Toch is er geen duidelijk antwoord of je wel of niet kan werken met een angststoornis. Dat is aan jou om aan te voelen en te bepalen. Wel is het zo dat vermijding van de angst, dus niet gaan werken, de angst vaak juist erger maakt.
De gevolgen van een gegeneraliseerde angststoornis
De invloed die een gegeneraliseerde angststoornis heeft op het leven, verschilt sterk van persoon tot persoon. Er zijn mensen die op het oog een betrekkelijk normaal bestaan leiden: ze maken zich wel veel zorgen maar functioneren op school of op het werk redelijk.
Als je een angststoornis hebt ben je óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren. Je raakt bijvoorbeeld in paniek wanneer je een gesprek voert of je durft niet meer alleen naar buiten. Het gaat bij angststoornissen in alle gevallen om serieuze klachten die de kwaliteit van leven ernstig aantasten.
In het kort
Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken.
Angststoornissen verdwijnen meestal niet vanzelf, maar je kunt je er goed voor laten behandelen.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maand opknapt.
Door gesprekken, informatie en een online cursus kunt u de angst verminderen. Dagelijks genoeg bewegen, genoeg slapen en regelmatig leven zijn belangrijk. Als de klachten niet minder worden, kunt u kiezen voor cognitieve gedragstherapie. Bij deze therapie leert u anders te denken, waardoor de angst vermindert.
De ernst van de angsten kan wisselen. Mogelijk verergeren de klachten bij stressvolle levensgebeurtenissen verergeren, of worden minder als u afleiding vindt. Maar soms is er geen duidelijke reden voor.
Angststoornissen staan in de top 10 van ziekten met de grootste ziektelast. Mensen met een angststoornis ervaren hun gezondheid als minder goed, hebben over het algemeen meer moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en een slechtere kwaliteit van leven vergeleken met de algehele bevolking.
Stress, cafeïne, drugs en alcohol maken je angsten vaak erger. Daarom is het meestal beter om veel minder koffie en alcohol te drinken en geen drugs te gebruiken. Ook helpt het als je minimaal 30 minuten per dag beweegt.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maanden herstelt. 39% van de mensen is in een jaar nog niet hersteld en 30% is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld. Hierdoor weten we dat het herstel van een angststoornis langer duurt dan van een depressie.
Een angststoornis gaat vaak niet vanzelf over. En wanneer dit is, verschilt ook per persoon. Gelukkig is de stoornis makkelijk te behandelen met een psycholoog. Ook is de kans op een terugval na psychologische hulp kleiner.
Angst kan ook juist in het voordeel werken; men doet extra zijn of haar best om doelen te halen. In dat geval werkt de angst niet belemmerend en zal niet kunnen worden gesproken van een angstcultuur.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen. Hiervoor is vervolgonderzoek nodig.”
Door te praten over je problemen geef je voor jezelf toe dat ze er zijn. Door hardop te denken merk je wat voor klachten je hebt en hoe erg ze zijn. En misschien ontdek je dat je niet de enige bent met dit probleem. Veel mensen durven niet over hun problemen te praten uit schaamte of uit angst 'gek' gevonden te worden.
Angstklachten zijn klachten waarbij angstgevoelens en begeleidende lichamelijke klachten een rol spelen. Het verschil met een angststoornis is de ernst van de symptomen. De overgang van 'angstklachten' naar een 'angststoornis' heeft geen exact afkappunt. Pathologische angst komt bij veel psychische aandoeningen voor.
Het belangrijkste verschijnsel van de gegeneraliseerde angststoornis is dat u continue klachten van angst en zenuwachtigheid heeft, zonder dat er voor u een duidelijke aanleiding is. U heeft dagelijks een gevoel van opgejaagdheid, gespannenheid en/of rusteloosheid.
Wanneer je langdurig veel stress, angsten of spanningen ervaart, schiet het lichaam namelijk in de bekende 'vecht-of-vluchtstand', waarbij onder andere de hartslag en de ademhalingsfrequentie omhoog gaan. Zowel lichaam als geest maken overuren en hebben geen tijd om te herstellen; iets wat veel energie kost.
Angststoornissen kunnen goed behandeld worden. De behandeling bestaat onder andere uit psycho-educatie, waarin je meer informatie krijgt over de stoornis en de behandeling.
Een angststoornis ontstaat door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Zo'n 29% van de Nederlanders krijgt in het leven te maken met een angststoornis. Angststoornissen komen in bepaalde families meer voor dan in andere. Dat heeft te maken met erfelijkheid, maar ook met opvoeding.
Probeer zicht te krijgen op wat jou angstig maakt, waar deze angst vandaan komt en wat voor invloed het heeft op jouw leven. Probeer kleine stappen te nemen om dingen waar je bang voor bent toch te proberen.