Wettelijk is de kwetsbare voetganger en fietser beschermd in het verkeer. Dit is vastgelegd in artikel 185 Wegen Verkeers Wet.
De Nederlandse wet stelt dat voetgangers en fietsers in het verkeer extra beschermd zijn. Artikel 185 van de Wegenverkeerswet beschrijft hen namelijk als zwakke verkeersdeelnemers. Dit is logisch, want zowel voetgangers als fietsers hebben geen bescherming wanneer zij aan het verkeer deelnemen.
Bij een aanrijding tussen een motorrijtuig en een zwakke verkeersdeelnemer, zoals een fietser of een voetganger, is de bestuurder van het motorrijtuig standaard aansprakelijk. Er zijn uitzonderingsgevallen, maar de zwakke verkeersdeelnemer wordt wettelijk beschermd.
Een fietser die met een auto of ander gemotoriseerd voertuig (sterke verkeersdeelnemer) in botsing komt, kan zeker wel aansprakelijk gesteld worden. Ook al is de fietser een zwakke verkeersdeelnemer, de situatie en gemaakte verkeersfouten worden gewoon op aansprakelijkheid beoordeeld.
Als een fietser tegen een correct geparkeerde auto aan rijdt, moet deze in beginsel de schade aan de auto vergoeden. Een geparkeerde auto neemt deze geen deel aan het verkeer. Artikel 185 Wegenverkeerswet is in dat geval niet van toepassing. De fietser krijgt zijn schade niet vergoed.
Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Wanneer de witte onderbroken lijnen doorlopen over een kruispunt, dan behoudt de fietser zijn voorrang, ongeacht de voorrangsregeling van het kruispunt. Een fietser heeft geen voorrang op oversteekplaatsen die fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen moeten volgen om de rijbaan over te steken.
Een fiets kan wel worden geflitst. Maar de fietser kan alleen worden geïdentificeerd als hij een nummerplaat heeft. Fietsen die sneller dan 25 kilometer per uur rijden, zoals sommige elektrische fietsen en pedelecs, moeten wel verplicht een nummerplaat hebben.
De algemene regel is: op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan bestuurders die van rechts komen. Dit geldt ook voor fietsers. Wil je weten wie wanneer voorrang heeft? In dit overzicht worden de voorrangsregels nog eens uitgelegd.
Ook wanneer de eigenaar of houder van de auto de auto niet zelf heeft bestuurd, is deze aansprakelijk voor het fietsongeval. De eigenaar of houder van een motorvoertuig is namelijk aansprakelijk voor de gedragingen van degene door wie hij/zij het motorrijtuig doet of laat rijden.
Vergoedingsplicht: 100% en 50% regel
Wanneer artikel 185 WVW van toepassing is, moet u of uw verzekering de schade van de fietser / voetganger vergoeden. De beschermingswet heeft geregeld dat voetgangers en fietsers in ieder geval 50% van hun schade vergoed krijgen.
Wie is aansprakelijk voor mijn verkeersongeluk? De persoon die het ongeluk veroorzaakt, moet de schade betalen. Hebben meer mensen schuld aan het ongeluk, dan betalen zij elk een deel van de schade. Voor fietsers, voetgangers en kinderen gelden bijzondere regels.
De fiets, het ideale vervoermiddel voor de korte en middellange afstand, dé oplossing voor veel stadsproblemen zoals congestie, schaarste aan parkeerruimte en luchtvervuiling, rijdt zich steeds vaker klem in het moderne verkeer.
Als het onverlicht fietsende slachtoffer een deel van zijn eigen schade draagt, noemen we dit eigen schuld. Bij een verkeersongeluk delen partijen in veel gevallen de schade. Fietsen zonder licht is een reden om een deel van de schade voor rekening van het slachtoffer te laten.
Wanneer ben je een bestuurder? Je bent een bestuurder als je fietst. Als je paardrijdt of loopt met een paard aan de teugel, dan ben je ook een bestuurder. Als je op of in een gemotoriseerd voertuig rijdt, ben je ook een bestuurder.
U gaat daarvoor naar www. cjib/foto. Daar logt u in met uw Digid en kunt u uw boete en bijbehorende foto bekijken en eventueel direct betalen.
Geflitst worden met 85 km per uur op een plaats waar je 50 mag, en toch nooit een boete in de bus krijgen: het kan. Het is de tolerantiemarge die een openbaar ministerie in ons land hanteert om een overrompeling aan te versturen verkeersboetes te voorkomen.
Bijzonder genoeg kun je op de fiets nooit een boete krijgen voor het overschrijden van de de snelheidslimiet. Niet dat het verstandig is, maar je mág 40 kilometer per uur fietsen door een 30 kilometerzone en je zou ook met 60 kilometer per uur voor de wind in de bebouwde kom mogen fietsen.
Een fietser die op het fietspad rijdt heeft voorrang op de bestuurders die dit fietspad oversteken. Buiten de kruispunten wordt die regel zonder problemen toegepast, maar op kruispunten zorgt hij vooral voor verwarring, misverstanden, … en daardoor ook voor gevaarlijke situaties.
Plaats op de weg
Fietsers moeten net als andere bestuurders zoveel mogelijk rechts houden. Fietsers mogen stilstaand en rijdend snelverkeer rechts en links inhalen. Fietsers mogen van de fietsstrook met onderbroken streep af, als dat nodig is. Bij een doorgetrokken streep mag dat niet.
Sinds 2001 hebben fietsers van rechts op een gelijkwaardige kruising gewoon voorrang, net zoals andere bestuurders die van rechts komen.
Het smartengeld van € 3.011,– wordt toegekend voor de ondervonden spanning, gederfde levensvreugde en opgelopen studievertraging als gevolg van de aanrijding tijdens het fietsen.
Ga hem niet zomaar verplaatsten. Er kan namelijk ook hersenletsel zijn na een flinke valpartij. Alleen als er geen veilige situatie is, mag je een kind verplaatsten. Twijfel je over de ernst van het letsel, neem dan contact op met 112.
In 2018 vonden naar schatting 66.800 SEH-bezoeken plaats als gevolg van ernstig letsel door een verkeersongeval. Dit aantal is de afgelopen 10 jaar significant met 18 procent gestegen (gecorrigeerd voor bevolkingsomvang). In 70 procent van de gevallen was er sprake van een fietsongeval (46.800 totaal).