In de wet staat dat het verboden is vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats in te halen. Ben je gestopt voor een voetganger, observeer dan altijd het achteropkomende verkeer. Zij mogen jou niet inhalen. Fietsers en bromfietsers halen vaak nog in wanneer je stopt voor een voetganger.
Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteken, of kennelijk op het punt staan dit te doen, voor laten gaan. Onder voetgangers vallen ook mensen die met de fiets aan de hand lopen. Fietsers vallen daar niet onder.
Voetgangersoversteekplaats (VOP)
Deze is doorgaans uitgevoerd met zebramarkering, maar kan ook van kanalisatiestrepen zijn voorzien. Bij een zebrapad hebben voetgangers voorrang bij het oversteken, bij kanalisatiestrepen niet. Deze voorrang volgt overigens niet uit het zebrapad zelf, maar uit het verkeersbord model L2.
Een voetgangersoversteekplaats (zebrapad) is herkenbaar aan de in dwarsrichting van de rijbaan, fietspad of fiets-/bromfietspad aangebrachte markering die bestaat uit brede witte en donkere strepen. Deze oversteekplaats wordt meestal aangeduid door bord L2.
In de wet staat dat bestuurders van een auto, scooter of ander motorvoertuig een voetganger voorrang moeten verlenen bij een zebrapad. Hetzelfde geldt voor fietsers.
De voorrangs- regel van haaientanden is iets tussen bestuurders, zoals aangegeven is de voetganger geen bestuurders. Dus heeft de haaientand, en de daarbij behorende voorrangsregel heeft geen invloed op de voetganger.
Alle verkeersregels rondom trams op een rij
Trams hebben altijd voorrang: of je nu op de fiets, te voet of met de auto bent. Ook als een tram afslaat naar links of rechts, of van links of rechts komt, heeft deze voorrang. Uitzondering: als je op een voorrangsweg rijdt en de tram niet, dan heb jij voorrang.
De NEN 3140 VOP-er mag alleen werkzaamheden aan elektrotechnische installaties uitvoeren na aanwijzing of benoeming van de Installatie- en/of werkverantwooordelijke (IV/WV). Werkzaamheden die een VOP-er dan zelfstandig mag uitvoeren zijn bijvoorbeeld: Zekeringen vervangen. Lampen of armaturen vervangen.
In de wet staat dat het verboden is vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats in te halen. Ben je gestopt voor een voetganger, observeer dan altijd het achteropkomende verkeer. Zij mogen jou niet inhalen. Fietsers en bromfietsers halen vaak nog in wanneer je stopt voor een voetganger.
VP staat voor: vakbekwaam persoon. VOP staat voor: voldoende onderricht persoon. Het verschil zit hem in de complexiteit. Een VP'er heeft meer elektrotechnische kennis en mag daarom complexere werkzaamheden uitvoeren.
De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) kan onder bepaalde voorwaarden aangevraagd worden door een zelfstandige in hoofd- of in bijberoep die een door VDAB erkende arbeidshandicap heeft. De premie compenseert de eventuele extra kosten of de lagere productiviteit die samengaan met de arbeidsbeperking.
Het recht op een VOP van bepaalde duur wordt toegekend aan werknemers van wie de aandoening positief evolueert of voor wie de prognose onduidelijk is, bijvoorbeeld mensen die: van kanker herstellen. een niet-aangeboren hersenletsel hebben. aan een psychische aandoening lijden en minder dan vijf jaar in behandeling zijn.
Een instelling van het onderwijs die een persoon met een arbeidshandicap aanwerft of heeft aangeworven. Een uitzendkantoor dat een persoon met een arbeidshandicap tewerkstelt. Ook zelfstandigen (in HOOFD- of BIJBEROEP) kunnen gebruik maken van de VOP.
Niet inhalen
Je mag geen andere bestuurder inhalen die vertraagt of stopt voor een zebrapad. Je mag je wagen al evenmin parkeren op een zebrapad of tot vijf meter daarvoor. Je mag in die zone ook niet stilstaan om bijvoorbeeld mensen uit je wagen te laten stappen.
op een fietsstrook of op de rijbaan langs een fietsstrook; c. Als bestuurder mag u uw voertuig niet stil laten staan op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan.
Gaat een voetganger rechtdoor op dezelfde weg, dan heeft de voetganger voorrang op al het andere verkeer. Is er geen stoep of voetpad? Als voetganger mag je dan op het fietspad lopen. Is er geen fietspad, dan mag je op rijbaan lopen, mar wel aan de uiterste zijde daarvan.
Het verschil tussen een VOP'er en VP'er is dus de complexiteit van de werkzaamheden die ze uit mogen voeren. Omdat een VP'er meer elektrotechnische kennis heeft, mag hij meer risicovolle werkzaamheden uitvoeren dan een VOP'er.
Basisregel: inhalen geschiedt links
De basisregel van inhalen is dat inhalen links geschiedt. In de volgende gevallen mag je ook rechts inhalen: Bestuurders die links voorgesorteerd hebben en te kennen hebben gegeven dat zij naar links willen afslaan, worden rechts ingehaald (dit moet zelfs).
Het NEN 3140 VOP certificaat is drie jaar geldig. Er is geen wettelijke geldigheidsduur, maar het is vanuit de Arbowet bepaald dat medewerkers voldoende geïnstrueerd moeten worden. Dat houdt in dat als jouw kennis is weggezakt binnen die drie jaar, dat je weer een opfriscursus kan volgen.
Er zijn verschillende soorten VOP cursussen omdat de elektrotechnische werkzaamheden die uitgevoerd worden in de praktijk onderling kunnen verschillen. Zo zijn er bijvoorbeeld VOP cursussen op het gebied van NEN-EN-50110/NEN-3140, VOP Laagspanning NEN 1010 en de NEN 1014 / NEN-EN-IEC-62305 Bliksembeveiliging.
Werkverantwoordelijke NEN 3140
Hij zorgt, en is daarvoor ook verantwoordelijk, dat het personeel wordt geïnstrueerd over de mogelijke gevaren en risico's. In de praktijk is een werkverantwoordelijke vaak een chef van een technische dienst.
Trams mogen rechts ingehaald worden en fietsers mogen het overige verkeer rechts inhalen. Fietsers moeten andere fietsers links inhalen. Ten slotte mogen bestuurders die rechts rijden bestuurders inhalen als er sprake is van een file.
Een tram stopt alleen voor, verkeerslichten, haaientanden en een zebrapad. Voor de rest heeft de tram wel degelijk voorrang, ook van links!
een tram moet zich houden aan de geldende maximum snelheid, behalve op plekken waar hij geen rekening hoeft te houden met andere weggebruikers. een tram moet voorrang geven aan voetgangers die oversteken op een zebrapad. als er haaientanden op de trambaan staan, moet de tram voorrang verlenen aan kruisende bestuurders.