WAAROM DIT LEERPAD? Flushen (spoelen) en locken (afsluiten) is essentieel voor het goed laten werken van een infuuscanule. Op die manier voorkom je dat het infuus verstopt raakt en voortijdig verwisseld moet worden. Voor het uitvoeren van deze handeling gelden wettelijke richtlijnen.
Volgens de meest recente Vilans protocollen is het voldoende om een perifeer infuus om de 12 uur te spoelen, en is NaCl 0,9% daarvoor net zo efficiënt als een heparineoplossing.
Sluit een infuuszak,-fles of spuit niet meer aan na afkoppeling. Laat aangesloten infuusflessen of zakken maximaal 24 uur aanhangen, met uitzondering van infuusflessen of zakken met bloed of bloedderivaten. Gebruik zo weinig mogelijk extra toegangen.
Bij centrale infusen is er kans op een bloedbaaninfectie. Om te voorkomen dat dit gebeurt blijft een infuus niet langer dan vijf à zeven dagen zitten.
Met een infuus wordt doorgaans bedoeld de toediening van een oplossing, vaak fysiologisch zout of een oplossing van 5% glucose, of een mengsel van die twee, maar ook wel transfusie-bloed of een suspensie van respectievelijk alleen bloedcellen of bloedplasma.
Het infuus dient tijdens deze behandelingen onder andere voor het toedienen van infuusvloeistoffen, zoals een zoutoplossing tegen uitdroging of PH-corrigerende vloeistof voor de juiste zuurgraad in het bloed.
Inbrengen perifeer infuus
Moet een infuus langdurig blijven zitten, dan wordt vaak voor de hand gekozen in plaats van de elleboog. Daarnaast dien je ook te kijken naar waar de bloedvaten lopen. Als een bloedvat diep in de elleboog ligt, kan het moeilijk zijn om een infuus daar aan te prikken.
Omschrijving. Het inbrengen van een infuus in de vene mag alleen door een arts of verpleegkundige gedaan worden die daarvoor bevoegd en bekwaam is: dit is namelijk een voorbehouden handeling.
Duur behandeling
Het toedienen van het infuus duurt in totaal ongeveer 2 uur.
Douchen is toegestaan. Baden en zwemmen raden we af. Als er vocht onder de pleister komt, moet deze vervangen worden. U mag niet aan uw oksels opgetild worden omdat de PICC-lijn dan kan verschuiven.
De PICC-lijn voorkomt eventuele schade aan uw bloedvaten door veelvoudig inbrengen van infuusnaalden en behandeling. Onder plaatselijke verdoving wordt een dun, flexibel infuusslangetje in het bloedvat van de bovenarm ingebracht. De meeste patiënten ervaren het inbrengen niet als belastend of pijnlijk.
Glucose 5% kan hemolyse veroorzaken en mag nooit gebruikt worden om een toedieningssysteem te vullen en/of te spoelen.
Een vlindernaald wordt subcutaan op de buik geplaatst. Het infuus blijkt op deze locatie minder vatbaar te zijn voor accidentele verwijdering en wordt door patiënte met rust gelaten.
WAAROM DIT LEERPAD? Flushen (spoelen) en locken (afsluiten) is essentieel voor het goed laten werken van een infuuscanule. Op die manier voorkom je dat het infuus verstopt raakt en voortijdig verwisseld moet worden. Voor het uitvoeren van deze handeling gelden wettelijke richtlijnen.
Resultaten. Bij 136 patiënten (39) ontstond flebitis, gemiddeld na 2,9 dagen (uitersten: 1-14). Risicofactoren waren vrouwelijk geslacht, eerder doorgemaakte flebitis, plaatsing aan de ventrale zijde van de onderarm en toediening via het infuus van antibiotische therapie.
Er zijn drie soorten flebitis: mechanische flebitis (veroorzaakt door beweging/wrijving van een vreemd voorwerp/canule binnen de ader), chemische flebitis (veroorzaakt door het geneesmiddel of de vloeistof die wordt toegediend), infectieuze flebitis (veroorzaakt door bacteriën in de ader) (Higginson et al., 2011).
Controleer het hemoglobinegehalte (Hb) 4 weken na start van de behandeling en op het moment dat het Hb weer genormaliseerd zou moeten zijn. Zet de behandeling 8-12 weken voort bij het bereiken van een normaal Hb, dit kan in een lagere dosering om gastro-intestinale bijwerkingen tegen te gaan.
Aantal ml / aantal uur = ml per uur = pompstand. Aantal ml x 20 / aantal uur x 60 = aantal druppels per minuut.
Risico's. Aan het inbrengen van een perifeer infuus zijn geen ernstige complicaties verbonden. Het bloedvat waarin het infuus is geplaatst kan na verloop van tijd ontsteken. Dit is een reden om het infuus te verwijderen.
Risicovolle en algemene handelingen
Risicovolle handelingen zijn handelingen die bij uitvoering risico's meebrengen voor de cliënt. Ben je onbekwaam en handel je onzorgvuldig, dan zal dit vrijwel zeker tot gezondheidsschade leiden.
Een intraveneuze (iv) canule is een canule (flexibel kathetertje) met daarin een starre holle naald die in een ader ('intraveneus') kan worden ingebracht. Zodra er juist geprikt is (in een bloedvat), zal via de holle naald bloed stromen, de bloedkamer in.
Het inbrengen van een vleugelnaald om subcutane infusie toe te passen, behoort tot de voorbehouden handelingen. Je mag deze handeling alleen uitvoeren in opdracht van een arts. Ook dien je als zorgprofessional bevoegd te zijn en over de juiste vaardigheden te beschikken.
De shunt wordt bij voorkeur aangelegd in de niet-dominante arm; dit is de arm die u het minste gebruikt. Als uw bloedvaten beschadigd of niet gezond zijn, ontwikkelt de shunt zich moeizaam. Hierdoor is het mogelijk dat de shunt slecht kan functioneren.
Een centrale lijn is een lange (16-20 cm), dunne infuus katheter die in een grote ader wordt ingebracht, bijvoorbeeld onder het sleutelbeen, in de hals of in de lies. Hierdoor kan medicatie of voeding worden toegediend die niet via een infuus in een kleine ader in de arm mag worden gegeven.