Niveau A1 Engels is het eerste niveau binnen het Europees referentiekade (ERK), een definitie van verschillende taalniveaus, geformuleerd door de Europese raad. Doorgaans wordt dit ook wel het beginnersniveau genoemd, wat dan ook de officiële niveau-omschrijving is binnen het ERK, ook gebruikt door EF SET.
Niveau A2 Engels
Op dit niveau begrijpt u: Simpele persoonlijke, familie- en jobgerelateerde taal. Genoeg voor het dagelijks leven met behulp van trage, duidelijke spraak. Korte, simpele teksten met betrekking tot vertrouwede onderwerpen.
Europese taalniveaus
Voor elk van de verschillende onderdelen van taalverwerving, lezen, spreken, luisteren en schrijven, zijn er zes niveaus: A1: Beginner. A2: Beginner + B1: Halfgevorderden.
A2 wordt gezien als het basisniveau dat je eigenlijk nodig hebt om goed te kunnen functioneren in het dagelijks leven, en niveau A1 is een tussenstapje op weg daar naartoe. Als je niveau A2 hebt bereikt, kun je je met het Nederlands in eenvoudige, alledaagse situaties redden.
Wat u kunt doen met niveau B1 Engels
Een B1 niveau is voldoende voor conversaties met Engelssprekende personen over alledaagse onderwerpen. Op werk zijn personen met niveau B1 Engels in staat eenvoudige rapporten over bekende onderwerpen te lezen en simpele e-mails over onderwerpen binnen hun vakgebied te schrijven.
Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt. En uit korte, eenvoudige en actieve zinnen. Er zijn 6 taalniveaus: niveau A1 is het laagste niveau en taalniveau C2 is het hoogste.
Volgens de officiële ERK voorschriften, kan iemand met Engels niveau C1: Een breed scala aan gecompliceerde lange teksten begrijpen en onderliggende bedoelingen herkennen. Op een spontane manier en in vloeiend Engels ideeën uiten, zonder duidelijk te hoeven zoeken naar uitdrukkingen.
Lezers op B1-niveau kunnen de hoofdgedachte van de tekst begrijpen en de belangrijkste informatie uit de tekst halen. Op B2-niveau zijn de teksten complexer en hebben ze vaak een minder duidelijke structuur. De taal is ook complexer en er worden meer ingewikkelde grammaticale constructies gebruikt.
Van laag naar hoog zijn dat: A1, A2, B1, B2, C1, C2. Deze indeling is gemaakt als hulpmiddel om iemands beheersing van een vreemde taal aan te geven. Wat die niveaus precies inhouden staat hieronder. Het niveau dat je in een vreemde taal hebt, kun je aangeven met de indeling van de Raad van Europa.
Mensen met taalniveau C1 kunnen lange en complexe teksten begrijpen. Zowel feitelijke als literaire teksten. Ook als deze teksten gaan over een onderwerp waarop ze zelf geen specialist zijn. Soms moeten ze een passage wel even herlezen.
Een havo-leerling begint normaliter in klas 1 met Engels op A2 niveau (ERK) en zou gedurende de havo opleiding niveau B2 moeten bereiken op leesvaardigheid (het Centraal Schriftelijk Examen toetst alleen leesvaardigheid).
Taalniveaus. Per beroepsniveau is een taalniveau vastgesteld: Taalniveau B1: MBO-beroepen (zoals verpleegkundigen). Taalniveau B2: HBO-beroepen (zoals fysiotherapeuten, physician assistants, verloskundigen en de geregistreerd-mondhygiënisten).
Een C2 Proficiency-kwalificatie betekent dat leerlingen het Engels op een uitzonderlijk goed niveau beheersen en kunnen communiceren met de vlotheid en verfijning van een zeer competente spreker Engels.
Niveau B2 Engelse vaardigheden in detail
Bijvoorbeeld, als student met niveau B2 bent u in staat alles te doen wat een student met niveau B1 kan en daarbij kunt u: Deelnemen in vergaderingen over onderwerpen binnen uw vakgebied, mits u hulp krijgt om sommige punten beter te begrijpen.
Voor bacheloropleidingen geldt op dit moment dat iemand B2-niveau ('gevorderd') moet hebben, voor masters is C1-niveau ('vergevorderd') nodig. Voor bacheloropleidingen houdt dat in dat een vwo-diploma met Engels genoeg is voor toelating.
Als de opleiding aansluit duurt dit doorgaans 1 jaar. Het is over het algemeen zo dat je in 1 jaar het volgende niveau haalt. Dus van niveau 2 naar niveau 3 duurt 1 jaar en van niveau 3 naar niveau 4 duurt 1 jaar. Uitzondering is als je een opleiding gaat doen in een andere richting.
3F: Onafhankelijke gebruiker. Het niveau aan het einde van vmbo gl/tl, mbo-4 en havo; 4F: Vaardige gebruiker: het niveau aan het einde van een vwo-opleiding.
De kwalificatiestructuur is in de jaren 90 ingevoerd. Hierdoor kun je met mbo-diploma niveau 2 makkelijk doorstromen naar een niveau 3 opleiding, of van 3 naar niveau 4. Over het algemeen kom je met een mbo-diploma gemakkelijk aan een baan.
Hierna zetten we taalniveaus B1, B2, A1, A2, C1, C2 op een rij. Daarbij zijn taalniveau B1 en B2 het belangrijkst. Deze taalniveaus worden namelijk het meeste gebruikt in ons land. Een taalniveau beschrijft het niveau van iemand die een taal leest, spreekt, hoort of schrijft.
Om toegang te krijgen tot een opleiding moet je namelijk kunnen aantonen dat je Nederlands kunt lezen, luisteren, schrijven en spreken op B1-niveau (voor mbo-opleidingen) of op B2-niveau (voor hbo-opleidingen en de universiteit).
Niveau C2 Engels
Op dit niveau begrijpt u: Praktisch alles dat u hoort of leest met gemak. Alle gesproken taal op een snelle en natuurlijke manier. Abstracte, structureel complexe tekst en literaire geschriften.
Taalniveau C1
Effectieve operationele vaardigheid – kan zichzelf vloeiend uitdrukken en kan de taal flexibel en efficiënt gebruiken voor sociale, academische en professionele doeleinden.
Cambridge English op het vwo. Vwo studenten worden in 6 vwo voor het centrale eindexamen Engels op niveau C1 (ERK) getoetst op leesvaardigheid. Het streven van de andere taalvaardigheden, schrijven, spreken en luisteren is B2.
Voor alle studenten op niveau 4 geldt dat zij een examen Engels moeten doen op niveau A2/B1. Maar binnen veel andere beroepsgroepen is een goede beheersing van de Engelse taal ook een vereiste. Daarom krijgen veel mbo-studenten op andere niveaus ook Engels.