Wat is de verleden tijd van ontdekken? De verleden tijd van ontdekken is 'ontdekte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ontdekt'.
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.
Voltooide deelwoorden maken deel uit van samengestelde werkwoordstijden. De voltooide tijd wordt gevormd door de persoonsvorm van het hulpwerkwoord hebben of zijn en het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. We hebben tot vijf uur gewacht.
Een twijfel is ook vaak bij woorden waarbij je de 't' niet hoort maar wel schrijft: 'ondekken' in plaats van ontdekken. Die 't' hoor je immers niet. Het woord 'enige' gaat ook heel vaak mis: enege.
Het voltooid deelwoord is een onderdeel van de werkwoordspelling. Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-, maar kan ook beginnen met be-, -her, ver- of ont-.
Regel 1. Voeg bij regelmatige werkwoorden de uitgang -t aan de stam toe als de verleden tijd eindigt op -te(n). Voeg de uitgang -d toe als de verleden tijd eindigt op -de(n). Voeg geen extra -t of -d toe als de stam al eindigt op een -t of -d.
Een voltooid deelwoord geeft aan dat is al gebeurd is. Voltooid betekent dat het af is. Bijvoorbeeld: Ik heb gehuild. Een voltooid deelwoord heeft ook altijd een hulpwerkwoord.
Het voltooid deelwoord van verhuizen is verhuisd.
De verleden tijd van schaven is 'schaafde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geschaafd'.
De verleden tijd van bewegen is 'bewoog'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bewogen'.
Vervoeging: ik probeer, jij probeert, hij probeert, wij proberen. ik probeerde, wij probeerden. ik heb geprobeerd.
Een voltooid deelwoord eindigt meestal op en bij de sterke werkwoorden. Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een t of d bij de zwakke werkwoorden. Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een t of een d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).
De verleden tijd van steppen is 'stepte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestept'.
echoën: ik echo, jij/hij/zij echoot, echode(n), geëchood.
De verleden tijd van lachen is 'lachte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gelachen'.
branden - ik / jij / hij brandde - wij / jullie / zij brandden. leggen - ik / jij / hij legde - wij / jullie / zij legden.
In verzorgde schrijftaal staat een voltooid deelwoord bij voorkeur vooraan of achteraan in de werkwoordelijke eindgroep. De werkwoordelijke eindgroep is de opeenvolging van werkwoordsvormen aan het eind van een hoofd- of bijzin. De persoonsvorm van een hoofdzin maakt nooit deel uit van de werkwoordelijke eindgroep.
Een voltooid deelwoord eindigt meestal op en bij de sterke werkwoorden. Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een t of d bij de zwakke werkwoorden.
Het correct gespelde voltooid deelwoord van updaten is geüpdatet. De stam van updaten is update. Om het voltooid deelwoord te vormen, voegen we vooraan eerst het voorvoegsel ge- toe.