Een psychose wordt vaak uitgelokt door een heftige gebeurtenis die gepaard gaat met stress, zoals een overlijden, scheiding of andere ontregelende gebeurtenis. Of door een heftige positieve verandering, zoals de geboorte van een kind. Slaapgebrek en drugs- of medicijngebruik kunnen de kans op een psychose vergroten.
Bel je behandelaar of je huisarts. Het is belangrijk dat een psychose zo kort mogelijk duurt. Je kunt medicijnen tegen een psychose krijgen en medicijnen om rustiger te worden. Ook therapie helpt je weer controle te krijgen over je gedachten en leven.
Praat wanen en hallucinaties niet weg
Iemand die een psychose doormaakt, heeft zijn gedachten, gevoelens en gedrag niet onder controle. Voor hem of haar zijn de wanen en hallucinaties werkelijkheid. Het heeft vaak geen zin om te zeggen: “De stemmen die je hoort zijn niet echt” of “Je wordt niet achtervolgd!”.
Als je een psychose hebt, verwerken je hersenen de prikkels anders, het netwerk in je hersenen is verstoord en uit zijn evenwicht. Ook neurotransmitters (zoals dopamine, glutamaat en GABA) zijn uit hun evenwicht, het dopaminesysteem is bijvoorbeeld heel actief.
Iemand met een psychose ziet of hoort soms dingen die er niet zijn (hallucinaties) en heeft bepaalde ideeën die niet kloppen (wanen). Iemand kan bijvoorbeeld stemmen horen of erg achterdochtig zijn. Een psychose heeft veel invloed op het dagelijks leven, bijvoorbeeld in relaties, sociale contacten, werk of studie.
Een psychose begint vaak met niet-specifieke klachten. Iemand verandert bijvoorbeeld in zijn gedrag, lijkt niet langer geïnteresseerd in sociale contacten en wordt minder actief. Vervolgens wordt hij bijvoorbeeld achterdochtig, hoort stemmen, hallucineert en kan niet meer helder denken.
Bij psychose is sprake van een veranderde beleving van de werkelijkheid die waarnemen, denken en emoties beïnvloedt. De belangrijkste symptomen zijn wanen, hallucinaties, problemen met samenhangend spreken, gedesorganiseerd gedrag en motivatieproblemen.
Herstellen van een psychose is een ingewikkeld proces. Herstel bestaat uit het leren kennen van je eigen gevoeligheid én weerbaarheid, ermee leren omgaan, je leven weer oppakken en het weer ervaren van een zinvol bestaan. Naasten en je omgeving spelen hierin een belangrijke rol.
Onstaan. In de meeste gevallen ontstaat een psychose niet plotseling, maar is er sprake van een aanlooptijd waarin het gedrag verandert. Een psychose kan gevaarlijk zijn door onverantwoordelijk gedrag, agressie en zelfverwaarlozing.
Antwoord. Er is onvoldoende bewijs dat psychose hersenschade veroorzaakt. Het is ook lastig te onderzoeken, of te bepalen welke onderzoeksvragen van belang zijn. Op groepsniveau wordt er met beeldvorming van alles gevonden, in diverse hersengebieden, maar vaak worden die afwijkingen dan niet gevonden in ander onderzoek ...
Antwoord. Een psychose zonder medicatie kan binnen een week weg zijn of een jaar of langer aanhouden. Er is geen precies antwoord op te geven, behalve dat je ook zonder medicatie uit de psychose kan komen. Het is over het algemeen niet zinvol om iemand te proberen overtuigen dat anderen zijn ideeën niet hebben.
Het niet te voorspellen hoe het beloop zal zijn. En als je kijkt naar de beloopstudies, dan zie je dat eigenlijk 20% een ongunstige prognose heeft, in de zin dat de psychose vaak aanblijft en mensen redelijk beperkt zijn. Maar 20% herstelt compleet na een eerste psychose.
Bied ruimte om te praten en te ventileren
Laat diegene in een psychose zijn of haar verhaal doen; stel niet te veel vragen maar luister vooral. Besef dat eventuele wanen en hallucinaties voor de persoon op dat moment waarheid zijn. Praat zijn of haar ideeën niet weg, ga niet mee in de psychose (bv.
Een psychotische periode duurt meestal weken tot maanden. Sommige mensen krijgen één keer een psychose terwijl anderen vaker een psychotische periode doormaken. Een psychose komt het meest voor bij mensen tussen de 16 en 30 jaar.
Een psychose is meestal een crisis die een sluimerende aanloop heeft, heftig wordt en daarna weer uitdooft. Dat laatste gaat niet vanzelf, vaak is er zware medicatie nodig, en/of intensieve begeleiding. Als dit ontbreekt dan kan een psychose lang(er) aanhouden.
Een opeenstapeling van ingrijpende en stressvolle gebeurtenissen kan een psychose uitlokken als je hier gevoelig voor bent. Denk aan een traumatische ervaring uit je kindertijd, seksueel misbruik, geweld en acute stressvolle gebeurtenissen. Ook drugsgebruik kan een oorzaak van een psychose zijn.
Manie en depressie: vaak gaat een psychose gepaard met een manie en depressie. Bij een manie ben je hyperactief en is je stemming uitgelaten. Bij een depressie ben je juist somber. Als je last hebt van hele negatieve of juist hele positieve hallucinaties en wanen, dan kunnen deze je manie of depressie versterken.
Veelvoorkomende symptomen van schizofrenie zijn wanen, hallucinaties, verward denken, zichzelf terugtrekken, sociale omgeving verwaarlozen.
We noemen dit ook wel een visuele hallucinatie. Letterlijk betekent hallucineren: dwalen door je hoofd. Soms vullen je hersenen bepaalde vage prikkels in, waardoor je herkenbare patronen ziet. Dat heet ook wel pareidolie.
Bij mannen heeft de eerste psychose meestal plaats tussen het 16e en 35e levensjaar; bij vrouwen is dit meer variabel. In de menopauze hebben vrouwen een verhoogde kans op schizofrenie. Ontwikkeling van schizofrenie op late leeftijd bij mannen is zeldzaam ( van Alphen et al.
Wanen of waanbeelden zijn verkeerde gedachten of ideeën over gebeurtenissen in de realiteit. Deze wanen komen niet overeen met de werkelijkheid, maar iemand met een psychose gelooft hier heel sterk in. Voor die persoon is die waan werkelijkheid geworden, hoe vergezocht ook.
Bij een manie heeft iemand weinig of geen behoefte aan slaap. Bij psychoses kan het slaapritme ernstig verstoord raken. Meestal slapen deze mensen te kort omdat ze moeilijk in slaap vallen of te vroeg wakker worden. Ook worden ze tijdens de slaap vaker wakker.
Een aantal richtlijnen adviseert bij een eerste psychose minimaal twee jaar antipsychotica voor te schrijven (Bosveld-van Haandel et al., 2001; Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ, 2005). Na meerdere episoden moet behandeling levenslang gegeven worden.