Wat helpend is bij reflecteren is gebruik te maken van een reflectiemodel. Een reflectiemodel geeft je concrete handvatten om structureel en systematisch terug te kijken op je eigen handelen. Hiermee kan diepgaand en op een stapsgewijze manier worden gereflecteerd op een bepaalde ervaring, handeling of proces.
De STARR-methode is de meestgebruikte methode om te reflecteren op je eigen handelen, bijvoorbeeld in een reflectieverslag. STARR staat voor situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. Als je de STARR-methode gebruikt, geef je antwoord op vragen over de situatie, taak, actie, het resultaat en de reflectie.
Bij reflectie kijk je naar jouw rol in een situatie, hoe je daarmee omging en wat dat beïnvloedde. Je kunt jezelf vragen stellen als: 'Wat maakt dat ik dit op deze manier heb aangepakt?' en 'Welke overtuigingen speelden een rol?' Bevraag jezelf of anderen over wat je denkt, voelt en wilt.
Evalueren is toetsend, taakgericht; het gaat erom of de doelstellingen zijn gehaald. Reflecteren is ontwikkelingsgericht. Je leert jezelf te ontwikkelen vanuit opgedane ervaringen. Je kijkt specifiek naar je eigen bijdrage, en bekijkt of je achteraf gezien anders had kunnen handelen.
Het ervaren van een situatie. Het terugblikken op de ervaring. Het begrijpen van de belangrijkste aspecten van de ervaring.
Zelfreflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je bijvoorbeeld werkt, welke keuzes je daarbinnen maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe dat voelt. Het draait bij reflectie altijd om jou.
In een reflectie is het de bedoeling om bewust na te denken over je handelen met betrekking tot jezelf en je afstudeeronderzoek. Het is een kritische noot van jezelf op je voorgenomen en gerealiseerde onderzoek (de voor en na situatie).
Kernreflectie is een manier van reflecteren. Als reflectie doorgaat tot de kern van iemands persoonlijkheid, spreken we over kernreflectie. Om tot die kern te komen wordt gebruik gemaakt van het ui-model. Dit model laat de steeds diepere lagen van een mens zien.
Veelgestelde vragen over het ABCD-reflectiemodel
De ABCD-methode staat voor: Aanleiding: Wat is er gebeurd? Belangrijk: Wat was belangrijk voor je? Conclusie: Welke conclusie trok je over hoe te handelen?
STARR reflecties bieden een effectieve manier van zicht krijgen in het eigen handelen, kwaliteiten en ontwikkeling. De methode begint met het grondig beschrijven en analyseren van acties en vaardigheden in een relevante beroepssituatie.
In de inleiding beschrijf je meestal kort wat je precies in je reflectieverslag gaat bespreken, het onderwerp, het doel en eventuele andere informatie. In de kern van je verslag beschrijf je dus de verschillende situaties waarop je reflecteert.
Men omschrijft op deze site normatieve reflectie als: "wat vind ik als hulpverlener, wat zijn mijn dilemma's en keuzes, hoe kijk ik en hoe verantwoord ik – waar loop ik vast?" (Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk, z.d.-a).
Met de STARR-methode beschrijft u het voorbeeld in de 5 stappen: Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie.
Als de diepere ui-lagen (identiteit, betrokkenheid, kernkwaliteiten) meedoen in het reflectieproces, spreken we van kernreflectie. Onderzoek heeft aangetoond dat dit leidt tot 3D-leren: leren dat diepgaand is, doorwerkt in gedrag en duurzaam is.
Je sluit de reflectie af met een conclusie in het verslag waarin je vertelt wat je hebt geleerd en wat je nieuwe leerdoel is. Je hoeft niet op specifieke momenten in te gaan, maar geeft een algemene reflectie op je ontwikkeling in de afgelopen tijd.
Reflecteren betekent dat je nadenkt over je eigen ervaringen en gedrag. Het onderliggende idee om leerlingen te laten reflecteren is dat leerlingen leren van hun eigen gedrag. Dat ze in de toekomst ander gedrag vertonen dan in het verleden.
De term kritische zelfreflectie verwijst naar het 'vermogen om zichzelf van anderen te onderscheiden door persoonlijke en professionele reflectie op sterke en zwakke punten, talenten en doelen'. Kennis over sociale identiteiten en de factoren die het leven van individuen en groepen beïnvloeden, is ook relevant.
Uit onderzoek van Tasha Eurich blijkt dat de technieken die leiders toepassen om zelfbewuster te worden niet altijd de juiste zijn. Zo kan introspectie, als je het verkeerd aanpakt, leiden tot een negatief zelfbeeld. Leren uit ervaring kan ook omgekeerd werken.
Zelfreflectie nodigt je uit om kritisch naar je eigen gedrag te kijken. Je leert na te denken over en terug te kijken op je eigen mentale en emotionele processen. Om ze zo te begrijpen en te beheersen. Het helpt je om van een afstand te kijken naar je overtuigingen en die opnieuw te beoordelen.
De STAR-methodiek helpt bij het inzichtelijk krijgen van competenties van mensen. Het is een methode die, door een gegeven situatie te analyseren, inzicht geeft in de competenties waarover iemand beschikt en de wijze waarop deze gehanteerd worden. Het helpt dus bij het beoordelen van mensen.
Enkelvoudige reflectie: allen op inhoud niveau. Je geeft een samenvatting, of papagaai je wat de ander zegt. complexe reflectie: je gebruikt andere woorden, je her kadert wat de ander tegen je zegt.