In dit kader maken wij een onderscheid tussen participerende en niet-participerende observatie, spontane observatie, systematische observatie en gestructureerde observatie. Indien de observator zelf als persoon betrokken is binnen de context van de observatie, spreekt men over participerende observatie.
Een observatieformulier is een formulier dat gebruikt wordt bij het observeren van leerlingen. Observeren is het aandachtig waarnemen van een persoon en beschrijven wat je ziet. Op een observatieformulier staan vragen en/of punten waar de observator op let.
Je kunt verschillende observatiemethoden toepassen. Je kunt een actieplan invullen naar aanleiding van een observatie (pm3ko). Je kunt een plan van aanpak maken naar aanleiding van een observatie (gpm4ko). Medewerkers: Twaalf pedagogisch medewerkers, één helpende, één locatiehoofd, drie stagiairs.
Observatie is een onderzoeksmethode waarbij je naar mensen kijkt en luistert. Je kunt bijvoorbeeld het gedrag van een bepaalde groep hiermee onderzoeken. Observatie komt dan ook vaak voor bij sociologische studies. Er worden vooral observaties gedaan bij kwalitatief onderzoek.
Bij de observatie maak je een onderscheid tussen wat vooraf gaat aan het gedrag (A), het feitelijke gedrag zelf (B) en de gevolgen van dat gedrag (C). Door het moeilijk hanteerbare gedrag zo op te splitsen krijg je een goed zicht op de mogelijkheden tot verandering.
Observeren doe je vooral door te kijken. Non-verbaal gedrag is een belangrijk aspect van het totale gedrag. Je registreert non-verbaal gedrag door naar de lichaamstaal te kijken: je bekijkt wat voor handelingen iemand uitvoert: kletsen, wiebelen op een stoel, om zich heen kijken, wegkijken, friemelen, tikken enzovoort.
Objectief observeren
Objectief wil zeggen dat je van feiten uitgaat, en zo min mogelijk je eigen mening, gedachten of gevoelens mee laat spelen. Je observeert datgene wat je daadwerkelijk ziet, hoort, ruikt of voelt. Registreer en rapporteer vooral feiten en trek niet te snel conclusies.
Gedrag/reactie waarvan men met behulp van systematische observatie het voorkomen wil weten.
Gestructureerde observatie
De opzet van de observatie ligt vast. Vooraf wordt precies vastgesteld wie en wat je wilt observeren, waarom en hoe je dit doet. Denk bijvoorbeeld aan de non verbale communicatie van de verzorgsters genoemd, met als te observeren aspecten: oogcontact, zithouding en lichaamsbeweging.
Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen, kenmerken en uitingen van een of meer personen of van een gebeurtenis. Voor de verpleegkundige betekent dit het bewust en gericht waarnemen van feiten die voor het verplegen relevant zijn.
Observeren stelt je in staat om op een directe manier informatie te verzamelen over gedrag en processen in 'live' situaties. Dit kan helpen om onderwijsbehoeften in kaart te brengen. Kijkwijzers, beoordelingsschalen en checklists zijn vaak een hulp bij het observeren, maar kunnen ook beperkend werken.
De time-sampling methode houdt in dit onderzoek in, dat er vijf minuten gescoord wordt op de gedragseenheden en vervolgens vijf minuten een beschrijvende weergave gegeven wordt. Binnen de eerstgenoemde vijf minuten, wordt per minuut na 20 en 50 seconden gescoord.
Observeren is concreet en gericht waarnemen wat je ziet, hoort, ruikt, enz. Observeren is niet meer of minder dan dat. Wat is de grootste valkuil bij observeren en wat is het gevolg? Daardoor krijgt de observatie jouw persoonlijke kleur en kunnen andere jouw informatie niet meer objectief beoordelen.
Een observatie is een methode om gegevens te verzamelen door zelf waar te nemen. De onderzoeker observeert personen, plaatsen en activiteiten om zo in de omgeving zelf informatie te verzamelen. Tijdens een observatie is het belangrijk om te observeren met aandacht voor de context.
Wanneer je beroepsmatig observeert, wil je zoveel mogelijk objectieve informatie uit je waarneming halen om vakkundig te kunnen handelen. Observeren als beroepsvaardigheid om gedrag, personen of situaties te begeleiden, noemen we professioneel observeren.
Deze vorm van observatie wordt van te voren niet ingekaderd via een schema of observatieformulier. Je gaat een tijdje (15-60 minuten) observeren (kijken) maar ook luisteren naar wat er in de te observeren situatie (in de kamer, in de bus, op straat, in winkels) gezegd wordt.
Observeren is bewust en doelgericht waarnemen. Bewust observeren heeft te maken met het bewust gebruikmaken van je zintuigen en daarbij bewust zijn van de bewerkingen van eigen persoon. Doelgericht wil zeggen dat de observatie een duidelijk doel dient, waarbij is afgesproken hoe dat doet te bereiken is.
A - Actie: welk gedrag vertoont jouw cliënt met dementie? B - Bewegers: wat is de aanleiding voor het probleemgedrag? C - Consequenties: welke gevolgen heeft het gedrag? s - samen: bespreek mogelijkheden voor verandering met andere betrokkenen.
Het basisschema voor operant leren is het S-R-C-schema: gedrag (R van respons) wordt in bepaalde omstandigheden (S van stimulus of SD van discriminatieve stimulus) gevolgd door een bepaalde consequentie (C). De consequentie is de bekrachtiger. Wat bekrachtigd wordt, is gedrag en niet een persoon.
SGG (Situatie, Gedrag, Gevolg) model en zal tijdens deze bijeenkomst de 'voorkant' van het model (Situatie) besproken worden. Er is ruimte om ervaringen te delen en ook zullen er algemene adviezen gegeven worden.