Rechts heeft ALTIJD voorrang. Als het openbare parkeerplaats is dan gelden de normale verkeersregels. Als er niets aangegeven staat met borden of tekens op de weg dan heeft rechts voorrang. Anders gelden de tekens of borden.
Komt u dus met de auto of fiets langs een uitrit, dan heeft u voorrang op het verkeer dat uit de uitrit komt rijden, ook al komt deze bestuurder van rechts. De wet spreekt over “bestuurder” en niet over personen. Toch heeft ook een voetganger voorrang op al het verkeer dat uit een uitrit komt.
Op een openbare parkeerplaats gelden altijd dezelfde aansprakelijkheidsregels als in het gewone verkeer. De Wegenverkeerswet en alle daarop berustende bepalingen gelden namelijk voor alle wegen die begaanbaar zijn voor het openbaar verkeer. Hierbij speelt het geen rol wie de eigenaar of beheerder van de weg is.
Let op: Ben je bestuurder en voer je een bijzondere manoeuvre uit, zoals bijvoorbeeld het verlaten van een uitrit, wegrijden van een parkeerplaats of keren, dan moet je al het overige verkeer voor laten gaan. Hieronder vallen dus ook voetgangers.
Ontstaat een aanrijding, dan wordt aangenomen dat er in dat geval geen voorrang is verleend. Voeren beide partijen een bijzondere manoeuvre uit, dan wordt al snel uitgegaan van een schulddeling en zijn beide partijen voor 50% aansprakelijk.
De parkeerplaats is een 'weg' in de zin van de Wegenwet. Ook een (verharde) berm valt onder het begrip 'weg'. Het is vaste jurisprudentie van de Afdeling dat parkeren onderdeel is van de afwikkeling van het verkeer. Daarmee kunnen parkeerplaatsen als 'weg' worden gekwalificeerd.
Als u dus een parkeerplaats koopt die gelegen is op een stuk grond dat al 30 jaar openbaar is, is het technisch gezien dus openbare weg en mag iedereen er parkeren. Een bordje neerzetten met de tekst 'eigen terrein' verandert hier strikt genomen niets aan.
Wie is aansprakelijk voor mijn verkeersongeluk? De persoon die het ongeluk veroorzaakt, moet de schade betalen. Hebben meer mensen schuld aan het ongeluk, dan betalen zij elk een deel van de schade. Voor fietsers, voetgangers en kinderen gelden bijzondere regels.
Als het een openbare parkeerplek is, is het iedereen wettelijk toegestaan daar de auto te parkeren. Ook als dat negen weken lang is.
Voorrangsvoertuigen (blauw zwaailicht, sirene) hebben altijd voorrang. Bestuurders van rechts moet je voorrang verlenen, tenzij dit door voorrangsborden anders is geregeld. Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor t.o.v. afslaand verkeer. Bij 'bijzondere manoeuvres' gaat al het andere verkeer voor, dus ook voetgangers.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
In de verkeerskunde wordt de term oprit uitsluitend gehanteerd voor de eerste betekenis. Dit stemt overeen met het begrip inrit of uitrit in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV 1990). De tweede betekenis wordt in de verkeerskunde aangeduid als een toerit.
Ten eerste, in Nederland verleen je altijd voorrang aan bestuurders van rechts op een GELIJKWAARDIGE weg. Dit betekent, bestuurders die uit de straat rechts van jou komen en dus NIET iemand die bijvoorbeeld rechts van jou voorgesorteerd staat.
Voorrangsregels woonwijk
Stel: je rijdt richting een kruispunt in een woonwijk. Van rechts komt een tegenligger aan. Als deze persoon uit een uitrit komt, heb jij voorrang.
Als bijzondere manoeuvre is o.a. genoemd: achteruitrijden. Om achteruit in te parkeren moet het voertuig achteruit rijden en voert de bestuurder zodoende een bijzondere manoeuvre uit. De auto die achteruit wenst in te parkeren, zal dus voordat hij achteruit gaat rijden het overige verkeer voor moeten laten gaan.
De Nederlandse wet stelt dat voetgangers en fietsers in het verkeer extra beschermd zijn. Artikel 185 van de Wegenverkeerswet beschrijft hen namelijk als zwakke verkeersdeelnemers. Dit is logisch, want zowel voetgangers als fietsers hebben geen bescherming wanneer zij aan het verkeer deelnemen.
De bestuurder van het motorrijtuig is aansprakelijk en moet de schade van de fietser of voetganger vergoeden, tenzij de bestuurder overmacht kan aantonen. Bij overmacht krijgt de fietser of voetganger geen schadevergoeding.
Een boete voor parkeren op uw eigen terrein, of de buurman die parkeert op uw parkeerplaats? Het is allemaal mogelijk als u niet oppast. Particulier eigendom kan openbaar zijn en op privéterrein kunnen gewone verkeersregels gelden!
Parkeren op de oprit
Tenzij de oprit met een hek of slagboom is afgesloten, is het vanaf de openbare weg vrij bereikbaar en valt het dus onder de Wegenverkeerswet. Zolang je hierbij geen uitrit blokkeert (bijvoorbeeld op een extra brede oprit) kan de politie je hier niet voor bekeuren.
Soms is een oprit onderdeel van de openbare weg, bijvoorbeeld als de oprit over een stoep loopt. De oprit wordt dan niet beschouwd als 'eigen terrein' en u mag uw auto daar niet parkeren. Als u een boete hebt gekregen voor het parkeren op een oprit, kunt u in beroep gaan.
Privéparkings. Parkeren is privé wanneer het van u is of wanneer het zich in uw gebouw bevindt. Het is een parkeerplaats die een box, garage of parkeerplaats aan de oppervlakte kan zijn, buiten en open, maar gemarkeerd door markeringen op de grond.
Soms is er schaarste aan parkeerplekken, waardoor u een losse parkeerplaats wilt kopen. Ook is het mogelijk om een losse garagebox te kopen, om bijvoorbeeld spullen in te stallen of uw auto in op te bergen. Een parkeerplaats kan zowel los als vast van een woning worden verkocht.
Rijdt men met de auto naar binnen, dan ontvangt men veelal een kaartje, waarna de slagboom open gaat. Bij de toegang voor voetgangers bevindt zich een betaalautomaat waar voor de parkeertijd betaald kan worden. Het kaartje wordt dan geactiveerd en is ongeveer een kwartier geldig om de slagboom bij de uitgang te openen.