Ververs minimaal tweemaal per week het water (of eerder wanneer het water troebel wordt). Schep eerst de kikkervisjes over in een ander bakje. Giet het 'oude' water eruit en vul de bak weer voor de helft met koud leidingwater. Kieper de kikkervisjes gewoon weer terug, daar kunnen ze best tegen.
Leg een klein klompje kikkerdril in het aquarium. Zet de bak op een lichte plek, maar niet in de volle zon! Wanneer de kikkervisjes een dag of drie uit het ei zijn moet je beginnen met voeren. Als voer kun je stukjes je sla, andijvie, paardenbloem, weegbree en visvoer gebruiken.
* Zet de bak met kikkervisjes het liefst buiten, of op een koele plek binnen. Kamertemperatuur is eigenlijk te warm voor kikkervisjes.
5 tot 10 kikkervisjes per liter water is genoeg. Zorg ervoor dat je water en een paar waterplanten meeneemt uit dezelfde sloot of poel.
Het water is te warm, te koud, te weinig en soms te vuil. Vogels, vissen, libellenlarven en waterkevers die je als smakelijk hapje verorberen of je aan hun jongen voeren. Soms zijn er zelfs soortgenoten die je opeten. Daarnaast is er concurrentie van andere kikkervisjes om voedsel en lucht en een goede schuilplek.
Pas na een tijdje groeit het kikkervisje uit tot een kikker. Kikkerdril ofwel kikkereitjes, doen er een paar dagen over om uit te groeien tot kikkervisjes. Langzamerhand krijgen de kikkervisjes pootjes. Na ongeveer drie maanden zijn het niet langer visjes maar kikkers, ze moeten nu boven water komen om te ademen.
Een kikkervisje eet in het begin vooral algen en dode plantaardige en dierlijke delen, die in het water zweven. Als de metamorfose begonnen is eet het ook kleine diertjes zoals watervlooien, eenoogkreeftjes en muggelarven.
Voor educatieve doeleinden (hiermee wordt in principe de kikkerbak in de schoolklas bedoeld) is het toegestaan om eitjes en kikkervisjes van de groene kikker, de bruine kikker en de gewone pad, in een aquarium te laten opgroeien.
Kikkers, salamanders en padden zijn amfibieën en dus regenliefhebbers bij uitstek. Ze leven zowel in het water als op het land, mede dankzij hun dunne huid die water en zuurstof doorlaat. Maar hun tere vel droogt ook snel uit. Vandaar dat ze het liefst in de regen tevoorschijn komen, zodat wij ze kunnen bekijken.
De meeste kikkerlarven zwemmen tussen half april en half juni rond, met een piek in mei. Ongeveer 2 maanden later veranderen de kikkervisjes in piepkleine kikkertjes. Ze komen dan vaak in heel korte periode massaal uit het water: de 'kikkerregen'!
Alle soorten aquariumkikkers zijn carnivoor. Omdat de kikkers geen tong hebben, moeten ze het eten opzuigen of met hun voorpoten in hun bek duwen. Volwassen klauwkikkers voer je elke twee tot drie dagen een gevarieerd basisvoer van tubifex, levende watervlooien en andere waterdiertjes.
Wist je dat kikkers beschermde dieren zijn? Je mag ze dus niet vangen en mee naar huis nemen. Je mag wel kikkerdril vangen en de eitjes thuis laten uitkomen. Je kan dan heel mooi de ontwikkeling zien van kikkerdril via kikkervisje naar kikker.
Als de biologische banaan op is, de eerste pootjes beginnen te groeien en het echte kikkervisjes aan het worden zijn, voer je ze ook plakjes komkommer. De schilletjes vinden ze te hard en laten ze vaak liggen, die kun je er weer uithalen.
Beschermde diersoort
Dit betekent dat u ze niet mag vangen, vervoeren of verhandelen. Toch zijn er nog steeds mensen die deze dieren in de vrije natuur vangen en in hun vijver plaatsen. Dat is niet alleen onnodig schadelijk, maar ook overtreedt u daarmee de wet met het risico op een forse boete.
De bruine kikker eet voornamelijk ongewervelden als insecten (kevers, sprinkhanen, spinnen, mieren), wormen, duizendpoten en (naakt)slakken. Af en toe eet hij ook kleine gewervelde dieren zoals muizen en kleinere kikkers. Volwassen kikkers hoeven maar twee tot drie keer per week te eten.
Om aan zuurstof te komen zuigen jonge kikkervisjes kleine luchtbelletjes in hun mondholte, om ze vervolgens onder druk hun longen in te duwen. Handig, aangezien de nog geen 3 millimeter lange lijfjes onmogelijk de oppervlaktespanning van water kunnen doorbreken om hun kop uit het water te steken en lucht in te ademen.
De grootste oorzaken zijn het verlies van de natuurlijke habitat, de klimaatsverandering en ziektes. Maar nieuw onderzoek toont dat pesticiden en andere chemicaliën een belangrijke rol spelen bij de sterfte onder deze dieren.
Kikkers weren: geen vijver
Kikkers zijn relatief makkelijk uit de tuin te weren, ze blijven altijd in de buurt van water. Als er geen water is, zullen er ook geen kikkers zijn. Zolang je zelf of je buren geen vijver hebben, zullen kikkers wegblijven.
De groene kikker vindt u vaak in vijvers en poelen. Hij houdt van de zon. In vijvers of poelen die grotendeels in de schaduw liggen, zult u vaak geen groene kikker aantreffen. Ligt de vijver echter in de volle zon, zult u dit prachtige dier vaak op bladeren of aan het wateroppervlak terugvinden.
Vul de pot of vaas altijd met vijverwater van waaruit het kikkerdril afkomstig is. Gewoon kraanwater bevat niet de juiste voedingstoffen en mineralen, en kan tevens te veel kalk of zelfs chloor bevatten waar het kikkerdril niet tegen kan.
Op zich kunnen kikkervisjes overigens wel tegen kou. Er zijn ook kikkervisjes die als kikkervis overwinteren omdat de metamorfose niet helemaal afgerond was maar het is niet optimaal. Ze zullen niet groeien als het te koud is.
Amfibieën zijn zeer gevoelig voor stoffen die niet in het water thuishoren. Als kikkervisjes niet groeien dan komt dat nog wel eens doordat er toch niet genoeg voedsel is. Je zou ze kunnen bijvoeren met schijfjes komkommer en tomaat, ontdooide diepvriesspinazie en vissenvoer.
Hij eet allerlei verschillende soorten insecten, krekels, spinnen en slakken. Soms eet hij ook een muis, een vogel, een vis of een salamander. Kikkers zijn ook kannibalistisch. Kikkervisjes eten elkaar als er te weinig voedsel is en volwassen kikkers eten ook wel eens een kleinere kikker.
Drinken en plassen
Niet alleen zuurstof, maar ook water kan door de huid van de kikker heen. Zo hoeven kikkers nooit te drinken. Ze moeten echter wel oppassen dat ze zich niet als een spons helemaal volzuigen met water als ze lang in het water liggen. Om dat te voorkomen, scheiden ze veel waterige urine af.
Kikkerdril is vanaf eind maart tot en met juni in slootjes en vijvers in de natuur te vinden. Neem niet te veel mee naar huis, want het zijn altijd meer eitjes dan je denkt. Thuis kun je de dril in een aquarium of grote weckfles gevuld met leidingwater zetten.