Van het instellen van hoger beroep in strafzaken tot uitspraak moet u rekenen op een doorlooptijd van ongeveer 3 maand. Dat is sneller dan bijvoorbeeld in het civiel recht. Daar kan een procedure zomaar 1 jaar of langer duren!
Het hof doet meestal binnen 2 weken na de zitting uitspraak (arrest). U krijgt de uitspraak thuisgestuurd. Als u een advocaat heeft ingeschakeld, ontvangt deze de uitspraak.
De duur van de procedure in hoger beroep hangt mede af van de complexiteit van de zaak. Een appelprocedure grofweg tussen de 6 – 12 maanden duren. Bij ingewikkelde rechtszaken kan dat ook langer duren. Bij hoger beroep van een kort geding ook korter.
In hoger beroep kunnen jij en je advocaat je zaak veel gerichter voorbereiden. Je weet precies wat je extra moet benadrukken om voor eventuele strafvermindering te kunnen zorgen. Je kunt die punten verder beargumenteren en uitvechten door bijvoorbeeld getuigen of experts in te schakelen (bron: AD, 2017).
U moet dan binnen 6 weken een verzetschrift indienen bij de rechterlijke instantie die de beslissing nam. Slaagt uw verzet, dan gaat de behandeling van uw zaak verder. Er komt dan een zitting waar u uw verhaal mag doen.
De hoger beroepstermijn bedraagt 3 maanden in een normale gerechtelijke procedures (bodemzaak) en 4 weken in een kort geding gerekend van de dag van de uitspraak van het vonnis. Vordering niet hoger dan € 1.750 Hoger beroep is niet mogelijk wanneer de vordering in eerste aanleg € 1.750 of lager was.
Wilt u in cassatie na hoger beroep? U bent in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof, maar bent het ook niet eens met die uitspraak. Dan kunt u in cassatie na hoger beroep bij de Hoge Raad. Deze hoogste rechter oordeelt of het recht en de procesregels correct zijn toegepast door het gerechtshof.
Als u besluit om hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep aan te tekenen tegen een uitspraak van de rechtbank, dan moet u de Centrale Raad van Beroep zogenaamde griffierechten betalen. Deze administratieve kosten bedragen in dit geval 110 euro.
Volgens cijfers van de rechtspraak wordt in 35% van de handelszaken hoger beroep ingesteld. Bij het kort geding bedraagt het percentage 17%, terwijl in de handelszaken die door de kantonrechter worden behandeld slechts in 11% van de gevallen hoger beroep wordt ingesteld.
In beroep gaan bij de rechtbank is niet gratis. De griffierechten voor particulieren zijn ongeveer € 44. Deze kunt u terugkrijgen als de rechter u gedeeltelijk of geheel gelijk geeft. De rechter bepaalt ook of u recht heeft op vergoeding van andere kosten, zoals reiskosten of kosten van rechtsbijstand.
Aan het indienen van hoger beroep zijn zeker risico's verbonden. In het strafrecht kunt u bijvoorbeeld een hogere straf opgelegd krijgen. Tevens zit u een zekere tijd in onzekerheid. De hele zaak moet opnieuw worden behandeld.
Wanneer een verdachte niet in voorlopige hechtenis zit, moet de strafzaak in beginsel binnen 24 maanden zijn afgerond. Er zijn uitzonderingen op die 16 maanden en 24 maanden. Wanneer een strafzaak gecompliceerd en/of omvangrijk is, mag een strafzaak van de rechter langer duren.
Zittingen voor eenvoudige zaken kunnen een paar minuten duren, terwijl zittingen voor ingewikkeldere zaken enkele uren tot dagen kunnen duren. In sommige gevallen kan een zitting zelfs weken of maanden in beslag nemen.
In beroep gaan: vaak binnen 6 weken, soms 2 binnen weken
Deze termijn geldt bij beroep en bij hoger beroep. In sommige gevallen, bijvoorbeeld in ziektewetzaken, is deze termijn maar 2 weken. Op de beslissing op uw bezwaar staat hoe lang u de tijd heeft op in beroep te gaan.
De politierechter of kantonrechter doet meestal onmiddellijk na de zitting mondeling uitspraak. De rechtbank doet meestal niet direct uitspraak, maar uiterlijk 14 dagen na de zitting. U bent niet verplicht om bij de uitspraak aanwezig te zijn.
In een eenvoudige kort geding procedure is er vaak al binnen enkele weken een uitspraak, terwijl het in ingewikkelde procedures tot wel meer dan twee jaar kan duren. Een gemiddelde of ijkpunt is niet te geven, dat hangt af van de aard en complexiteit van de zaak.
In cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden
Een partij die het niet eens is met een uitspraak van de rechter in hoger beroep, kan in een civiele zaak, een bestuursrechtelijke zaak over fiscale/belasting en in een strafzaak in cassatie gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Na het instellen van hoger beroep is de uitspraak in laatste aanleg gewezen. Tegen uitspraken die in laatste aanleg gewezen zijn, is enkel nog een cassatieberoep mogelijk bij het hoogste gerechtshof, het Hof van Cassatie.
Wanneer u het niet eens bent met de uitspraak van de rechter in hoger beroep, kunt u niet nogmaals in hoger beroep. Dit kan in het Nederlandse recht maar één keer. Wel staat de mogelijkheid voor cassatie bij de Hoge Raad open.
Beslissing officier van justitie
De officier van justitie heeft 16 weken de tijd om een beslissing te nemen. Hij mag deze periode met 10 weken verlengen als hij meer informatie van u nodig heeft. De officier van justitie kan 3 soorten beslissingen nemen: Hij wijst uw bezwaar af.
Algemeen geaccepteerd is (gelukkig) dat men de rechter in de rechtbank aanspreekt met mijnheer of mevrouw (de rechter). Maar ook daar zijn uitzonderingen op: zijn er meer rechters, dan spreekt men de voorzitter aan met mijnheer/mevrouw de voorzitter.
In strafzaken is de gemiddelde doorlooptijd ongeveer 256 kalenderdagen. Dat is de tijd die verstrijkt tussen de datum waarop het strafdossier van het gerechtshof is ontvangen en de datum van uitspraak. Informatie over het jaarlijks aantal ingekomen en afgedane zaken is te vinden in het Jaarverslag van de Hoge Raad.
Volgens vaste jurisprudentie is deze termijn twee jaar, tenzij de verdachte in verband met de zaak in voorlopige hechtenis verkeert en/of het strafrecht voor jeugdigen is toegepast. In deze gevallen is de redelijke termijn zestien maanden.
Voor misdrijven geldt een verjaringstermijn van 6, 12 of 20 jaar. Ernstige misdrijven verjaren niet. Misdrijven waarop een boete, hechtenis of gevangenisstraf staat van maximaal 3 jaar. Zoals stroperij en het niet opvolgen van een ambtelijk bevel.