er interactie ontstaat en de respondent vrijuit kan praten.
De reden waarom we het moeilijk hebben om herinneringen uit onze vroege kindertijd op te roepen, is de hoge productie van neuronen in die eerste jaren. Dat stellen Canadese wetenschappers. Die vorming van nieuwe hersencellen verhoogt wel de leercapaciteit, maar veegt ook oude herinneringen weg.
In Nederland hebben ongeveer 15.000 mensen die jonger zijn dan 65 jaar dementie. Dementie op jonge leeftijd of vroege dementie begint meestal tussen 40 en 65 jaar. De problemen worden op deze jonge leeftijd vaak niet herkend. Dat leidt tot veel onzekerheid en onbegrip.
Fotografisch geheugen komt praktisch alleen voor bij kinderen, soms nog bij jongvolwassenen, en dan slechts in 2 tot 10% van de gevallen.