d.w.z. iets, dat men in 't geheel niet verwacht had, kan toch gebeuren; men kan nooit weten welk een wending of loop iemands lot kan nemen.
Een dubbeltje op z'n kant is een uitdrukking die aangeeft dat iets maar net goed is gegaan. Als je al dan niet met veel geluk een krappe voldoende op een toets haalt en daardoor nét je diploma behaalt, was dat een dubbeltje op zijn kant. Het had namelijk zomaar anders kunnen aflopen.
Zo plat als een dubbeltje
'Heel erg plat.
Een dubbeltje op zijn kant. Iets loopt (of liep) erg veel kans om mis te gaan, om te vallen. dubbeltje op zijn kant = Spreekwoorden: (1914) Een dubbeltje (of een stuivertje) op zijn kantd. w.z. het is onzeker hoe de zaak zal uitvallen; het is twijfelachtig hoe het af zal loopen; het hangt geheel van het toeval af.
De uitdrukking "Voor een dubbeltje op de eerste rij/rang (willen) zitten" betekent: iemand krijgt (of wil krijgen) meer voor zijn geld dan hij op grond van de betaalde prijs mag verwachten.
Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwartje. Het spreekwoord betekent Arm geboren zal wel arm blijven. Het spreekwoord Als je voor een dubbeltje geboren bent is een spreekwoord dat vermoedelijk al voor de zeventiende eeuw bestond, toen met andere muntnamen.
Als je voor een dubbeltje geboren wordt, word je nooit een kwartje. Of, in een andere variant, wie als dubbeltje wordt geboren, wordt nooit een kwartje. Dit wat lijdzame gezegde is al eeuwenoud en bestaat al sinds de zeventiende eeuw.
d.w.z. medepraten, medespreken in de eene of andere zaak; eene beschuldiging verzwaren; eig.
Muntstukken van 10 cent worden dubbeltje genoemd, omdat zij de dubbele waarde van een stuiver hebben.
Kwartje was de populaire naam van het Nederlandse vijfentwintigcentsstuk, een munt in het muntstelsel uit het koninkrijk. De naam is afkomstig van zijn waarde van een kwart gulden, al heeft de waardeaanduiding altijd 25 cent geluid.
Zo licht als een veertje. Deze vergelijking uit het voorbeeld betekent niet dat iets eruit ziet als een veertje. Het betekent dat iets heel erg weinig weegt. Een veertje weegt namelijk ook heel weinig.
Betekenis van het spreekwoord
Als iemand eindelijk in de gaten heeft hoe iets werkt of iets snapt, dan is het kwartje gevallen. Je hebt eindelijk, al dan niet te laat, door hoe het in elkaar zit.
Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. He who is born for a dime, will never be worth a quarter.
1 dubbeltje (10 cent) weegt 1,5 gram. 1 kilo dubbeltjes bevat ongeveer 670 stuks.
- Bas of beissie (naast 'dubbeltje' ook 'vijf gulden'). De namen komen waarschijnlijk van beis (Jiddisch) of bet (Hebreeuws), de aanduiding voor de letter B met 'twee' als getalswaarde. Een bas knaken is vijf gulden. Ook kan met beissie een dubbele stuiver, een dubbeltje dus, bedoeld worden.
Binnen zo'n serie is de kleur van de muntjes hetzelfde en is ieder muntje met meer waarde een stukje groter dan de vorige. Maar iedere serie begint met een kleiner muntjes dan de grootste van de vorige serie. Dus ook de 10 cent is kleiner dan de 5 cent munt.
d.w.z. het geld onnut uitgeven, het verspillen aan eene roekelooze of dwaze onderneming.
Wie geen cent te makken heeft, heeft helemaal geen geld. Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) vermeldt dat geen cent te makken hebben waarschijnlijk een verbastering is van de Bargoense uitdrukking 'n cent 'n makke.
d.w.z. zich niet houden aan tucht en regel.
De diameter van het muntstuk is ca. 18 cm en 4 cm dik.
Op basis van de huidige zilverprijs is de zilverwaarde van een dubbeltje maximaal € 0,70.
Kwartje = kwartje was de populaire naam van het Nederlandse vijfentwintigcentsstuk, een munt in het muntstelsel uit het koninkrijk.