Binnen zo'n serie is de kleur van de muntjes hetzelfde en is het muntje met meer waarde een stukje groter dan de vorige. Om dus te voorkomen dat de duurste munten te groot gaan worden, begint de nieuwe serie met een wat kleiner muntje dan de grootste van de vorige serie. Dus: 10 cent is kleiner dan 5 cent.
Binnen zo'n serie is de kleur van de muntjes hetzelfde en is ieder muntje met meer waarde een stukje groter dan de vorige. Maar iedere serie begint met een kleiner muntjes dan de grootste van de vorige serie. Dus ook de 10 cent is kleiner dan de 5 cent munt.
Soorten eurobiljetten. Er zijn 7 verschillende eurobankbiljetten: van € 5, € 10, € 20, € 50, € 100, € 200 en € 500.
Twee euro schrijf je als €2,00. Twee eurocent is één honderste deel van €2,00, dus €2,00 : 100 = €0,02. Vijf euro schrijf je als €5,00. Vijf eurocent is één honderste deel van €5,00 dus, €5,00 : 100 = €0,05.
De reden dat er een afronding komt is de schaarste van die eurocenten. De Nationale Bank heeft tot nu toe ongeveer 1.600.000.000 (1,6 miljard!) stuks van 1 en 2 eurocent geslagen. Dat zijn zo'n 150 stuks per inwoner.
Daarom heeft de overheid beslist dat handelaars het totaalbedrag in cash vanaf 1 december 2019 verplicht moeten afronden tot op 5 eurocent. Om zo de 1 en 2 eurocenten uit omloop te krijgen. Opgelet, de muntjes blijven een wettelijk betaalmiddel. Je mag er dus nog steeds mee betalen en een verkoper mag ze niet weigeren.
En 1 euro is weer kleiner dan 50 cent. Maar je kunt ze dus ook door de verschillende kleuren uit elkaar houden. De muntjes van 1, 2 en 5 cent zijn roodkleurig, gemaakt van staal met een laagje koper. De 10, 20 en 50 cent muntjes zijn gemaakt van koper, aluminium, zink en tin en zijn geelkleurig.
Op dit moment circuleert er informatie over een munt van één cent die in 2002 in Duitsland is geslagen en die een waarde kan hebben tot wel 50.000 euro. Het betreft een exemplaar dat die waarde heeft gekregen vanwege het ontwerp van de Duitse architect Rolf Lederbogen en omdat er 'zeer weinig in omloop zijn'.
Met een waarde van bijna 3 euro is de Koeweitse dinar in nominale termen de duurste munt ter wereld; als je ten minste bitcoin en andere alternatieve valuta's niet meerekent. De hoge waarde van de munten uit Koeweit en Bahrein lijkt veel kracht uit te stralen.
Na de Tweede Wereldoorlog, vanaf 1948, werden stuivers in brons gemunt en waren ze weer rond. Het muntstuk van 5 eurocent wordt in Nederland ook stuiver genoemd (in Ierland wordt dit muntstuk shilling genoemd). Niet alleen is de waardeaanduiding (5 cent) gelijk, ook komen de vorm en dikte nagenoeg overeen.
De muntjes van 1, 2 en 5 cent zijn roodkleurig, gemaakt van staal met een laagje koper. De 10, 20 en 50 cent muntjes zijn gemaakt van 'Nordic Gold' en zijn geelkleurig. En de 1 en 2 euro munten tot slot zijn een combinatie van laagjes nikkel-messing, koper-nikkel en nikkel.
Consumenten die over grote volumes munten van 5, 10 en 20 eurocent beschikken, kunnen steeds terecht bij hun bank om die af te storten.
Voor een 1 cent-munt uit Monaco uit 2001 of 2002 kan u bijvoorbeeld 100 euro krijgen. Een muntstukje van 1 cent uit 2001 uit Finland is dan weer 10 euro waard en ook rosse centjes uit het Vaticaan kunnen behoorlijk wat geld opleveren.
Bij muntjes van 5 cent valt dat mee. De kosten om zo'n nieuw muntje te slaan ligt op ongeveer 1 à 1,5 cent. Ieder jaar houdt De Nederlandsche Bank scherp in de gaten wat de veranderingen zijn in de munten die in omloop zijn.
Wat met de muntstukken van 1 en 2 cent? Muntjes van 1 en 2 cent blijven een wettelijk betaalmiddel. Ze worden niet buiten omloop gesteld en verliezen hun waarde niet. Ze kunnen nog altijd gebruikt worden.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf. Dat is 10 euro waard.
De tien cent Koningin Wilhelmina 1944 D is tijdens de bezetting geslagen in Amerika en bestemd voor Nederland en heeft een oplage van 25.400.000. Van deze oplage zijn slechts enkele stuks in circulatie en daardoor is de tien cent Wilhelmina 1944 D zeer zeldzaam.
Een van de waardevolste munten van 5 cent is de Monegaskische munt van 2006. Tussen 60 en 70 euro is het gangbare tarief. De tweede munt heeft ook een nominale waarde van 5 cent en hetzelfde wapen van Monaco. De munten van 2002 hebben een gemiddelde waarde van ongeveer 30 euro.
Maar sommige munten zijn meer waard dan dat ze op het eerste gezicht lijken. Zo heb je 2 euro munten die 15 euro waard zijn en 1 centjes die 6000 euro waard kunnen zijn. Dus voordat je die kleintjes in je portemonnee voor lief neemt, kun je ze beter nog eens een keer goed bekijken.
Kwartje was de populaire naam van het Nederlandse vijfentwintigcentsstuk, een munt in het muntstelsel uit het koninkrijk. De naam is afkomstig van zijn waarde van een kwart gulden, al heeft de waardeaanduiding altijd 25 cent geluid.
50 cent muntenrol 40 x 0.50 = 20 euro. 20 cent muntenrol 40 x 0.20 = 8 euro. 10 cent muntenrol 40 x 0.10 = 4 euro.
Contant geld is en blijft een wettelijk betaalmiddel dat een handelaar niet mag weigeren. Behalve in bepaalde uitzonderlijke en tijdelijke gevallen", zegt Lien Meurisse van FOD Economie. "Trouwens, elke handelszaak is ook verplicht om minstens één digitaal betaalmiddel aan te bieden."
De 5 eurocent lijkt van koper te zijn, maar is in werkelijkheid verkoperd staal. Dat betekent dat om het staal een heel dun laagje koper zit. Dat het geen koper is, wordt dus verraden door de magneten.
De wet verplicht niemand om wettige betaalmiddelen te accepteren. Winkeliers mogen contant geld (biljetten en munten) of betalen met een pinpas of creditcard weigeren. Wel moeten winkeliers duidelijk laten weten welke betaalmiddelen ze niet accepteren. Bijvoorbeeld via raamstickers of kassastickers.