In tegenstelling tot metaal, gaat hout niet werken door de temperatuurverschillen maar door vocht. In de zomer zal hout krimpen en in de winter zal hout gaan uitzetten.
Dat gaat nooit over, uitgewerkt hout bestaat niet. In tegenstelling tot kunststof en metaal zet hout niet uit onder invloed van warmte. Constructies die onder wisselende temperaturen maatvast moeten blijven worden dan ook vaak van hout gemaakt.
Hout zet uit en krimpt onder invloed van het toe- of afnemen van de luchtvochtigheid. Dit geldt voor alle soorten hout in meer of mindere mate; massief eikenhout, multiplank, grenen, visgraat, buitenparket… Meestal is dit geen probleem en zullen de verschillende legmethoden deze werking prima opvangen.
Ventileren van je huis
Het is belangrijk om je huis te ventileren om zo het krimpen of uitzetten van hout tegen te gaan. Ventileren is wat anders dan luchten. Zet nooit de mechanische ventilatie uit. Heb je geen mechanische ventilatie?
Als het gezaagde hout droogt krimpt het spinthout meer dan het kernhout en gaat het hout kromtrekken. Het droogproces speelt daarin een heel belangrijke rol; als het snel gaat is de kans op kromtrekken groter. Het hout kan door zijn interne structuur bij langzaam drogen voorkomen dat het hout sterk kromtrekt.
Met behulp van een hefboom (bijvoorbeeld een schroevendraaier of platte beitel) kan je de plank recht duwen. Werk daarbij van het linker- naar het rechteruiteinde toe. Je zet daarbij met de hefboom af tegen de planken die al zijn gemonteerd.
Bij nat weer zet hout uit doordat het vocht opneemt. In de zomer droogt het hout en gaat het weer krimpen. Aangezien buitentoepassingen onderhevig zijn aan het weer, zal hout blijven uitzetten en krimpen.
Hardhout werkt over het algemeen minder dan naaldhout, dit komt doordat hardhout een harde structuur heeft en hierdoor is er minder ruimte. Doordat er minder ruimte is, krijgt het vocht minder kans en zal het minder uitzetten.
Berkenhout is een iets minder harde houtsoort, geeft veel warmte af en spat niet. Elzenhout is ook een zachte houtsoort. Het hout brandt heel snel en geeft door de snellere verbranding ook sneller zijn warmte af. Een ander voordeel is het mooie vlammenspel.
Hout is een duurzaam materiaal dat geschikt is voor een veelheid aan toepassingen. Omdat het van biologische oorsprong is, kan het echter onder bepaalde condities worden aangetast door schimmels, insecten, mariene boorders en bacteriën. Niet elke houtsoort is even gevoelig voor houtaantasting.
Dat te nat hout slecht brandt komt omdat het verdampen van de groeisappen heel veel energie kost. Stookhout hoeft maar 20% te nat te zijn om 50% van de calorische waarde te verliezen. Met nat hout wordt het dus erg lastig om de kachel goed te laten branden.
Geïmpregneerd hout kan onder invloed van het weer krimpen en uitzetten. Daarbij zal het impregneermiddel gedeeltelijk uit het hout komen zetten als het in de buitenlucht wordt geplaatst. Daarom moet een goede verf voor geïmpregneerd hout dampdoorlatend zijn en mag het geen filmlaagover het hout vormen.
In hout zitten kleine holtes waar een beetje water in kan zitten. Als deze holtes dicht genoeg bij de verbranding komen, gaan ze koken. Hierdoor verhoogt de druk in het hout. Wanneer deze druk groot genoeg is, dan knettert het hout.
Om erachter te komen of hout droog genoeg is om te stoken moet je het vochtgehalte meten met een speciale houtvochtmeter. Een musthave voor iedere houtstoker. De Groene Stoker adviseert een vochtpercentage rond de 15%, liefst niet hoger.
Het brandhout mag een vochtigheidspercentage hebben tot maximaal 20 procent. Vers gekapt hout heeft een vochtigheidsgehalte van ongeveer 50 procent. Na een jaar drogen daalt dit tot ongeveer 28 procent en na 2 tot 3 jaar drogen heeft het hout het geschikte vochtigheidspercentage van 20 procent of minder.
Stookhout mag niet behandeld, geverfd of gelakt zijn. Bij verbranding komen er schadelijke stoffen vrij. Dit kan gevaar opleveren voor jezelf en voor je omgeving. Bovendien ontstaat hierdoor meer aanslag in je houtkachel of houthaard en in het rookkanaal.
Hardhout heeft een langere brandduur en produceert meer warmte. Aan de andere kant bevat zachthout een hoger vochtgehalte. Ze zijn meestal plakkerig en zullen waarschijnlijk de ophoping van deze stoffen in de schoorsteen veroorzaken. Ze branden echter sneller dan droge en produceren een indrukwekkende vlam.
Pokhout is bekend als een van de hardste en zwaarste handelshoutsoorten. Kruisdraad of warrige draad. Fijn. 1150-1350 kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 1400-1500 kg/m3.
Dit kun je beter niet in de houtkachel gooien: pallethout, populierenhout, kastanjehout, naaldbomenhout, vuren en grenen, en tropisch hardhout.
Hardhout gaat 25 jaar of langer mee. Met name voor uw schuttingpalen die in de grond staan adviseren we hardhout. Geïmpregneerd hout heeft, ondanks dat het onder hoge druk vacuüm wordt geïmpregneerd, een kortere levensduur van 10 tot 15 jaar.
Hardhout. De meest duurzame houtsoort is hardhout. Deze houtsoort is dus het best bestand tegen vocht, zonder dat het behandeld hoeft te worden, en gaat wel meer dan 25 jaar lang mee.
Voor een kubieke centimeter hout of kurk geldt dat het lichter is dan een kubieke centimeter water of olie. De dichtheden van hout en kurk zijn dus kleiner dan de dichtheden van water en olie. Daarom blijven voorwerpen van hout of kurk drijven op zowel water als olie.
Is het zomer, dan kan de vloer uitzetten en bol gaan staan door de warmte en vochtigheid. Dit proces kunt u niet volledig tegengaan maar u kunt er wel voor zorgen dat het vermindert. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door de luchtvochtigheid in de gaten te houden door middel van een hygrometer.
Als je de vergrijzing helemaal weg wilt werken, kan je het hout beitsen. Je geeft het hout dan een kleur waardoor de vergrijzing niet meer zichtbaar zal worden. Maar let op, niet iedere houtsoort is te beitsen. Om de beits te laten hechten is een goede 'impregneerbaarheid' van het hout nodig.
Wanneer het hout niet juist is toegepast, verkeerd is opgeslagen of niet op de juiste wijze gemonteerd wordt, kan het vervormen of gaan scheuren. Hout zal temperatuur- en vochtigheidsafhankelijk krimpen en uitzetten met mogelijke scheurvorming tot gevolg.