Eerste Kamerleden hebben, net als hun collega's in de Tweede Kamer , recht op inlichtingen. Kamerleden kunnen daarnaast vragen stellen bij de behandeling van wetsvoorstellen en tijdens debatten over begrotingen.
De Eerste Kamer heeft niet het recht om wetsvoorstellen te wijzigen (het recht van amendement). Zij stemt alleen over het voorliggende wetsvoorstel en kan dit uitsluitend aannemen of verwerpen. Ook mondelinge beantwoording van vragen komt in de Eerste Kamer niet voor.
De Eerste Kamer is medewetgever. Nadat de Tweede Kamer een wetsvoorstel heeft aangenomen, moet ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog goedkeuren. In tegenstelling tot de Tweede Kamer kan de Eerste Kamer wetsvoorstellen niet meer wijzigen . Ook mist de Eerste Kamer het recht van initiatief .
De leden van de Tweede Kamer hebben rechten om hun taken zo goed mogelijk uit te voeren. Kamerleden kunnen de ministers en staatssecretarissen vragen stellen en ter verantwoording roepen. Ook mogen zij zelf wetsvoorstellen indienen of wijzigingen voorstellen op wetsvoorstellen van de regering.
Het samenstel van parlementaire rechten op het gebied van de Rijksbegroting wordt budgetrecht of begrotingsrecht genoemd. Zo moeten begrotingswetsvoorstellen (wijzigingsvoorstellen daarvoor) worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.
Het recht om wijzigingen aan te brengen in wets- voorstellen van de regering of in initiatiefvoorstel- len, heet het recht van amendement. De Tweede Kamer stemt over de voorgestelde wijzigingen of amendementen en over het bijbehorende wets- voorstel.
Tweede Kamerleden controleren niet alleen de regering, ze mogen ook zelf wetsvoorstellen maken. Dit heet het recht van initiatief. Elk Kamerlid heeft dit recht al sinds het begin van de Tweede Kamer in 1815.
De Eerste Kamer is medewetgever en controleur van de regering. Ieder wetsvoorstel dat aangenomen is door de Tweede Kamer, moet ook door de Eerste Kamer worden aangenomen voordat het een wet kan worden. De Eerste Kamer let er met name op of wetsvoorstellen juridisch kloppen, goed uit te voeren en te handhaven zijn.
Een wetsvoorstel gaat eerst naar een commissie van de Tweede Kamer. Daarna wordt het voorstel besproken in de plenaire vergadering en stemt de Tweede Kamer erover. Tot slot moet de Eerste Kamer een wetsvoorstel goedkeuren voordat het een wet wordt.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal, kortweg de Tweede Kamer, vormt samen met de Eerste Kamer de Nederlandse Staten-Generaal, de landelijke volksvertegenwoordiging voor Nederland.
Het uitbreken van een kabinetscrisis kan, afhankelijk van de oorzaak, verschillende gevolgen hebben. Enkele ministers (meestal van één partij) kunnen bijvoorbeeld ontslag nemen, ministers kunnen hun portefeuilles ter beschikking stellen, er kan een interim-kabinet komen of het zittende kabinet kan demissionair worden.
Die term wordt tegenwoordig gebruikt als een debat snel na de aanvraag wordt gehouden. Het doel van een dertigledendebat is om actuele gebeurtenissen in de samenleving die de aandacht van de politiek vragen op korte termijn het hoofd te bieden.
Het recht van interpellatie geeft Tweede en Eerste Kamerleden de mogelijkheid om met een bewindspersoon te debatteren over een onderwerp dat niet reeds op de vergaderagenda van de Kamer staat.
Interpellaties in de Eerste Kamer
In de Eerste Kamer wordt slechts sporadisch gebruikgemaakt van het recht van interpellatie. De Eerste Kamer is namelijk, zeker als het om politieke beleidsvragen gaat, erg terughoudend. Ook bestaat in de Eerste Kamer veel minder de noodzaak om te interpelleren.
Het vragenrecht is het individuele recht van zowel de Eerste als de Tweede Kamer om schriftelijk vragen aan de regering te stellen. De regering is verplicht de vragen te beantwoorden. Leden kunnen de regering op een bepaalde misstand wijzen of inlichtingen over een situatie vragen.
Tot 2019 werden de leden van de Eerste Kamer alleen gekozen door de leden van Provinciale Staten. Bij de grondwetswijziging van 2017 werd bepaald dat ook de leden van de kiescolleges voor de Eerste Kamer in de openbare lichamen in Caribisch Nederland mee mogen stemmen.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer, ook wel senaat genoemd, vindt om de vier jaar plaats. De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van Provinciale Staten en de kiescolleges in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en het kiescollege niet-ingezetenen.
De regering is verplicht om ieder individueel Kamerlid de inlichtingen te geven waar hij of zij om vraagt. Alleen als het belang van de staat in het geding is, mag de regering weigeren de informatie te verschaffen. Via het recht van onderzoek kan de Kamer zelf een nader onderzoek instellen.
Bij een wet in formele zin is sprake van een gezamenlijk besluit van de regering en de Staten-Generaal (Tweede en Eerste kamer) volgens een procedure die is vastgelegd in artikel 82 van de Grondwet. De regering en de Staten-Generaal vormen daarom de formele wetgever.
Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.
Daar werd duidelijk aangegeven dat als hoger recht werd erkend het gelijkheidbeginsel, het recht op leven, het recht op vrijheid en het recht op het nastreven van geluk.
Wetgevende macht. In artikel 81 staat dat de regering en de Staten-Generaal samen de wetten vaststellen. Dit betekent dat de regering de Staten-Generaal nodig heeft om wetten te maken, en de Staten-Generaal de regering. De wetgevende macht is hierdoor gecentreerd rond deze twee publieke organen.