Raad ken je ook: dit woord komt van het hele werkwoord raden, oftewel gissen of inschatten wat de betekenis van het woord zou kunnen zijn. 'Strategie' betekent hoe je iets gaat doen. Dus: een woordraadstrategie is een manier waarop je kunt raden wat een woord betekent. Dat je soms een woord niet kent, is logisch.
Er zijn drie belangrijke strategieën om de betekenis van een nieuw of vreemd woord te achterhalen: (a) de woordbetekenis opzoeken, (b) de woordbetekenis afleiden uit de woordvorm, (c) de woordbetekenis afleiden uit de context.
Zoals in de inleiding aangehaald kunnen we de betekenis van woorden op verschillende manieren proberen te achterhalen, we noemen dit woordenschatstrategieën.
Een woord bestaat uit minimaal één vrij morfeem en nul of meer gebonden morfemen. In de praktijk is het een opeenvolging van aan elkaar geschreven letters, waaraan een door conventie overeengekomen betekenis verbonden is.
De gemiddelde woordenschat van een volwassene bedraagt ongeveer 42.000 woorden, zo blijkt uit een nieuwe studie. Mensen met een zeer grote woordenschat kennen ongeveer 52.000 woorden, terwijl mensen die weinig taalvaardigheid hebben slechts 27.000 woorden gebruiken.
- Gebruik een woord alleen als het voldoende bij je is ingeburgerd en het spontaan in je opborrelt. Ga niet geforceerd op zoek naar moeilijke woorden. - Zorg voor goed naslagwerk. Al de variaties van 'lopen' vind je in het Groot Synoniemenwoordenboek van Van Dale.
Je studeert woordenschat altijd schriftelijk. Maak hierbij (eventueel) gebruik van een horizontaal blad met kolommen. Heb ook altijd aandacht voor het geslacht en de meervoudsvorm van de woorden die je studeert. Ook de accenttekens die op woorden staan zijn heel belangrijk.
„Een woordfamilie”, legt Telling uit, „dat zijn alle woorden die gemaakt worden met dezelfde stam, bijvoorbeeld met 'werk': 'werkster', 'werkstuk', 'werkloos', enzovoort.
een persoon die vraagt om geld zonder daar iets voor te doen.
Uitspraak: ['hotəmətot] Verbuigingen: hoteme|toten (meerv.) iemand die belangrijk is en veel invloed heeft informeel Voorbeelden: `een bijeenkomst voor hotemetoten`, `de hotemetoten van de voetbalbond`, `De medi...
Hoeveel woorden kun je überhaupt op een dag leren? Het antwoord is maximaal 40 woorden (volgens gedane onderzoeken). Alleen is het wel zo dat als je 10 woorden leert, je ze 8x moet herhalen. Leer je 20 woordjes, dan moet je ze 30x herhalen.
De viertakt als didactisch model
De leraar kiest zelf de woorden, de volgorde, de clustering en de manier waarop leerlingen ze oefenen. Dit kunnen woorden zijn uit de taalmethode, de methode voor wereldoriëntatie of vanuit het thema waaraan gewerkt wordt.
Bij woordenschat leren de kinderen: o woorden kun je onthouden met een woordparaplu: o Woorden kun je onthouden met een woordkast. Deze bestaat uit twee of meer rijen. In elke rij staan woorden die bij elkaar horen.
Woordenschat is vooral belangrijk bij het begrijpend lezen. Met een kleine woordenschat kom je bij het lezen van een tekst veel woorden tegen die je niet kent. Een kind dat meer dan 9% van de woorden in een tekst niet kent, zal die tekst niet kunnen begrijpen.
Daar bedoelen we mee: de inleiding, de methodiek, de resultaten, de conclusie en eventuele discussie en aanbevelingen. Andere zaken, zoals de inhoudsopgave, het voorblad, de samenvatting, het dankwoord en de literatuurlijst horen dus niet bij het totaal aantal woorden.
Bij toespraken spreken we in Nederland* zo'n 130 woorden per minuut. Een snelle spreker haalt 160 woorden per minuut bij presentaties. Wil je helemaal op safe spelen kies dan voor de langzame snelheid van 100 woorden per minuut. *De Engelse taal kent kortere woorden: het gemiddelde spreektempo ligt hier 10-15% hoger.
Het langste 'officiële' woord in de Nederlandse taal is: aansprakelijkheidswaardevaststellingsveranderingen (50 letters). Het tweede langste woord in de Nederlandse taal is het enkelvoud van het langste woord en bestaat uit 48 letters.
Leerlingen met een grote woordenschat en veel kennis over deze woorden zijn beter in staat om een geschreven tekst te begrijpen dan leerlingen met een kleinere woordenschat en minder woordkennis. om relaties te analyseren) beiden gerelateerd zijn aan woordenschat en begrijpend lezen.
De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Het kerndoel voor woordenschat is opgenomen bij het domein Taalbeschouwing en strategieën. Er is veel voor te zeggen om dit doel onder te brengen bij mondeling taalonderwijs. De ontwikkeling van mondelinge taalvaardigheid is immers nauw verbonden met woordenschatverwerving.
Als je 250 woorden per minuut leest dan kost je dat iets meer dan 3,5 uur tijd. Als je 500 woorden per minuut leest ben je 1 uur en 50 minuten aan het lezen. Als je echt snel kunt lezen en met 600 woorden per minuut door de tekst heen gaat ben je anderhalf uur aan het lezen.