In een open landschap met een humusrijke bodem en bossen met rijke bodems bedraagt de dichtheid 8 tot 16 dieren per hectare. In heidegebieden en op droge zandgronden zijn de dichtheden zeer laag en de territoria groter. De mol maakt zijn nest op een diepte van ongeveer 50 cm in een diepe gang.
Mollen doorlopen vaak op gezette tijdstippen en met tussenpozen van gemiddeld 5 uur door hun gangen op zoek naar voedsel. De momenten waarop hij actief is, is vroeg in de ochtend, rond het middaguur en aan het begin van de avond.
Onder een glad gazon is bijvoorbeeld heel veel ruimte voor mollen; ze vinden het heerlijk om hier te graven. Maar omdat mollen de grond die ze weghalen bij het graven van de gangen ook kwijt moeten, duwen ze deze regelmatig boven de grond. Dit vormt een molshoop.
De slechtziende diertjes zijn niet alleen gevoelig voor geluid en trillingen, ze hebben ook een goed ontwikkeld neusorgaan. Mollen hebben een hekel aan sterke geur, bijvoorbeeld die van knoflook. Je kunt dus knoflookteentjes in de molsgang leggen om ze te verjagen.
De nestgrootte ligt tussen de 2 tot5 jonge molletjes met een gemiddelde van 4 jonge mollen per worp. Mollen hebben meestal één nest per jaar en heel soms een tweede. De jongen worden blind en naakt geboren, met een beboorte gewicht van 3 1/2 gram. Op een leeftijd van ongeveer 5 weken verlaten de jongen het nest.
Mollen bezoeken minder snel je tuin als je verschillende soorten planten en bomen plant in plaats van alleen gras. Boomwortels zijn mooie obstakels voor de mol. Je kunt mollen ook effectief uit je tuin weren door een mollennet verticaal in te graven tot een diepte van 70 cm.
Zodra de mollen uit uw tuin zijn verdreven, is het tijd om de molshopen te verwijderen. Dit doet u door de molshopen en gangen te vullen met aarde. Vervolgens dient u dit goed aan te stampen met bijvoorbeeld de achterkant van een schop.
Onder de grond heeft de mol geen natuurlijke vijanden, alleen zijn eigen soortgenoten. Boven de grond wordt de mol bejaagd door onder andere uil, buizerd, blauwe reiger, ooievaar, wezel, hermelijn en vos.
Mollen kun je effectief vangen met een mollenklem. Dit zijn metalen klemmen met een sterke veer. Het is zeker geen diervriendelijke wijze van vangen want de mol zal het niet overleven maar eenmaal gevangen ben je wel van het probleem af.
Mollen leveren een belangrijke bijdrage aan het ecosysteem en de bodemvruchtbaarheid, door gangen te graven waardoor water en zuurstof tot diep in de aarde kunnen doordringen. Omdat ze larven eten die graswortels vernietigen, zijn ze (op de molshopen na) ook goed voor het gazon.
Onder de grond loopt de mol al even snel voorruit als achteruit. Men vindt de mol in elke soort grond, met uitzondering van al te vochtig en rotsachtig terrein. De mol houdt in tegenstelling tot de meeste insectivoren géén winterslaap. Wel gaat hij dieper de grond in.
Mollen zijn in principe niet gevaarlijk, maar kunnen met hun scherpe tanden flink bijten. Omdat mollen geen schone dieren zijn kan hun beet nare infecties veroorzaken. Gelukkig zijn er ongediertebestrijders die zich gespecialiseerd hebben in het opsporen en bestrijden van mollen.
In deze tijd komen de jongen vaak boven de grond en vallen dan regelmatig ten prooi aan roofdieren, of aan het verkeer. Veel jonge mollen overleven het eerste jaar niet. Mollen kunnen 6 jaar oud worden, maar dat gebeurt maar zelden. Meestal halen ze de 3 jaar niet.
Een andere manier waarop je kunt zien of je last hebt van een mol is door de aanwezigheid van molshopen. Deze hopen bestaan uit aarde en gras en worden achtergelaten wanneer een mol zijn gangetje graaft. Wanneer je deze hopen in je tuin ziet, is het een teken dat je last hebt van een mol!
Een mol leeft veel onder de grond waar hij een gangenstelstel graaft. Soms wel 1.20 meter diep! Door zijn korte vacht en willekeurige plaatsing van de haren, kan een mol heel makkelijk vooruit en achteruit door de gangen bewegen.
Huisdieren zoals katten en honden staan erom bekend dat ze mollen opgraven of doden als deze zich aan de oppervlakte bevinden.
Snij de bodem uit enkele plastieken flessen en steek ze omgekeerd in een molshoop of mollengang. Door de speling van de wind zullen de flessen trillen en de mollen alarmeren. Ook een staaf in de grond met een omgekeerde fles op (die door de wind tegen de staaf tikt) kan helpen.
Algemeen. De Stabijhoun, kortweg Stabij, is een echt Nederlands ras, afkomstig uit Friesland. Hij werd daar al heel lang gebruikt als veelzijdige werkhond. Hij werd ingezet voor het vangen van mollen, waarvan de vacht vervolgens verkocht kon worden, maar ook van bunzings en ander ongedierte.
Daar zitten ze in een vaste houding in een verticale gang wat dieper onder de grond. Vroeger hielden veenmollen hun winterslaap in vaak in de aardappelkuil. Bij oppakken steekt de veenmol niet; hij kan wel bijten of een bruin vocht afscheidende. Veenmollen zijn de laatste tientallen jaren in aantal achteruitgegaan.
Na een draagtijd van drie weken worden de baby mollen geboren. Het zijn er twee tot maximaal zeven en ze zijn allemaal kaal, blind en ongeveer 35 mm lang. Na twee weken krijgen de molletjes een vacht en na pakweg 22 dagen openen hun oogjes.
Een mol voelt zich in het daglicht niet veilig. Hij beweegt ondergronds ook sneller dan bovengronds. Molletjes die uit huis worden gezet om een eigen territorium te gaan zoeken, zie je soms bovengronds.
Geuren waar mollen een hekel aan hebben.
Een goede manier om mollen te verjagen is dan ook om ui- en knoflooksnippers in de gangen te strooien. Ook een doek gedrenkt in ammonia of petroleum werkt. Het nadeel daaraan is dat deze hun geur vrij snel verliezen en je ze dus moet vervangen voor de mollen kunnen terugkomen.
Mollen graven gangen onder de grond, het zand wat uit deze gangen komt drukken ze omhoog en daardoor ontstaat de molshoop. Hoe dieper de mol graaft hoe meer zand de mol omhoog drukt en hoe groter de molshopen.
De molshopen die je ziet, zijn ontstaan uit de aarde die vrijkomt bij het bij het graven. Deze grond is niet meer nodig voor het verstevigen van de wanden en wordt door het beestje naar buiten geduwd. Een hoop aarde, aan het einde van één van de vele gangen, zorgt voor frisse lucht in de woning van de mol.
De wormen maakt u dood en haalt u door het mollengif. Vervolgens maakt u een molshoop open en laat u de vergiftigde worm daar in zakken. Wanneer u meerdere wormen hebt, kunt u die het beste over de diverse molshopen verspreiden. Zo is de kans groter dat de mol de vergiftigde worm opeet.