Je kunt je grieperig of vaag gaan voelen. Ook kun je te maken krijgen met diarree, zuurbranden, misselijkheid door begin bevalling en overgeven. daarnaast kan diarree een teken zijn voor het begin van een bevalling. Last hebben van zware rugpijn is ook een symptoom van een naderende bevalling.
Slechts 10% van de bevallingen begint met het breken van de vliezen. Rugpijn: rugpijn kan een teken zijn van het begin van de bevalling, vooral als deze gepaard gaat met andere symptomen zoals weeën. Buikkrampen: sommige vrouwen krijgen buikkrampen voordat de bevalling begint, vaak in de vorm van Braxton Hicks-weeën.
Begint bevalling met weeën? In 90% van de gevallen begint de bevalling met weeën, in de overige gevallen breken eerst de vliezen voordat er weeën ontstaan. Over het algemeen begint je bevalling met onregelmatige en nog niet zulke sterke weeën.
De bevalling kondigt zich op een van de volgende manieren aan, door: het verliezen van bloed of de slijmprop; het breken van de vliezen (en verlies van vruchtwater); regelmatige pijnlijke weeën, voelbaar in de buik en/of onderrug.
Grootste kans in week 40-41
Zoals je kunt zien wordt 4 procent van de baby's voor de 37e week geboren en 10 procent na 42 weken zwangerschap. In de weken die daartussen worden dus de meeste baby's geboren. In week 40-41, de week van de uitgerekende datum, heb je de meeste kans om te bevallen.
Harde buiken/Oefenweeën
Al dagen tot weken voor je bevalling kun je beginnen met “rommelen”. Hiermee bedoelen wij dat je regelmatig harde buiken hebt die soms ook echt wel een beetje pijn kunnen doen. Met deze harde buiken is je lichaam zich aan het voorbereiden op de bevalling.
Een paar weken voor de bevalling kan je kindje al in je bekken indalen. Dit geeft vaak een drukkend gevoel op de vagina en dit kan een scherpe pijn uitstralen. Door het indalen gaat het hoofdje van je baby 'vastzitten' en kan het niet meer draaien. Wanneer je kindje indaalt, zul je wel weer wat vrijer kunnen ademhalen.
Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied. De een voelt ze meer in de buik, de ander in de rug. Sommige vrouwen voelen ze (ook) in hun benen. De weeën worden krachtiger en pijnlijker naarmate de ontsluiting vordert.
Een bevalling begint vaak met wat 'gerommel', willekeurige samentrekkingen van je baarmoeder waar nog geen ritme inzit en die niet heviger worden. Deze voorweeën kunnen ook weer afzakken. Deze activiteit van je baarmoeder geeft nog geen ontsluiting, maar zorgt wel voor het soepel en korter worden van de baarmoedermond.
Soorten weeën
Meestal doen ze niet echt pijn, maar ze kunnen op menstruatiepijn of darmkrampen lijken. Deze komen onregelmatig en gaan vanzelf weer weg. Warmte en rust kunnen ontspannend werken. Deze kun je vanaf de 6e maand gaan voelen.
Dit kun je merken doordat je krampen in je onderbuik voelt, maar soms merk je er niets van. Normaal gesproken is de baarmoedermond een stug tuutje en staat deze wat naar achter. Tijdens deze fase wordt de baarmoedermond zachter en korter (verstrijken noemen we dat) en komt de baarmoedermond meer naar het midden.
Ontsluitingsweeën maken je baarmoedermond open
Ze duren langer (1-1,5 minuut) dan voorweeën en komen regelmatig; om de 3 tot 5 minuten. Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied; de een voelt ze meer in de buik, de ander in de rug. Sommige vrouwen voelen weeën (ook) in hun benen.
Pas wanneer je 10 centimeter ontsluiting hebt is de baarmoedermond volledig open en klaar voor de geboorte van je baby.
Als je meer dan 8 harde buiken in een uur hebt en de pijn ervan toeneemt, komt je bevalling waarschijnlijk op gang. Harde buiken heb je waarschijnlijk al vaker gevoeld, misschien zelfs al in het 1e of 2e trimester. Bij een harde buik trekt de baarmoederspier samen en dat doet normaal gesproken geen pijn.
In de beginfase kan je baby gewoon nog lekker doorslapen. Als je bevalling begint met het breken van de vliezen, dan dringen er ineens allerlei geluiden van buitenaf tot je kindje door. Als de weeën elkaar sneller gaan opvolgen, krijgt de baby minder vrijheid en wordt hij wakker.
Vaak is het wittig, maar het kan ook wat gemengd zijn met bloed en hierdoor wat rood/rozig gekleurd zijn. Donkerbruine aders in het slijm is ook vrij normaal, dat is oud bloed wat met het slijm vermengt is. Het verlies van de slijmprop kan gepaard gaan met wat helderrood bloedverlies afkomstig van de baarmoedermond.
Meestal voel je wel het inwendig onderzoek, maar het vliezen breken geeft geen pijn. Ook de baby voelt geen pijn. De hoeveelheid vruchtwater die naar buiten komt verschilt. Soms is het maar een klein golfje en andere keren blijft het vruchtwater stromen.
De meeste bevallingen beginnen tussen de 37e en 42e week. Maar wanneer begint de bevalling nou eigenlijk en waaraan kun je dat merken? In ongeveer 90% van de gevallen begint een bevalling met weeën, in 10% met het breken van de vliezen. Maar soms kan het ook nog loos alarm zijn.
Adrenaline is een hormoon dat vrijkomt tijdens stress en spanning. Dit hormoon remt de bevallingshormonen en endorfine en daardoor de weeën Overdag heb je altijd wat meer adrenaline in je lichaam doordat het licht is, er meer geluiden zijn en meer indrukken. Daarom bevallen de meeste vrouwen ook 's nachts!
Tijdens de latente fase is het belangrijk zoveel mogelijk te ontspannen en afleiding te zoeken. Lukt het je nog om tussen de weeën door een beetje te slapen, doe dat vooral. Hoe meer je ontspant, hoe meer oxytocine je aanmaakt.
Voorweeën/oefenweeën zijn samentrekkingen van de baarmoederspier. De baarmoeder is een holle spier die aan het einde van de zwangerschap door hormonen gaat samentrekken. Dit voelt als een menstruatieachtige pijn in de onderbuik. Vaak is dit onregelmatig.
Het helpt om de wee rustig weg te zuchten. Door op je ademhaling te concentreren ontspan je je bekkenbodem waardoor de ontsluiting makkelijker toeneemt. Doordat je je focust op de ademhaling kan je de wee ook beter opvangen. Probeer tijdens de ontsluitingsperiode regelmatig van houding te veranderen.
Meestal neemt de pijn toe naarmate de ontsluiting vordert. De pijn is voornamelijk onder in de buik aanwezig en wordt soms als rugpijn gevoeld. Ook de pijn tijdens het persen verschilt: soms is het een opluchting om mee te mogen persen, soms doet persen juist het meeste pijn.
De verloskundige kan met haar vingers meten in hoeverre de ontsluiting is gevorderd. Het voelen van de baarmoedermond. Naarmate de bevalling vordert, wordt de baarmoeder weker en de baarmoederhals korter. Hierdoor kan de verloskundige een inschatting maken van de vordering van de bevalling.