De Binnenstad van Amsterdam is het meest centrale deel van stadsdeel Centrum. Het is het gebied binnen de ring Singel - Amstel - Kloveniersburgwal - Geldersekade - IJ. Dit is het oudste deel van de stad, daterend van voor de grote uitbreidingen van de 16e en 17e eeuw (Lastage en Grachtengordel).
De (middeleeuwse) oude binnenstad is het gebied tussen het IJ, het Singel, de Kloveniersburgwal en de Geldersekade met een gebiedje oostelijk daarvan: de Lastage. Kenmerkend voor deze wandeling is dat in een betrekkelijk klein gebied de rijke Amsterdamse historie tastbaar wordt.
De oudste vermelding van Amsterdam is in een document van 27 oktober 1275. In dit document verleent graaf Floris V de bewoners tolvrijheid: vrije vaart door het graafschap zonder ergens tol te hoeven betalen. Op 27 oktober 2025, 750 jaar later, kent de wereld Amsterdam nog steeds als een tole rante, vrijzinnige stad.
Amsterdam heette vroeger Amstelerdam, maar de inwoners noemen de stad zelf Mokkum. De stad is vernoemd naar een dam in de rivier de Amstel in de 13e eeuw. De stad kreeg in 1300 stadsrechten en ontwikkelde zich al snel tot een welvarende handelsstad.
De eerste bewoners van Amsterdam zijn boeren en vissers uit Waterland, die in het veengebied waar de de Amstel in het IJ uitmondt, een gunstige plaats vinden voor hun vloot, bedrijf en huisvesting.
Welvarendere mensen wonen vooral in de Grachtengordel, Zuid, de Rivierenbuurt, de opgeknapte delen van de Jordaan, Oud-West en het Oostelijk Havengebied. Minder vermogende mensen zijn te vinden in onder andere Bos en Lommer, de Hoofddorppleinbuurt, Overtoomse Veld, de Bijlmer en Amsterdam-Noord.
Oudste deel van Amsterdam
De Warmoesstraat is één van de oudste straten van Amsterdam. Amsterdam is ontstaan gevormd langs de oude monding van de Amstel, het Damrak. De Amstel had toen nog de volledige breedte tussen de Nieuwendijk en de Warmoesstraat. De Warmoesstraat ligt op de dijk aan de oostkant van het Damrak.
Amsterdam – Mokum. De naam stamt uit het Hebreeuwse מָקוֹם (Maqom). wat 'plaats' of 'stad' betekent. Via het Jiddische (mokem) kwam het in het Bargoens terecht, waaraan het Amsterdamse dialect veel woorden ontleende.
De dag waarop de naam Amsterdam voor het eerst op een archiefstuk werd vermeld is zondag 27 oktober 1275. Floris V, graaf van Holland, verleende in deze akte het recht van tolvrijheid 'aan de lieden die nabij de Amstel verblijven'.
De Oude Kerk is het oudste gebouw van Amsterdam. Het gebouw was het middelpunt van het laatmiddeleeuwse stadse leven. Er werd gefeest, getrouwd, gebeden en gerouwd. Het was kerk, buurthuis en overdekte begraafplaats ineen.
Nijmegen wordt over het algemeen beschouwd als de oudste stad van Nederland. Helemaal vast staat dit niet, en uiteraard zijn er meer Nederlandse steden die voor deze belangrijke historische titel gaan. Bewezen is in elk geval dat al voor de jaartelling de Bataven zich vestigden op de plek die wij nu Nijmegen noemen.
"Rotterdam bestond toen al, maar kreeg pas stadsrechten in 1299 (die werden ingetrokken), 1328 en 1340. Pas na 1424 werd Rotterdam belangrijker. Amsterdam was in de 14-de eeuw ook al een stad, maar kwam pas echt op in de 16-de eeuw."
Volgens deze nieuwe berekening telt ons land in totaal 850.000 moslims, zo'n 15% minder dan eerder werd aangenomen. Als de nieuwe CBS-methode wordt toegepast op Amsterdam resulteert het totaal aantal moslims van 18 jaar en ouder op bijna 84.000.
De oudste gracht stamt al uit 1385, namelijk de Oudezijds Voorburgwal en met 6,3 kilometer is de Singelgracht de langste gracht. De breedste gracht is met 31 meter breed de Keizersgracht uit 1612.
Het verbod geldt in het hele Wallengebied en op de Dam, het Damrak en de Nieuwmarkt, en geldt ook voor bewoners van het gebied. Als iemand toch een joint opsteekt, kan er een boete van 100 euro volgen. Zowel agenten als handhavers mogen die uitschrijven.
Op 26 augustus 1664 namen de Engelsen de Nederlandse vestiging Nieuw-Amsterdam zonder slag of stoot in. Op 8 september was de deal rond: Nieuw Amsterdam werd New York.
Het oudste Nederlands werd aangeduid met vormen van het gereconstrueerde *þeudisk, zoals het Middelnederlandse 'Diets'. In de middeleeuwen en vroegmoderne tijd duidde men de volkstaal van de Nederlanden ook aan met de termen 'Nederlands', 'Nederduits' en voor bepaalde regio's 'Vlaams' en 'Hollands'.
Onze drassige bodem is al eeuwenlang een bron van zorg voor huizenbouwers en -bewoners. Daarom staan van oudsher alle Amsterdamse gebouwen op palen. Niet alleen op het land, maar vroeger ook tot diep in het IJ. Ook uw huis staat op palen.
Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek daalde, nadat in voorgaande jaren het aandeel al van 59 naar 50 procent zakte, het percentage Nederlanders in Amsterdam dit jaar naar 49,7 procent. Van de 779.808 hoofdstedelijke bewoners zijn er slechts 387.888 van Nederlandse afkomst. 391.920 zijn allochtoon.
Het Amsterdams is het stadsdialect gesproken door de autochtone "volksklasse" van Amsterdam, maar door massale migratie in de 20e eeuw is het de volkstaal van Almere en Lelystad en is het tevens frequent te horen in bijvoorbeeld Purmerend, Alkmaar en Hoorn.
Een inwoner van Amsterdam is een Amsterdammer, iemand uit de Zaanstreek is een Zaankanter en iemand afkomstig uit Heiloo is een Heilooënaar.
Er was een tijd dat mensen die Jiddisch spraken naar Nederlandse en Duitse steden verwezen met Mokum, plus de eerste letter van de naam van de stad (volgens het Hebreeuwse alfabet). Zo was Amsterdam Mokum Alef ('plaats A'), zoals Rotterdam ook wel bekendstond als Mokum Resh en Berlijn als Mokum Beis.
Aan het begin van de 17e eeuw wordt duidelijk dat de palen 2 keer zo diep de grond in moeten om de harde zandlaag te bereiken. Toch komt het vaak voor dat de funderingspalen niet diep genoeg geheid worden, waardoor huizen in de loop der jaren verzakken.
De Kalverstraat is de bekendste winkelstraat van Amsterdam. Dagelijks komen hier zo'n 50.000 bezoekers naar de vele grote winkelketens, zoals H&M, UNIQLO, Urban Outfitters en Pull & Bear.
Amsterdam is een oude stad waar – vooral in het centrum- de huizen dicht op elkaar staan. Veel van de huizen in de oude binnenstad zijn supersmal. Dit heeft een reden: in de zeventiende eeuw moest in Amsterdam belasting worden betaald voor de breedte van de gevel. Hoe smaller het huis, hoe minder belasting je betaalde.