Wat is de kleine bloedsomloop? Dit is de bloedsomloop die zuurstof aan je bloed toevoegt. Vanuit je lichaam stroomt zuurstofarm bloed je hart binnen. Vervolgens stroomt het bloed via je rechterhartkamer en je longslagader naar jouw longen.
De grote bloedsomloop of systeemcirculatie zorgt dat het zuurstofrijke bloed door het hele lichaam vervoerd wordt. De grote bloedsomloop vervoert via het bloed allerlei stoffen, waaronder hormonen, voedingsstoffen en zuurstof naar alle cellen van het lichaam.
De kleine bloedsomloop zorgt ervoor dat je bloed CO2 kan afstaan aan de longen en zuurstof kan opnemen. De grote bloedsomloop geeft juist zuurstof af aan je lichaam en neemt CO2 op. De twee bloedsomlopen zijn via het hart met elkaar verbonden.
Namelijk van het hart naar de longen naar het hart, en van het hart naar de rest van het lichaam (de organen dus) weer terug naar het hart. Met andere woorden: hart - long - hart wordt de kleine bloedsomloop genoemd en hart - rest van het lichaam - hart wordt de grote bloedsomloop genoemd.
Haarvaten zijn haarfijne bloedvaatjes waarin de rode bloedcellen zuurstof en kooldioxide afgeven of opnemen. Deze vaatjes zijn zo fijn dat de rode bloedcellen zuurstof uit de lucht kunnen oppikken.
Rood = zuurstofrijk bloed. De kleine bloedsomloop (door de longen) brengt zuurstofarm bloed naar de longen, zodat het bloed daar zuurstof kan ophalen. De rechterboezem stroomt vol met zuurstofarm bloed uit het lichaam.
In een gesloten bloedsomloop zorgt het hart ervoor dat het bloed in beweging blijft. Vogels, zoogdieren en vissen bevatten een gesloten bloedsomloop.
De bloedsomloop
De linker harthelft verzorgt de grote bloedsomloop (hart – lichaam – hart) en zorgt ervoor dat de opgenomen zuurstof en voedingsstoffen naar alle delen van het lichaam worden gebracht. Omdat de linkerkamer het zuurstofrijke bloed in het hele lichaam pompt, is de spierwand van de linkerkamer veel dikker.
Ze hebben allemaal een eigen functie. De rode bloedcellen vervoeren zuurstof en kooldioxide door je lichaam. De witte bloedcellen kunnen schadelijke stoffen en ziekteverwekkers herkennen en onschadelijk maken. Bloedplaatjes zijn stukjes cel die zorgen voor het korstje op een wondje.
De bloedsomloop die begint bij de rechter kamer. Via de longslagader stroomt er zuurstofarm bloed richting de longen om daar koolstofdioxide af te geven en zuurstof op te nemen. Het zuurstofrijke bloed gaat vervolgens via de longader terug naar het hart.
Vanuit de linkerkamer gaat het bloed naar de aorta, de grootste slagader van ons lichaam. Van de aorta komt het in de slagaders. Die voeren het bloed naar de organen en vertakken daar tot haarvaten. In de haarvaten geeft het bloed zuurstof en voedingstoffen af en neemt het koolstofdioxide en andere afvalstoffen op.
De bloedvaten maken deel uit van de bloedsomloop en zorgen ervoor dat het bloed in goede banen wordt geleid door het gehele lichaam. Zuurstofrijk bloed wordt zo naar het hart en de organen vervoerd en afvalstoffen worden weer afgevoerd.
Je hart is een van de belangrijkste organen in je lichaam. Het pompt bloed rond en zorgt ervoor dat je lichaam functioneert zoals het hoort.
Heb je 5 liter bloed in je lichaam, dan is dat dus 10 procent. Je beenmerg kan al naargelang de behoefte direct 2 tot 17 miljoen nieuwe rode bloedcellen produceren. De aanmaak van nieuwe witte bloedcellen en bloedplaatjes kost wat meer tijd, maar na een paar dagen is al het afgenomen bloed vervangen.
De linkerkamer heeft de belangrijkste taak: hij pompt het zuurstofrijke bloed tot in de tenen, de vingers en de kruin. De rechterkamer pompt het bloed uitsluitend naar de nabij gelegen longen. De linkerkamer is het werkpaardje en heeft daardoor een dikkere spierwand dan de rechterkamer of de boezems.
De kleine bloedsomloop vervoert zuurstofarm bloed van het hart naar de longen. in de capillairen in de longen wordt zuurstof in het bloed opgenomen en koolstofdioxide aan de longen afgegeven. Vanaf de longen stroom het zuurtsofrijke en koolstofdioxide arme bloed dan weer terug naar het hart.
Zuurstof is een heel belangrijke brandstof voor je lichaamscellen. Je ademt het via je longen in, waar het wordt opgenomen in het bloed. Daar bindt het zich aan het hemoglobine in de rode bloedcel. De rode bloedcellen stromen door het hele lichaam en geven onderweg zuurstof af aan alle lichaamscellen.
De grote bloedsomloop loopt vanaf het hart door alle organen (behalve de longen) en weer terug naar het hart. De volgorde van de bloedsomloop: holle ader – rechterboezem – rechterkamer – longslagader – longhaarvaten – longader – linkerboezem – linkerkamer – aorta – (orgaan)slagader – (orgaan)haarvaten – (orgaan)ader-
Een open bloedsomloop betekent dat bloed vrij door het lichaamsweefsel kan vloeien. Dit type bloedsomloop zie je bij bijvoorbeeld spinnen en insecten. In een gesloten bloedsomloop stroomt het bloed niet vrij, maar in een gesloten systeem van bloedvaten door het lichaam. Mensen hebben dus een gesloten bloedsomloop.
Een slechte doorbloeding kan worden veroorzaakt door een verstopping of vernauwing van een bloedvat, aderverkalking, bloedpropjes die weer oplossen of een tijdelijke bloeding.
Een open bloedsomloop is de gangbare vorm van bloedcirculatie bij een aantal geleedpotigen, zoals insecten en spinnen. In tegenstelling tot de gesloten bloedsomloop zoals voorkomt bij de gewervelden, kan het bloed in delen van het lichaam vrij door het lichaam, tussen de cellen door vloeien.
Denk aan rode rozen of aan hartjes die meestal met een rode potlood zijn ingekleurd. Rood is de kleur van de liefde, maar waarom eigenlijk? Dit alles heeft met je hart te maken. Rood is namelijk de kleur van het hart.
Het bestaat uit rode bloedlichaampjes, witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes die in een vloeistof drijven. Die vloeistof heet het bloedplasma. Bloed speelt een cruciale rol bij het transport van zuurstof, voedingsstoffen, antilichamen en hormonen.
Bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg (het binnenste van je botten). Als de cellen rijp zijn, zwermen ze uit naar de bloedbaan waar ze door het plasma vervoerd worden door het lichaam. Eenmaal in de bloedbaan hebben bloedcellen een beperkte levensduur.