Mede vanwege de inflatie is er in 2023 een extra stijging van het minimumloon. Op 1 januari 2023 is het minimumloon met 10,15 procent omhoog gegaan. Werknemers van 21 jaar en ouder hebben in 2023 recht op een brutoloon van minimaal 1.934,40 euro per maand. Dat is 12,40 euro per uur bij een 36-urige werkweek.
Gemiddeld genomen verwachten de Nederlandse werkgevers in 2023 een loonsverhoging van ongeveer 6,8 procent. Dit zijn voorlopige cijfers, omdat er nog volop onderhandeld wordt over een groot aantal nieuwe cao's.
Het wettelijk brutominimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband wordt per 1 januari 2023: € 1.934,40 per maand; € 446,40 per week; € 89,28 per dag.
Ook werkenden met een modaal inkomen, rond € 3.090 per maand in 2023, houden netto meer over. Daarbij gaat het om een stijging van 3,7%, of € 91,42. Voor Nederlanders met een inkomen van twee keer modaal is de percentuele stijging minder: 2,4%.
Vanaf januari 2023 gaat iedere werknemer er minimaal €85 netto per maand op vooruit. Dit heeft ermee te maken dat het kabinet miljarden euro's gaat steken in lastenverlichting om de pijn van de hoge prijzen voor een deel te verzachten.
Minimumlonen gaan omhoog
Per 1 januari gaan de minimum(jeugd)lonen namelijk met 10,15 procent omhoog, wat neerkomt op een totaal van 1934,40 euro per maand. Afhankelijk van of jouw werkweek 36-, 38-, of 40-uur bedraagt, gaat het bruto uurloon omhoog met 12,40, 11,57 of 11,16 euro per uur.
Als gevolg van de indexatie met 2 % wijzigt het algemeen minimumloon in onze sector vanaf 1 januari 2023 (de vorige aanpassing dateerde van december 2022): 1.954,99 euro.
De lonen in het PC 200 kenden in januari 2023 een historisch hoge indexering van 11,08%. De prognose voor januari 2024 bedraagt momenteel 2,65%.
De cao-loonstijging van 5,0% in het eerste kwartaal van 2023 is flink hoger dan historisch gezien (tussen de 1 en 3%). In maart 2023 komt de cao-loonstijging hoger uit dan de inflatie. Namelijk, 5,2% jaar-op-jaar voor cao-lonen en 4,4% voor inflatie (aldus de snelle raming).
Wat verandert per 1 juli 2023? Minimumloon tientjes per maand hoger per 1 juli 2023 Het minimumloon stijgt van 1.934,40 euro per maand naar 1.995 euro per maand. De wijziging gaat in per 1 juli.
Dit jaar zijn de regels voor energietoeslag iets aangepast. Het sociaal minimum inkomen is gestegen en daarom is 120% van het sociaal minimum inkomen ook hoger. Als alleenstaande mag je in 2023 niet meer verdienen dan €1.434,79 en samenwonend niet meer dan €2.049,70 netto per maand.
De vuistregel voor een salarisverhoging percentage is tussen de 5 - 10 procent. Met onze bruto netto calculator kan je direct berekenen hoeveel extra netto salaris dit oplevert.
De werkgevers stellen nu voor een tussentijdse extra structurele loonsverhoging van 10 procent per 1 november 2023 door te voeren, waarbij de looptijd van de cao wordt verlengd tot 31 december 2024.
Per 1 maart 2023 gaan de lonen van alle werknemers in de sector Metaal & Techniek met 3,25% omhoog. Het is de derde loonsverhoging tijdens de looptijd van deze cao. In juli en september 2022 stegen de lonen ook, toen zowel in 'centen' als in 'procenten'.
Op 1 januari 2023 stijgen de lonen met 7,46 procent. De loonsverhoging betreft alle schaallonen én de lonen van de medewerkers die niet meer verdienen dan het oude maximum van hun schaal, verhoogd met 7,46 procent.
Het loonakkoord laat geen enkele ruimte voor structurele loonsverhogingen. De regering legde de loonnorm voor 2023 en 2023 namelijk op 0%. Dat betekent dat de lonen twee jaar lang niet mogen stijgen vergeleken met de periode van 2021-2022.
In zijn meest recente prognose voorspelt het Planbureau de eerstvolgende overschrijding van de spilindex in oktober 2023. Daardoor zouden de lonen in onze sector in december 2023 met 2% stijgen. Het Planbureau voorziet voor 2023 geen bijkomende overschrijding van de spilindex meer.
Historisch hoge loonindexering voor bedienden uit PC 200 op 1 januari 2023. Het loon van meer dan 500.000 bedienden uit de privésector (PC 200) stijgt op 1 januari 2023 met 11,08%. Het is de hoogste indexatie sinds de invoering van het jaarlijks indexatiemoment in januari in de sector.
Inkomsten uit arbeid, AOW en bijstand
Deze stijgen mee. Voor inkomsten uit arbeid betaal je dit jaar minder belasting: het tarief in de eerste schijf is gedaald van 37,07% naar 36,93%. De grens van de eerste tariefschijf gaat bovendien omhoog van 69.398 euro naar 73.031 euro. Daarboven betaal je 49,5% belasting.
Het minimumloon stijgt per 1 januari 2023 met 8,05%, met daarbovenop de reguliere indexatie. Werkgevers moeten daardoor in de eerste helft van 2023 aan werknemers van 21 jaar en ouder met een fulltime dienstverband minimaal € 1.934,40 betalen. In de tweede helft van 2022 bedraagt dit nog € 1.756,20 bruto per maand.
In 2023 komt het belastingvoordeel uit op 36,93%. Dat was in 2022 40%. De verlaging merk je alleen als je inkomen hoger is dan €73.031. Vanaf 2023 heeft iedereen hetzelfde belastingvoordeel: 36,93%.
Het gemiddelde uurloon van een werknemer in 2022 bedroeg 25 euro. Als we kijken naar gemiddelden van 5-jaars-leeftijdsgroepen verdienden jongeren tot 25 jaar 15 euro of minder per uur. Werknemers in de leeftijd van 25 tot 40 jaar verdienden een uurloon dat ligt tussen 20 en 27 euro.
Minimumloon per uur
Voor iemand van 21 jaar of ouder geldt: Bij een 36-urige werkweek: € 12,79 per uur. Bij een 38-urige werkweek: € 12,12 per uur. Bij een 40-urige werkweek: € 11,51 per uur.