Elk jaar verhoogt de overheid de alimentatiebedragen met een bepaald percentage. Dit heet indexering van alimentatie. In 2023 is het indexeringspercentage 3,4%.
Indexering is het aanpassen van geldbedragen aan een indexcijfer. Vaak betreft dit aanpassing aan de inflatie zodat het reële bedrag gelijk blijft, d.w.z. dezelfde (gemiddelde) koopkracht blijft vertegenwoordigen.
Bij indexatie wordt het tarief aangepast op basis van de prijsindex. Je hoeft hier niet in mee te gaan, maar het mag wel mits dit aangegeven wordt in de algemene voorwaarden. Niet indexeren, dus geen prijsverhoging doorvoeren terwijl er wel inflatie is betekent dat je minder overhoudt!
De ambtenarensalarissen (en de sociale uitkeringen) worden automatisch geïndexeerd, aan de hand van de zogenaamde spilindex. Bereikt of overstijgt de afgevlakte gezondheidsindex daarbij een bepaalde waarde, dan worden die salarissen en uitkeringen met 2 procent opgetrokken.
De voorlopige eerst gepubliceerde indexpercentages voor de indexering vanaf januari 2023 zijn: Cao-loonindex (Cao lonen per maand incl. bijzondere beloningen) 3,2% Consumentenprijsindex (CPI, alle huishoudens) 10%
De lonen in het PC 200 kenden in januari 2023 een historisch hoge indexering van 11,08%. De prognose voor januari 2024 bedraagt momenteel 2,65%.
Voorbeeld 1
De prijs van een betonvloer stijgt in een jaar tijd van € 42,- tot € 45,-. Het prijsindexcijfer bereken je dan als volgt: ( €45 / € 42 ) x 100 = 107,1. Het indexcijfer 107,1 geeft aan dat de prijs van een betonvloer in het betreffende jaar met 7,1 procent (= 107,1 – 100) is gestegen.
Ook werkenden met een modaal inkomen, rond € 3.090 per maand in 2023, houden netto meer over. Daarbij gaat het om een stijging van 3,7%, of € 91,42. Voor Nederlanders met een inkomen van twee keer modaal is de percentuele stijging minder: 2,4%.
Hoe hoger het loon, hoe meer je ook netto in procenten overhoudt. Wie 7.000 euro bruto verdient, houdt van een indexering met 2 procent 1,54 procent extra nettoloon over. Bij 5.500 euro is dat 1,25 procent.
Elk jaar voert de overheid twee keer een verhoging door van het wettelijk minimumloon (WML): op 1 januari en 1 juli. Per 1 juli 2023 gaat het minimumloon omhoog met 3,13%.
Wanneer mag u de huurprijs indexeren? Het indexeren van de huur mag één keer per jaar gebeuren. Wanneer dat is, ligt ook vast: u doet dit op de datum waarop het huurcontract startte. Begon u te verhuren op 1 november 2020, dan kan u op 1 november 2021 de huurprijs indexeren.
Voor woningen met een EPC-label D mag de indexering tot 30 september 2022 volledig worden doorgerekend. Vanaf 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023 mag de indexering maar voor 50% worden aangerekend. Een verhuurder had het recht om de huurprijs te indexeren in 2022, maar deed dit niet.
De spilindex werd niet overschreden in april 2023. Hij bedraagt nog steeds 125,60. De spilindex werd de vorige keer overschreden in november 2022. Sinds 1 januari 2023 is de verhogingscoëfficiënt 1,9999.
De werknemers die het verschil in een keer zullen ontvangen zijn degene van wie het loon jaarlijks wordt geïndexeerd in januari (of februari, bijvoorbeeld voor de koetswerksector). Voor de indexeringen volgens de spilindex is een indexering in december 2022 nog mogelijk (en dit ook elke maand die volgt).
Na 1 januari is er immers geen verplichting om de werkelijke lonen nog te indexeren. Als de nieuwkomer aan het sectorale baremaloon betaald wordt, moet je vanaf 1 januari de nieuwe barema's volgen. De nieuwe werknemer zal dus recht hebben op een indexering, onafhankelijk van de startdatum van de arbeidsovereenkomst.
Het indexcijfer van de consumptieprijzen - beter gekend als 'de index' - meet de prijsevolutie van de goederen en diensten die de gezinnen consumeren. Dit indexcijfer wordt maandelijks bepaald aan de hand van de waarde van een 'korf' met de belangrijkste consumptiegoederen en diensten.
Wie een bruto loonsverhoging van 100 euro krijgt, ziet daarvan slechts 40 à 50% op zijn bankrekening gestort. In extreme gevallen hou je slechts 30 euro aan die loonsverhoging over. Want naarmate het brutoloon stijgt, stijgen ook de patronale lasten en de bedrijfsvoorheffing.
Historisch hoge loonindexering voor bedienden uit PC 200 op 1 januari 2023. Het loon van meer dan 500.000 bedienden uit de privésector (PC 200) stijgt op 1 januari 2023 met 11,08%. Het is de hoogste indexatie sinds de invoering van het jaarlijks indexatiemoment in januari in de sector.
Enkel bij een loonindexering van de effectieve lonen wordt je brutoloon met een bepaald percentage verhoogd. Dit betekent ook dat je netto meer loon krijgt op het einde van de maand. Wat zijn enkele van je vaardigheden?
Het bruto modaal inkomen in 2023 is € 40.000. Door belastingen houd je netto van het modaal salaris in 2023 wat minder over, namelijk € 32.164.
Het minimumloon stijgt per 1 januari 2023 met 8,05%, met daarbovenop de reguliere indexatie. Werkgevers moeten daardoor in de eerste helft van 2023 aan werknemers van 21 jaar en ouder met een fulltime dienstverband minimaal € 1.934,40 betalen. In de tweede helft van 2022 bedraagt dit nog € 1.756,20 bruto per maand.
Elk jaar verhoging alimentatie
De overheid maakt in november bekend hoeveel procent meer u betaalt in het volgende jaar. Vanaf 1 januari 2023 is dat 3,4%.
De lonen zijn in ons land gekoppeld aan de gezondheidsindex, en voor een groot deel van de werknemers is het zo dat hun loon in januari aangepast wordt volgens de inflatie.
De inflatie wordt afgemeten aan de jaarlijkse verandering van consumentenprijzen. Consumentengoederen en -diensten waren in de maand mei 2023 6,1 procent duurder dan een jaar eerder.